Samengestelde zinnen NN H5 2HV

Samengestelde
zinnen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Samengestelde
zinnen

Slide 1 - Slide

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv):
De docent roept de leerlingen.
Zij horen hem niet.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):
De docent roept de leerlingen, maar zij horen hem niet.

Slide 2 - Slide

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv):
De docent roept de leerlingen.
De leerlingen stoppen met praten.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):
De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Slide 3 - Slide

Hoofdzinnen en bijzinnen
Een samengestelde zin kan bestaan uit:
- twee hoofdzinnen
- een hoofdzin en een bijzin


Slide 4 - Slide

Hoofdzin
Een hoofdzin is een zin die ook op zichzelf kan staan.
Als er twee hoofdzin worden samengesteld, staat er altijd een nevenschikkend voegwoord tussen. Dat zijn de woorden:
en, of, maar, want, dus

De docent roept de leerlingen dus stoppen zij met praten.

Slide 5 - Slide

Bijzin
Een bijzin is een zin die niet op zichzelf kan staan.
Een bijzin wordt altijd gekoppeld aan een hoofdzin met een onderschikkend voegwoord. Daarvan zijn er veel meer:
wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of .....

De docent roept de leerlingen dus stoppen zij met praten.

Slide 6 - Slide

Hoofdzin en bijzin herkennen
Hoe herken je nu waaruit de samengestelde zin bestaat:
- een hoofdzin met een hoofdzin   óf
- een hoofdzin met een bijzin ???

1. Bij een hoofdzin staan pv en ow naast elkaar en kan er niets tussenkomen.
2. Een bijzin is niet af zonder de hoofdzin en daarin staan pv en ow niet altijd naast elkaar.
3. De bijzin heeft een functie als je de zin ontleedt. Het is ow, lv of nd, mv, vzv of bwb.

Slide 7 - Slide

Samengestelde zin ontleden
Een samengestelde zin met twee hoofdzinnen ontleed je apart van elkaar.

De docent   l   roept   l   de leerlingen    en      zij   l   luisteren    l
naar de docent.

Slide 8 - Slide

Samengestelde zin ontleden
Een bijzin als ow van de hoofdzin:
Wie dit snapt, mag zijn hand opsteken.
Een bijzin als lv van de hoofdzin:
De docent zei dat we moesten opletten.
Een bijzin als nd van de hoofdzin:
Grammatica is niet een trucje dat je kunt toepassen.
Een bijzin als mv van de hoofdzin:
De docent stelde een vraag aan de leerling die het nog niet snapte.

Slide 9 - Slide

Samengestelde zin ontleden
Een bijzin als bwb van de hoofdzin:
Voordat jullie met de opdracht mogen beginnen, lees je eerst de theorie.
Omdat wij het al wel snapten, mochten we meteen beginnen.
De uitleg van de grammatica kun je vinden in de aantekeningen die jullie hebben gemaakt.

Een bijzin als vzv van de hoofdzin:
De docent rekent op de leerlingen die hun huiswerk gemaakt hebben.

Slide 10 - Slide

Samengestelde zin ontleden
Een samengestelde zin met een bijzin, ontleed je als volgt:

1. Zoek eerst de hoofdzin. Dus: waar staan pv en ow naast elkaar en kan er niets tussen? Dat is de hoofdzin.

2. Begin de hoofdzin te ontleden; de bijzin wordt dan als één van de volgende zinsdelen ontleed: ow, lv, nd, mv, bwb of vzv.


Slide 11 - Slide

Samengestelde zin ontleden
Is het lastig om de bijzin te ontleden, vervang hem dan (in je hoofd of op papier) door één woord.
De docent zei dat de leerlingen moesten luisteren.
De docent zei iets.
Wie dit snapt, mag zijn hand opsteken.
Iedereen mag zijn hand opsteken.
Waarschijnlijk is de tweede zin makkelijker om te ontleden.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De docent heeft het uitgelegd en de leerlingen snappen het.

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
geen idee

Slide 14 - Quiz

Ik ben benieuwd of jullie het snappen.

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
geen idee

Slide 15 - Quiz

De leerling stelde een vraag toen de docent klaar was met uitleggen.

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
geen idee

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van de bijzin?

Niemand had gezegd wat hij wilde eten.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van de bijzin?

Toen hij zijn eten op had, begon hij meteen de vaatwasser in te ruimen.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 18 - Quiz

Wat is de functie van de bijzin?

Hij zong zijn favoriete liedje, terwijl hij de vaatwasser inruimde.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 19 - Quiz

Wat is de functie van de bijzin?

Degene die dit goed heeft, snapt het.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 20 - Quiz

Wat is de functie van de bijzin?

Wil je mij uitleggen hoe ik dit op moet schrijven?
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 21 - Quiz