3.4 De waterkringloop

3.4 Waterkringloop
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.4 Waterkringloop

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Water: te veel of te weinig?
In het Youtube filmpje heb je gezien dat water een grote rol speelt in ons leven. In deze paragraaf ga je leren waar het water vandaan komt, naar toe gaat en hoe het ontstaat.

Slide 3 - Slide

Wat leer je deze les?
  • Je kunt de drie fasen van water benoemen.
  • Je kunt de korte en de lange waterkringloop uitleggen met de bijbehorende begrippen.
  • Je kunt uitleggen hoe drie vormen van neerslag ontstaan.

Slide 4 - Slide

Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere = waterkringloop

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De overgang van vloeibaar water naar gasvormig water heet:
A
condensatie
B
stollen
C
smelten
D
verdamping

Slide 7 - Quiz

De  waterkringloop:
  • = De voortdurende verplaatsing van water over de aarde
  • wordt aangedreven door de zon.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoe ontstaat neerslag?
  1. water wordt verwarmd
  2. water verdampt
  3. warme lucht met waterdamp stijgt op
  4. warme lucht met waterdamp koelt af
  5. afgekoelde waterdamp vormt stoom/wolken

Slide 10 - Slide

Wat is de motor achter de waterkringloop?
A
verdamping
B
de zon
C
condensatie
D
de stroming van rivieren

Slide 11 - Quiz

Waardoor kan neerslag ontstaan?
A
doordat warme lucht met waterdamp opstijgt
B
doordat koude lucht met waterdamp opstijgt
C
doordat opstijgende waterdamp afkoelt
D
doordat regendruppels naar land worden geblazen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Als waterdamp opwarmt, ontstaan waterdruppels
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

Als twee luchtsoorten (warme en koude) botsen, ontstaat
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen

Slide 15 - Quiz

Neerslag die in een tropisch regenwoudklimaat ontstaat, is
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen

Slide 16 - Quiz

Soorten neerslag:
stijgingsregen
Stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp gaat condenseren.
  • Er ontstaan wolken.

  • Waar komt dit op aarde voor?

Slide 17 - Slide

Soorten neerslag:
stuwingsregen
  • Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp condenseert en het gaat regenen =stuwingsregen.
  • Aan de andere kant ligt de lijzijde .
  • Daar daalt de lucht en warmt op.
  • Hier blijft het droog =  regenschaduw

Slide 18 - Slide

Aan de loefzijde van een berg:
A
is het vaak droog
B
regent het vaak
C
is de regenschaduw
D
is de windkant van de berg

Slide 19 - Quiz

Soorten neerslag: frontale regen
Ontstaat door botsing van twee luchtsoorten:
Passeren koufront:
  • De zwaardere koude lucht dringt onder de lichtere warme lucht.
  • Warme lucht stijgt snel op,  koelt af en condenseert: regen.
  • Kort + buien

Passeren warmtefront:

  • De warme lucht schuift over de koude lucht.
  • Langduring + (mot)regen

Slide 20 - Slide

frontale regen
stijgings
regen
stuwings
regen
aan de loefzijde 
ontstaat door veel verdamping
warme en koude lucht botsen

Slide 21 - Drag question

Waterdamp
Vloeibaar
water
sneeuw en ijs
door verwarming
het kan stollen en verdampen
door 
afkoeling onder nul

Slide 22 - Drag question