2.3 Wat is normaal?

Leerdoel 2.2
Je kunt uitleggen hoe jouw eigen identiteit zich ontwikkelt
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoel 2.2
Je kunt uitleggen hoe jouw eigen identiteit zich ontwikkelt

Slide 1 - Slide

Succescriteria 2.2
Je kunt vier manieren noemen hoe je leert socialiseren
Je kunt uitleggen wat het belang is van sociale controle en sancties
Je kunt de begrippen identiteit en internalisatie omschrijven, herkennen en toepassen
Je kunt voorbeelden noemen van rolbevestigend en roldoorbrekend gedrag
Je kunt voorbeelden noemen van gendernormen en genderneutrale aanpassingen

Slide 2 - Slide

Welke van onderstaande antwoorden is geen manier van socialiseren
A
Informatie en aanwijzingen
B
Imitatie
C
Gesprekken voeren
D
Ervaringen

Slide 3 - Quiz

Wat is de vierde manier waarop je socialiseert?

Slide 4 - Open question

Noem een nadeel van sociale controle

Slide 5 - Open question

Een ander woord voor beloning en straf is …

Welk woord is weggelaten?
A
aangeleerd
B
eigenschap
C
sanctie
D
imitatie

Slide 6 - Quiz

Internalisatie
Identiteit
Rolpatronen
Aangeleerde normen en waarden zijn vanzelfsprekend geworden
Gedrag dat we van elkaar verwachten in bepaalde situaties
De persoon die jij bent

Slide 7 - Drag question

Noem een voorbeeld van rolbevestigend gedrag

Slide 8 - Mind map

Huiswerk
Leren 2.1 en 2.2
Maken 2.2 ( 1b, 6,7,8)

Slide 9 - Slide

Leerdoel 2.3
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe mensen erbij komen om iets normaal of niet normaal te vinden

Slide 10 - Slide

Succescriteria
Je kunt uitleggen hoe de puberteit bijdraagt aan jouw idee van normaal
Je kunt voorbeelden noemen van tolerant en niet-tolerant gedrag en asociaal gedrag
Je kunt uitleggen hoe groepsdruk bepaalt wat wel en niet normaal is
Je kunt uitleggen waarom jij en je ouders anders (kunnen) denken over wat normaal is

Slide 11 - Slide

Puberteit
Vooral als je jong bent ga je opzoek naar wie je eigenlijk bent, je gaat grenzen opzoeken, wat kan wel en wat kan niet?

Puberteit


De periode tussen kindertijd en volwassenheid.

Tot je 25e zijn je hersenen nog in ontwikkeling. Als puber krijg je te maken met:
  • Keuzes maken
  • Grenzen opzoeken
  • Heftigere emoties

Slide 12 - Slide

Tolerantie
Mensen verschillen van elkaar en hebben verschillende waarden en normen. Het accepteren van elkaar heeft te maken met tolerantie.

Tolerantie

Het accepteren dat sommige mensen
andere waarden en normen hebben dan jijzelf.

Slide 13 - Slide

Abnormaal of asociaal gedrag
Wanneer de verschillen in waarden en normen zó groot zijn dat je het gedrag van de ander echt niet begrijpt, ervaar je dat gedrag als abnormaal of asociaal

 

  • Welk gedrag van anderen ervaar jij als abnormaal?
  • Denk je dat bepaald gedrag van jou door anderen als abnormaal wordt beschouwd?

Slide 14 - Slide

Groepsnormen
Soms doe je dingen die je eigenlijk niet wilt doen, omdat de groep waarin je zit dat van je verwacht.

Groepsdruk
 
Pestgedrag vindt vaak plaats onder groepsdruk. Als pesten plaatsvindt via het internet, dan noem je dat cyberpesten

Het gevoel dat je je móet aanpassen aan de gewoonten van de groep.

Slide 15 - Slide

Generatieconflict: wat is normaal?
De normen en waarden van kinderen en hun ouders kunnen verschillen. Denk maar eens aan:
  • Taalgebruik
  • Uitgaan
  • Kleding
  • Het gebruik van mobieltjes

Generatieconflict                 Een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd.

Slide 16 - Slide

Maken
2.3 (2,3,4,8,9,10)

Slide 17 - Slide

Het accepteren dat sommige mensen
andere waarden en normen hebben dan jijzelf is ?
A
Groepsdruk
B
Generatieconflict
C
Asociaal
D
Tolerantie

Slide 18 - Quiz

Het gevoel dat je je móet aanpassen aan de gewoonten van de groep.

A
Groepsdruk
B
Puberteit
C
Generatieconflict
D
Pestgedrag

Slide 19 - Quiz