H4: Voorkennis/ Procenten

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken 
● Voorkennis H4
● Vraagmoment
bij
We gaan zo starten.
Leg klaar:
- aantekeningenschrift
- rekenmachine
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken 
● Voorkennis H4
● Vraagmoment
bij
We gaan zo starten.
Leg klaar:
- aantekeningenschrift
- rekenmachine

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je kunt procenten, decimale getallen en breuken
die bij elkaar horen aan elkaar koppelen.

Je kunt percentages berekenen met behulp van 
een procententabel.
Je kunt dit ook bij een verhaaltjessom.

H4: Statistiek

VK: Procenten
4.1: Toename en afname in procenten
4.2: Beeldiagram en staafdiagram
4.3: Lijndiagram en cirkeldiagram
4.4: Turftabel, histogram en steelbladdiagram
4.5: Centrummaten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Welke is een decimaal getal?
A
12,5%
B
43
C
0,8
D
0,8%

Slide 6 - Quiz

Welke horen bij elkaar?
10%
25%
50%
100%
66,7%
1
2/3
0,1
1/2
1/4

Slide 7 - Drag question

Voorkennis H4: Procenten
De breuk         betekent eigenlijk 1 : 10. 
Als je dat schrijft als decimaal getal krijg je 0,1. 
De breuk is precies hetzelfde als het decimale getal, maar het is een andere manier om het op te schrijven.
101

Slide 8 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
De breuk         en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde. 
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd of van de honderd.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel. 
101

Slide 9 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
De breuk          en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde. 
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd. 
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel. 

1% =          ,  dus 10% =                           
1001
10010=101
101

Slide 10 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?

Slide 11 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.

Slide 12 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.

Slide 13 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
Konijnen

Slide 14 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
Konijnen

Slide 15 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
Konijnen

Slide 16 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
Konijnen

Slide 17 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen

Slide 18 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
: 40
: 40

Slide 19 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
: 40
X 30
X 30

Slide 20 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
                                                                                       100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                       
                                                                                     
                                     
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30

Slide 21 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
                                                                                       100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                       Dus, 75% van de konijnen is wit.
                                                                                     
                                     
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30

Slide 22 - Slide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
                                                                                       100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                       Dus, 75% van de konijnen is wit.
                                                                                       De eigenaar heeft geen gelijk.
                                     
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30

Slide 23 - Slide

Huiswerk week 1


Maken van H4:

Voorkennis blz. 194-195: opg. 1 t/m 7
Paragraaf 4.1  blz  196 - 198: opg. 1 t/m 9 

Nakijken en verbeteren en mailen pparbhoe@bbonderwijs.nl

Alles wat je tot nu toe gemaakt hebt











Note to self
Boek deel 1!
Boek deel 2!

Slide 24 - Slide

Nog vragen over hoofdstuk 4.0?
Zet het in de chat!

Slide 25 - Slide