1.) H6 warmte paragraaf 1 warmtebronnen deel 2

H6 warmte
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H6 warmte

Slide 1 - Slide

paragraaf 1

Warmtebronnen 

soorten energie

Energie-omzetters + Energie stroomdiagram

Wet van behoud van energie

Rendement

Warmtemeter

Q = E = P x t

Temperatuur, tijd - diagram

Slide 2 - Slide

Deel 2

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Elektrische energie

         1500 J
Warmte (energie)

         1500 J
Elektrische energie = warmte (energie)


                  E                 =              Q

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Een dompelaar heeft een vermogen van 850W. Karin gebruikt dit om haar pannetje met water op te warmen om hier soep van te kunnen maken. Binnen 590s is haar water aan de kook. Hoeveel warmte in Joule heeft de dompelaar geleverd? Ga uit van E = Q

Slide 10 - Open question

Een friteuse met een vermogen van 1800W wordt gebruikt om een patatje te bakken. De patat is binnen 7 minuten klaar. Hoeveel warmte in Joule heeft de friteuse geleverd? Ga uit van E = Q
(Reken eerst de tijd in minuten om naar seconden!!!)

Slide 11 - Open question

Elektrische energie omzetten in warmte som 2
Fabian heeft een dompelaar waarop staat (230V;5,2A). 
Hij gebruikt de dompelaar gedurende 2 minuten en 34 seconden om water op te warmen. Alle elektrische energie wordt omgezet in warmte (E = Q). Bereken hoeveel warmte de dompelaar geleverd heeft in joule.

Slide 12 - Slide

Elektrische energie omzetten in warmte som 2
U = 230V
I = 5,2A
t = 2 minuten en 34 seconden = 154 s

Q = E 
E = P x t

P ontbreekt nog, deze kun je berekenen met:
P = U x I
P = 230 x 5,2 = 1196W, daarna E uitrekenen
E = P x t = 1196 x 154 = 184184J

Slide 13 - Slide

Wanneer je een vloeistof opwarmt dan gaat dit soms snel en soms langzaam. Waardoor kan de tijd van het opwarmen van een stof tot zijn kookpunt soms variëren in duur?

Slide 14 - Open question

Een friteuse (230V;8,9A) wordt gebruikt om een patatje te bakken. De patat is binnen 6 minuten klaar. Hoeveel warmte in Joule heeft de friteuse geleverd? Ga uit van E = Q
(Reken eerst het vermogen uit, reken daarna de tijd in minuten om naar seconden!!!)

Slide 15 - Open question

In de grafiek is te zien hoe 50gram van een onbekende stof wordt verwarmt.

A.) Wanneer je 100 gram van dezelfde stof verwarmt, duurt het dan langer of korter voordat de temperatuur ook tot 60 graden is gestegen?

B.) hoeveel langer/korter duurt het opwarmen van 100 gram van deze stof?

C.) Teken de grafiek voor het opwarmen van 100gram van deze stof.

D.) waar heb je meer brandstof voor nodig het opwarmen van 50gram van deze stof of 100 gram van deze stof.

Slide 16 - Slide

In de grafiek is te zien hoe 75 gram van een onbekende stof wordt afgekoeld.

A.) Wanneer je 25 gram van dezelfde stof afkoelt, duurt het dan langer of korter voordat de temperatuur ook tot 0 graden gedaald is?

B.) hoeveel langer/korter duurt het afkoelen van 25 gram van deze stof?

C.) Teken de grafiek voor het afkoelen van 25 gram van deze stof.


Slide 17 - Slide

50mL water                  100mL water


Slide 18 - Slide