Quiz - Japan

日本   /   Japan
1 / 13
next
Slide 1: Slide
overigMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

日本   /   Japan

Slide 1 - Slide


Japan is een eilandenstaat. Hoeveel eilanden telt het land ongeveer?
A
6800
B
5400
C
3700
D
1500

Slide 2 - Quiz

Groot-Tokyo is de op een na grootste metropool ter wereld. Hoeveel mensen wonen er ongeveer?

Slide 3 - Open question

Waar of niet waar?
Een aardappel heet in het Japans een 'jagaimo', vrij vertaald: 'een knol uit Jakarta'. Logisch, want de Nederlanders namen ze mee vanuit wat toen nog Nederlands-Indië was.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Wie of wat zijn ' Little Boy'
en 'Fat Man'?

Slide 5 - Open question

In de Japanse keuken wordt veel gebruikgemaakt van een pasta die bestaat uit gefermenteerde sojabonen, rijst, zout en koji (een schimmel). Hoe heet deze smaakmaker?
A
nori
B
miso
C
dashi
D
natto

Slide 6 - Quiz

Wat doen veel Japanners op kerstavond?
A
Ze gaan naar een karaokebar.
B
Ze eten met de hele familie sushi.
C
Ze gaan naar de KFC.
D
Ze bezoeken een tempel.

Slide 7 - Quiz

Paulien Cornelisse schreef laatst in de Volkskrant over emoji: "Laatst viel me ineens op dat je bij ‘nee’ kunt kiezen tussen twee plaatjes. Ten eerste: de duim naar beneden – bot maar duidelijk. Ten tweede: het halfblauwe gezichtje met traantje/zweetdruppeltje. Blijkbaar vindt men in emojiland dat nee-zeggen iets heel stressvols kan zijn, iets waar je in grote nood over zou moeten verkeren. Hieraan kun je zien dat emoji’s oorspronkelijk uit Japan komen." Wat betekent de emoji hiernaast oorspronkelijk?
A
Shit happens!
B
Veel geluk!
C
Ik doe het in mijn broek!
D
You're full of crap!

Slide 8 - Quiz

Which sport is most practiced in Japan?
A
Voetbal
B
Judo
C
Table tennis
D
Sumo

Slide 9 - Quiz

In the 17th century, a form of poetry arose in Japan that has become world famous by the master Matsuo Basho. What is the name of this form of poetry?

Slide 10 - Open question

Sleepvraag
Japanese has three different scripts: hiragana, katakana and kanji (Chinese characters). In order to function decently in society, you need to know about 2700 kanji. To teach them, all kinds of mnemonics are devised, mnemonics, such as the example on the right.
In the next slide, you'll see some simple characters. Combine the character with the right meaning. Ganbatte!

Slide 11 - Slide

vuur
boom
deur
maan
mens

Slide 12 - Drag question

fire 
tree
gate
moon
person

Slide 13 - Drag question