Leesvaardigheid, woordenschat en schrijfvaardigheid Toets hoofdstuk 4+5 (SE week). 27 juni, in toetsweek
Periode 3 - toetsen Nederlands
Slide 2 - Slide
Vandaag
Bespreken toets morgen documentaire - betoog
Bespreken inhoud toetsweek
Vandaag
Slide 3 - Slide
Lezen
De 4 tekstdoelen herkennen. (zie blz. 248).
De 8 verschillende tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden herkennen. (zie blz. 248).
De functies van inleiding en slot herkennen en kunnen toepassen. (zie blz. 248)
Het verschil tussen subjectief en objectief herkennen in een tekst (paragraaf 3.3)
Indeling van een reclame herkennen en het verschil tussen ideële en commerciële reclame (paragraaf 4.3).
Herkennen van hoofd- en bijzaken van een tekst en een tekst kunnen samenvatten (paragraaf 5.3).
Schrijven
Schrijven van een overtuigende tekst (betoog) aan de hand van een tekst.
Woorden
Woorden en de betekenis kennen (paragraaf 4.5).
Slide 4 - Slide
Wie gaat Kurzweil gebruiken?
Aantekeningen documentaire Schrijf alvast op wat je ziet. Dit kun je gebruiken voor je betoog.
het onderwerp : complottheorieën
Geef je betoog een titel!
Je betoog
Slide 5 - Slide
Je betoog - complottheorieën
platte aarde Aliens geland Wie 9/11? Verdwenen kids
Slide 6 - Slide
Begin met een krachtige inleiding. Leid het in! Bijvoorbeeld: We keken naar een interessante documentaire over de SmartPhone-loze mens....
Wat is jouw mening over de documentaire? Je mag een eigen stelling kiezen of…..| Je mag kiezen uit één van de aangebode stellingen. Je mag die stelling ook aanpassen.
Je betoog - inleiding
Slide 7 - Slide
Kern
Ondersteun je mening met minstens twee sterke argumenten (objectief of subjectief) . Gebruik informatie uit de documentaire.
Kom met twee voorbeelden die jouw argument ondersteunen.
Kom ook met een tegenargument; waarom zouden anderen het niet met je eens zijn?
Je betoog - kern
Slide 8 - Slide
Rond af met een duidelijke conclusie. Gebruik hierbij signaalwoorden als dus, kortom, concluderend, hieruit volgt...
Geef eventueel advies of tips.
Herhaal je stelling en benadruk je belangrijkste argumenten.
Je betoog bestaat uit 200 - 250 woorden.
Let bij het schrijven ook op de indeling, hoofdletters, spelling en het maken van goede zinnen. Elke zin sluit je af met een leesteken!
Aantekeningen documentaire Schrijf alvast op wat je ziet. Dit kun je gebruiken voor je betoog.
Je betoog - slot
Slide 9 - Slide
Je betoog - beoordeling
Slide 10 - Slide
Je betoog - beoordeling
Slide 11 - Slide
Je betoog - beoordeling
Slide 12 - Slide
Lezen
De 4 tekstdoelen herkennen. (zie blz. 248).
De 8 verschillende tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden herkennen. (zie blz. 248).
De functies van inleiding en slot herkennen en kunnen toepassen. (zie blz. 248)
Het verschil tussen subjectief en objectief herkennen in een tekst (paragraaf 3.3)
Indeling van een reclame herkennen en het verschil tussen ideële en commerciële reclame (paragraaf 4.3).
Herkennen van hoofd- en bijzaken van een tekst en een tekst kunnen samenvatten (paragraaf 5.3).
Schrijven
Schrijven van een overtuigende tekst (betoog) aan de hand van een tekst.