taal les stoffelijk bijv nw gr 5

Bijvoeglijk naamwoord
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Basisschool

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Na de les kunnen jullie een bijvoeglijk naamwoord herkennen en benoemen in een zin
- Na de les weten jullie wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is

Slide 2 - Slide

Wat verwacht ik van jullie?
Wat was ook alweer een goede leerhouding?

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
- Zegt dus iets over het zelfstandig naamwoord.
- Het zegt namelijk hoe iets eruitziet, hoe iets voelt of wat je van iets vindt.
- Eindigt vaak op -e.
- Maar wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 4 - Slide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- Geeft aan van welke stof/materiaal het zelfstandig naamwoord is gemaakt. 
- Houten stoel
- Zilveren beker
- Eindigt meestal op -en
- Maar paar uitzonderingen: bijv. plastic, nylon, suède

Slide 5 - Slide

Let op!
- Klinkerverenkeling -> rood - rode.
- Medeklinkerverdubbeling -> Mak - makke (= tegenslag).
- f/v/ of s/z/ wisseling (boos – boze).

Slide 6 - Slide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Dat is een mooie tas!
A
tas
B
is
C
dat
D
mooie

Slide 7 - Quiz

Is het een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Het plastic flesje.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz


zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

dierenwinkel
rode
kartonnen

Slide 9 - Drag question

Zelfstandig werken

Snappet Blok 6,
Les 7
Klaar? Weektaak
timer
20:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide