Voorlichting, Advies en Instructie

VIA--> Voorlichting, Advies & instructie
21-01-2020
19-5-2020
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

VIA--> Voorlichting, Advies & instructie
21-01-2020
19-5-2020

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhalen en kiijken naar de opdrachten
  2. Voorlichting
    - Doel
    - Kenmerken
  3. Advies
    - Doel
    - Aandachtspunten
  4. Planmatige aanpak

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Je geeft de zorgvrager informatie over specifieke onderwerpen.
Je geeft de zorgvrager deskundige suggesties en raad.
Je legt de zorgvrager iets uit en je doet voor hoe iets werkt.
Instructie
Advies
Voorlichting

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Doel van voorlichting
1. Vergroten van de kennis van de zorgvrager. 
2. Verminderen van de onzekerheid en angst bij de zorgvrager. 
3. Goede voorlichting zorgt voor beter geïnformeerde zorgvragers

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorlichting
Voorlichting geven betekent dat je de zorgvrager informatie geeft over specifieke onderwerpen. De voorlichting helpt de zorgvrager om beter voor zichzelf te zorgen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De volgende elementen horen bij voorlichting


  1. communiceren
  2. weten wat belangrijk is
  3. ontwikkelen van gewenst gedrag
  4. informatie overdragen
  5. meer kennis en inzicht verschaffen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van een voorlichting.

1. Er moet van tevoren een duidelijk doel gesteld worden.
2. Bij goede voorlichting is er sprake van tweerichtingsverkeer tussen de verpleegkundige en de zorgvrager. 
3. De zorgvrager moet centraal staan. 
4. De voorlichting moet herhaald worden. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Advies
Adviseren betekent dat je deskundige suggesties en raad of tip geeft.
Je geeft advies over:
  • Leef- en gedragsregels
  • Hulpmiddelen
  • Behandeling of therapie
  • Onderzoek

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is instructie
  1. hoort bij een handeling
  2. is gerichte informatie over hoe, anneer of op welke manier iets moet gebeuren

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten bij het geven van Advies

1. Sluit aan bij het verpleegplan
2. Sluit met jouw advies aan bij wat de zorgvrager al weet en wat hij kan begrijpen
3. Geef de adviezen op het juiste tijdstip.
4. Betrek de familie bij het advies. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Planmatige aanpak

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1. Verzamelen van gegevens

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2. Bepalen van gedragsfactoren
Een gedragsanalyse kan meer inzicht geven in het gedrag zelf en duidelijk maken door welke factoren het in stand wordt gehouden.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

3. Plan van Aanpak
1. Kies een doelstelling
2. Stel de aandachtspunten aan de orde
3. Zorg voor extra materialen.

Ezelbruggetje: 7 W's.
Wie, waarom, wat, wijze, waar, wanneer, wie doet wat


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

4. Uitvoeren van de voorlichting/Advies

Het is belangrijk dat je de zorgvrager voorlicht, adviseert en motiveert om zijn gedrag te veranderen.

Voorlichting richt zich voornamelijk op blijvende gedragsveranderingen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

5. Evalueren
  • Procesevaluatie: waren de gekozen middelen geschikt?
  • Effect evaluatie: resultaat?
  • Kosten-baten analyse

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Jij bent als verpleegkundige in de wijk bij mevrouw Bos. Mevrouw valt regelmatig, jij wil mevrouw voorlichten over het dragen van de rode knop. Mevrouw Bos wil er (nog) niet aan, ze zegt: ''ik ben altijd zelfstandig geweest''.

Waar richt jij jouw voorlichting op?
timer
0:10
A
Begrijpen
B
Willen
C
Openstaan
D
Doen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

De fysiotherapeut zegt tegen meneer de Groot: 'Nu u geopereerd bent aan uw hart, is uw lichaam in principe weer goed in staat om te bewegen. U hoeft dus niet meer bang te zijn om te bewegen.''
Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De tandarts zegt tegen mevrouw Wit: 'U kunt voorkomen dat u gaatjes krijgt door drie keer per dag uw tanden te poetsen in plaats van één keer per dag.''
Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

De verpleegkundige zegt tegen een zorgvrager met diabetes: 'Het hormoon insuline zorgt ervoor dat het bloedsuikergehalte in orde blijft. Bij diabetes heeft het lichaam te weinig insuline.'
Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:10
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

wat is gezondheid

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Als mensen de problemen in het dagelijkse leven samen met familieleden, buren en naasten proberen op te lossen
A
zelfredzaamheid
B
samenredzaamheid

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Als je eenmaal geleerd hebt hoe je je gezondheid in stand kunt houden of bevorderen, hoef je daarover niets meer bij te leren
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Gezondheid is alleen lichamelijk en geestelijk
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

primaire preventie

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

secundaire preventie

Slide 29 - Mind map

This item has no instructions

tertiaire preventie

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Primaire, secundaire en tertiaire preventie onderscheiden zich van elkaar door de mate waarin ongezondheid voorkomen kan worden
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

HIV-dragers gebruiken medicijnen om hun weerstand te verhogen. ze kunnen daarmee aids voorkomen
A
primaire preventie
B
secundaire preventie
C
tertiaire preventie

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

de overheid geeft uitgebreid voorlichting over de besmetting van hiv
A
primaire preventie
B
secundaire preventie
C
tertiaire preventie

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

borst onderzoek
A
primaire preventie
B
secundaire preventie
C
tertiaire preventie

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

mesoniveau
macroniveau
microniveau

op de individuele zorgvrager

op de samenleving

aan specifieke groepen

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Een voorlichtingsmoment bestaat uit drie van elkaar te onderscheiden fasen
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Patiëntenbegeleiding is geen patiëntenvoorlichting
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

In voorlichting werken concrete voorbeelden vaak het beste
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

zelfredzaamheid en een voorbeeld

Slide 39 - Mind map

This item has no instructions

zelfmanagement

Slide 40 - Mind map

This item has no instructions

Als verpleegkundige houd je je vooral bezig met het signaleren van gezondheidsproblemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Als een zorgvrager een onderzoek moet ondergaan moet hij/zij geïnformeerd worden over de mogelijke complicaties
A
juist
B
onjuist

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Als een zorgvrager de informatie van de arts niet goed heeft begrepen dan geef je uitleg.
A
juist
B
onjuist

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Hoe hoger de gemiddelde leeftijd van Nederlanders, hoe meer multimorbiditeit
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

voorlichting
instructie
advies

iemand iets aanraden of een tip geven 

informatie over hoe, wanneer of op welke manier iets moet gebeuren

weloverwogen informatie geven

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions

Geef drie kenmerken van een goed advies.

Slide 46 - Mind map

– uitvoerbaar
– eenduidig (geformuleerd)
– door zorgvrager te begrijpen
– afgestemd op omstandigheden zorgvrager
– in belang van zorgvrager
– op deskundigheid gebaseerd