Week 12 Unit 5 Lesson 1 Class 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

Unit 5: Humour 

Workbook B

Lesson 1

Reading

C Found out

Grammar 5.1: Adjectives and Adverbs

Adjectives (bijvoegelijk naamwoord):

Zeggen iets over het wat : She is beautiful.

Adverbs (bijwoord): 

Zeggen iets over het hoe: She sings beautifully.

Grammar 5.1: Adjectives and Adverbs

Bij de werkwoorden: taste, smell, feel, look, sound gebruik je altijd een adjective.

I feel tired

The food tastes awful

Je maakt een adverb door -ly aan het adjective te zetten.

Grammar 5.1: Adjectives and Adverbs

Bij de werkwoorden: taste, smell, feel, look, sound gebruik jhe altijd een adjective.

I feel tired

The food tastes awful

Je maakt een adverb door -ly aan het adjective te zetten.

Wat moet er op de puntjes?
She needs to listen very ..........

1. careful
2. carefully

Wat moet er op de puntjes?
Johnny walks .......

1. slow
2. slowly

Wat moet er op de puntjes?
Our dog is ........

1. fast
2. fastly

Wat moet er op de puntjes?
We sound .....

1. awful
2. awfully

Grammar 5.2: Place of Adverbs

 Een Adverb staat in het algemeen vóór het woord waar het iets over zegt.

- Voor een adjective of een ander adverb:

Nicki Minaj is extremely popular.

You work really seriously on the project

Grammar 5.2: Place of Adverbs

 Een Adverb staat  vóór het hoofwerkwoord:

I regularly ask her for help.

Maar ná een vorm van to be:

I am usually late.

Game for a laugh?

Study: Grammar 5.1: Adjectives and Adverbs

Do: Exc. 7

Study: Grammar 5.2: Place of Adverbs

Do: Exc. 8

Read: Come and join us (advert)

Do: Exc. 9