h14.1 "werken met hefbomen"

De zwaartekracht

Vanuit het zwaartepunt

Loodrecht naar beneden

Welke krachten zitten er in de touwen?
(spankracht)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De zwaartekracht

Vanuit het zwaartepunt

Loodrecht naar beneden

Welke krachten zitten er in de touwen?
(spankracht)

Slide 1 - Slide

Teken eerst de normaalkracht

(beginnen in het touw en loodrecht omhoog even groot als de zwaartekracht)

Slide 2 - Slide

maak een parallellogram met de hulplijnen.

de normaalkracht is de diagonaal. de hulplijnen worden de zijdes van de parallellogram

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De vectoren opmeten en met de schaal uitrekenen

Slide 6 - Slide

Schets
Maak een schets van de situatie en teken de resultante kracht.

Ontbind vervolgens de kracht in de werklijnen

Slide 7 - Slide

Met welke methode kun je een netto kracht ontbinden als je de werklijnen van de 2 oorspronkelijke krachten hebt?
A
Met de kop- staartmethode
B
Met de parallellogram methode
C
Met beide methoden
D
Met geen van beide methoden

Slide 8 - Quiz

Julian wil een kracht ontbinden in twee componenten. In welke tekening heeft hij de kracht op de juiste wijze in twee componenten ontbonden?
A
Tekening A
B
Tekening B
C
Tekening C
D
Tekening D

Slide 9 - Quiz

H 14.1 "werken met hefbomen"

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt het moment van een kracht berekenen.
  • Je kunt uitleggen wanneer een hefboom in evenwicht is.
  • Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht.
  • Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in werktuigen.
  • Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Hefboom
Een hefboom heeft:
  • Een draaipunt
  • Een korte arm (grote kracht)
  • Een lange arm (kleine kracht)

Slide 16 - Slide

Moment = Kracht x Arm?

  • Het moment van een kracht is gelijk aan de grootte van de kracht x de lengte van de arm.
  • De arm van een kracht is de afstand tussen de werklijn van de kracht en de draai-as van de hefboom.


  • Een hefboom is in evenwicht als de som van de momenten linksom gelijk is aan de som van de momenten rechtsom.

Slide 17 - Slide

In symbolen


M = moment in Nm (newton * meter) 
F = kracht in N(ewton)
l = arm (lengte vanaf draaipunt) in m(eter)
M=F1L1

Slide 18 - Slide

Hefboom in evenwicht?

Hangt af van:

- de grootte van de krachten (N)

- de afstand tussen de krachten en de draai-as (m)

Slide 19 - Slide

Hefboom in evenwicht
Kracht 1 x Arm 1 = Kracht 2 x Arm 2

F = kracht in N (Newton)
L = Lengte van de arm in m (meter)
F1L1=F2L2
Formule:

Slide 20 - Slide

Hoe groot is het moment? M = F x l

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Balanceer lab

Met de volgende link kom je op het balanceer lab van Phet Colorado. Hier kun je oefenen met de hefboomwet.


Probeer eerst de inleiding uit, daarna het lab en doe daarna het spel om te zien of je het hebt begrepen.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Wat is de eenheid van moment?
A
Newton
B
meter
C
Newton.meter
D
Newton per meter

Slide 26 - Quiz

Het moment van de spierkracht is
A
0,46 Nm
B
0,56 Nm
C
52 Nm
D
5,7 Nm

Slide 27 - Quiz

het moment van de kracht van 100 N is
A
60 Nm
B
60 N
C
60 m
D
0,0060 Nm

Slide 28 - Quiz