What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
B&F, begrijpend lezen teksten oefenen
Begrijpend lezen
en spelling
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Begrijpend lezen
en spelling
Slide 1 - Slide
Instructie
Je gaat 3 teksten maken.
1. Lees de tekst rustig
2. Beantwoord de vragen.
Weet je een vraag niet?
Ga dan terug naar de tekst en zoek het op!
Zo ga je een aantal teksten oefenen, succes!
Slide 2 - Slide
Lees de tekst 1
Slide 3 - Slide
Welk dier heeft er jongen gekregen?
Slide 4 - Open question
Noem nog 3 dieren uit het verhaal
Slide 5 - Open question
Wat is 'dartelen' (regel 7)?
A
Vrolijk heen en weer rennen.
B
Pijltjes gooien naar een dartbord.
C
Om je heen kijken.
D
Iemand kietelen.
Slide 6 - Quiz
Welk eten brengt de boer naar de dieren? Noem 3 dingen.
Slide 7 - Open question
Lees tekst 2
Slide 8 - Slide
Verbind de kinderen met hun muziekinstrumenten
Jordy
Sam
Trompet
Drums
Slide 9 - Drag question
Waarnaar verwijs 'dat' in regel 5?
(Dat is best spannend maar ze hebben al goed geoefend)
A
Het oefenen
B
De muziekles
C
Een optreden
Slide 10 - Quiz
Wat moet er op regel 6 worden ingevuld?
(Vandaag leert de muziekjuf ze een nieuw...)
A
boekje
B
karretje
C
spelletje
D
liedje
Slide 11 - Quiz
Welke zien is NIET waar?
A
De muziekjuf is trots op de kinderen
B
Na 4 keer oefenen klinkt het al best mooi.
C
Over drie weken hebben Jordy en Sam een optreden.
Slide 12 - Quiz
Lees tekst 3
Slide 13 - Slide
Wanneer krijg je kippenvel?
Slide 14 - Open question
Waar verwijst 'dit' naar op regel 4?
(Dit helpt om de warmte in je lichaam te houden)
A
Het ontspannen van de spiertjes in je huid.
B
Het samentrekken van spiertjes in je huid.
Slide 15 - Quiz
Wat moet er op regel 6 worden ingevuld?
A
Koud
B
Hard
C
Warm
D
Groot
Slide 16 - Quiz
Wat gebeurt er met je huid als je in een warm bad zit?
Slide 17 - Open question
Waarom rimpelt vooral de huid van je vingers en tenen?
A
Die huid is erg dik.
B
Die huid is erg dun.
C
Die huid is erg vies.
D
Die huid is erg nat.
Slide 18 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
klijngeld
B
kleingeld
C
klijngelt
D
kleingelt
Slide 19 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
gogelaar
B
googelaar
C
gochelaar
D
goochelaar
Slide 20 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
scheiding
B
schijding
C
sgeiding
D
sgijding
Slide 21 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
avleiding
B
afleiding
C
avlijding
D
aflijding
Slide 22 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
augurk
B
auggurk
C
ougurk
D
ouggurk
Slide 23 - Quiz
De juiste spelling is:
A
kabauter
B
kabouter
Slide 24 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Avontur
B
Aavontuur
C
Avontuur
D
Aavontur
Slide 25 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
terrein
B
terein
C
terrijn
D
terijn
Slide 26 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Vanaavond
B
Vanavond
C
Vaanavond
D
Vanafavond
Slide 27 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
rouwkost
B
roukost
C
rauwkost
D
raukost
Slide 28 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
lesen
B
leesen
C
lezen
D
leezen
Slide 29 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Lookaal
B
Lokal
C
Lokaal
D
Lookal
Slide 30 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Tafellaaken
B
Tafellaken
C
Taafellaken
D
Tafellakken
Slide 31 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
vlauwfallen
B
flauwvallen
C
vlauwvallen
D
flauwfallen
Slide 32 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
mopperen
B
moperen
C
moppuren
D
mopuren
Slide 33 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
binnestat
B
binestad
C
binnenstad
D
binnenstat
Slide 34 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
profincie
B
profinsie
C
provincie
D
provinsie
Slide 35 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
lekker
B
leker
C
lekkur
D
lekur
Slide 36 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
vurgisen
B
vurgissen
C
vergisen
D
vergissen
Slide 37 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
sproejkoppen
B
sproejkopen
C
sproeikoppen
D
sproeikopen
Slide 38 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Ik prijs
B
Ik prijst
C
Ik prijsd
D
Ik prijzen
Slide 39 - Quiz
Wat is de juiste spelling...
A
gevangenen
B
gefangenen
C
gevangennen
D
gefangennen
Slide 40 - Quiz
Wat is de juiste spelling...
A
bortkrijt
B
bortkrijd
C
bordkrijt
D
bordkrijd
Slide 41 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
ougurk
B
ougerk
C
augurk
D
augerk
Slide 42 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Wij gelooven
B
Wij geloofen
C
Wij geloven
D
Wij gelofen
Slide 43 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
adum
B
adem
C
aadum
D
aadem
Slide 44 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
zwaluw
B
swaluw
C
zwaaluw
D
swaaluw
Slide 45 - Quiz
More lessons like this
B&F, begrijpend lezen teksten oefenen
January 2021
- Lesson with
19 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5
B&F, begrijpend lezen teksten oefenen
March 2021
- Lesson with
19 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 4
B&F, begrijpend lezen bovenbouw
March 2021
- Lesson with
26 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 8
Vakgericht Lezen 2F - veehouderij - 'Dartelen met Sterren'
August 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3.3.3 De neus
February 2022
- Lesson with
20 slides
Biologie
Secundair onderwijs
Les 21 hoofdletters_kort
February 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 21 hoofdletters_1G
January 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Dieren in de winter
November 2022
- Lesson with
35 slides
by
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+3
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas