2h-Antwoorden-zinnenB-lezen-oefenen

Bitte Handout auf den Tisch und Handy in das Hotel. Dankeschön!
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bitte Handout auf den Tisch und Handy in das Hotel. Dankeschön!

Slide 1 - Slide

Lernziele heute:
- Ich kontrolliere die Hausaufgabe
- ich kann Fragen stellen über die Hausaufgabe
- ich übe lesen 


Slide 2 - Slide

Hausaufgabe war:
In het Handout Naamvallen (zie bijlage)

maken:
- vul de goede vorm in de zinnen 3 t/m 8 van B4.2, blz.10 . Geef de uitleg zoals in de zinnen 1+2
leren:
- blz. 6 t/m 9 leren = hoe heten de voorzetsels met 4e naamval? (met vertaling)
- herhalen: ein-Gruppe und der-Gruppe (welke woorden horen erbij + vertaling)
- welke uitgangen in groep + naamval? (let op mannelijke woorden - de rest blijft in de 4e naamval hetzelfde...)
In Trabi Tour: H.6, Wörterliste D/F leren (Seite 38)
 











Slide 3 - Slide

Leerdoelen van afgelopen les:

1. Je kent de voorzetsels met de vierde naamval.


2. Je kunt de vierde naamval in de zin vinden en toepassen.


Slide 4 - Slide

Goud-f-bis: Noem de 6 voorzetsels met de 4e naamval in het Duits:

Slide 5 - Open question

4e naamval met voorzetsels
goud-f-bis: 
  1. gegen = tegen
  2. ohne = zonder
  3. um = om
  4. durch = door
  5. für = voor ( bestemd voor)
  6. bis= tot
--> Na deze voorzetsels moet je ALTIJD de vierde naamval gebruiken
--> Je hoeft niet te ontleden 



Slide 6 - Slide

Leerdoelen 1/2
kennen

1. Je kent de woorden die bij de Der-groep horen. 

2. Je kent de woorden die bij de Ein-groep horen.

3. Je weet hoe je de vierde naamval vindt.

4. Je kent het schema voor de vierde naamval bij de Der-Gruppe en Ein-Gruppe.
Leerdoelen 2/2
kennen

5. Je kent de voorzetsels met de vierde naamval.

kunnen
6. Je kunt de vierde naamval in de zin vinden en toepassen.

 14 juni: SO naamvallen (1x), A+B leren (nog geen C = persoonlijke voornaamwoorden) 

Slide 7 - Slide

Huiswerk: vul de goede vorm in de zinnen 3 t/m 8 van B4.2, blz.10
- Ich kontrolliere die Hausaufgabe
- ich kann Fragen stellen über die Hausaufgabe


Slide 8 - Slide

B4.2, blz.10.
zin 3 Kannst du ____ (de) Arm (m) bewegen?
A
der
B
den
C
die

Slide 9 - Quiz

B4.2, blz.10.
zin 4 _____ (zijn) Handgelenk (o) tut weh
A
sein
B
seine
C
seinen

Slide 10 - Quiz

B4.2, blz.10.
zin 5 Durch _____ (jouw) Hilfe (v) verstehe ich ____ (de) Aufgaben (mv)
A
deine; der
B
dein; die
C
deine; die
D
dein; den

Slide 11 - Quiz

B4.2, blz.10.
zin 6 Für _____ (jullie) Mutter (v) hat sie eine Uhr gekauft.
A
euer
B
eure
C
euren
D
euere

Slide 12 - Quiz

B4.2, blz.10.
zin 7 Gegen ______ (deze) Verein (m) verlieren wir nie.
A
diese
B
diesen
C
dieser
D

Slide 13 - Quiz

B4.2, blz.10.
zin 8 8 _____ (uw) Glas (o) ist schmutzig.
A
Ihren
B
Ihre
C
Ihr
D

Slide 14 - Quiz

Nog even kort
  • eerste naamval
    = onderwerp
  • vierde naamval
    = lijdend voorwerp

  • voorzetsels + 4e naamval =goud-f-bis

  • Der-Gruppe
  • Ein-Gruppe
  • der --> den; ein --> einen

Slide 15 - Slide

Lernziele heute:
- ich übe lesen 


Slide 16 - Slide

= tip voor de leestoets...
De schoolcijfers in in Duitsland - 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Antwort Frage 1: A
Das Miauen ihrer Katzen hat zwei Bewohner bei
einem Hausbrand in einem bayrischen Dorf
rechtzeitig geweckt. = de katten maakten hun baasjes door hun harde miauwen wakker bij een huisbrand

Slide 21 - Slide

2) Hoe reisden de jeugdspelers van Bayern München naar hun trainingen?
(alinea 1)
A De club regelde hun vervoer.
B Hun ouders reden om de beurt.
C Ze gingen met het openbaar vervoer.
3) Alinea 2 gaat over Timo’s voetbalcarrière. Je kunt deze alinea in twee
stukken verdelen.
Met welke twee woorden begint het tweede deel?
Schrijf die twee woorden in het Duits op.

Slide 22 - Slide

Antwort Frage 2: A
Timo: „Der FC Bayern hatte einen Fahrdienst, der mich und ein
paar andere Jungs aus der Region immer eingesammelt hat und uns mit einem Bus zum Trainingszentrum brachte. = FC Bayern had een busje voor de jongens uit de regio en bracht ze naar het trainingscentrum

Slide 23 - Slide

Antwort Frage 3: Doch auf
Lange lief dann alles so, wie man es sich wünschen würde. Mit Erfolg
spielte Timo für die Jugendmannschaften. Häufig als Mittelfeldspieler.
Zudem wurde er ins Jugendnationalteam geholt. Timo war sehr dicht davor, Profi zu werden. = eerst liep alles naar wens, Timo had veel succes
Doch auf einmal lief vieles gegen ihn. „Ich bekam eine schwere Verletzung, die mich sehr zurückgeworfen hat“, sagte Timo. Rund ein Jahr quälte er sich mit der Verletzung, kämpfte sich aber zurück. = toch opeens ging het verkeerd, hij raakte geblesseerd

Slide 24 - Slide

4 Geef een reden aan waarom Timo besloot te stoppen met profvoetballen.
(alinea 3)
Schrijf die reden in het Nederlands op.

5 Welke uitspraak over Timo past het best bij alinea 4?
A Timo is lid geworden van een amateur-voetbalteam.
B Timo mist af en toe de tijd dat hij jeugd-profvoetballer was.
C Timo vindt dat studeren beter bij hem past dan voetballen.
D Timo wil later in zijn werk graag met sporters bezig zijn.

Slide 25 - Slide

Antwort Frage 4:  
Hij zat voortdurend op de bank / was reservespeler / hij speelde slechter
dan hij zou kunnen.
 

Slide 26 - Slide

Antwort Frage 5:  D
Was er in der Zukunft werden will? „Ich bin mir da noch nicht sicher. Aber
ich denke daran, Sportpsychologe zu werden, weil ich unbedingt mit
Sportlern zusammenarbeiten möchte. Vielleicht sogar mit Fußballprofis.“
= Hij wil graag met sporters samenwerken

Slide 27 - Slide

Donnerstag = Lesetest
Wil je nog oefenen? Maak online de leesopdrachten van hoofdstuk 6

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide