Grammatica

Grammatica
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 30 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Grammatica

Slide 1 - Slide

Samen Lezen
Groep A: Shahyan, Artur,  Mohammed, Ahmad, Bana
Groep B: Halez, Herivan, Slar, Shaimae, Ali, Lojain, Yamen




Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat gaan we leren?
-wat zijn werkwoorden (sheet)
-meervoud en enkelvoud (video)
-werkwoorden zijn en hebben (video)

Slide 6 - Slide

werkwoorden ev/mv

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Enkelvoud vs Meervoud
praat-praten
werk-werken
loop -lopen
kijk-kijken
werkwoord zijn en hebben

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat gaan we doen?
-inoefening mv en ev
-inoefening ww zijn en hebben
-Socrative (evt. extra uitleg)
-zelf bezig met eenvoudige grammatica (schrift)

Slide 11 - Slide

Herhaling
Werkwoord zijn en hebben

Slide 12 - Slide

Zijn of hebben
Hij...............een mooi horloge.
Jullie ...................leuke leerlingen.
Mohamed.........morgen jarig.
Jij...............een mooi meisje.

Slide 13 - Slide

zijn en hebben
Wij..............morgen niet vrij.
Jullie.................in het weekend wel vrij.
Hij..............de hele dag niet gewerkt.
Jij................niet eerlijk!

Slide 14 - Slide

Maak de vraag zinnen
...............jij een fiets? (kopen)
................. jij een vriend van mijn moeder? (zijn)
.....................jij naar school? (gaan)
....................jij een probleem? (hebben)

Slide 15 - Slide

Hebben (VT)
Zij.............een feestje gisteren. (hebben)
Jullie................ vrij vorige week.(hebben)
Hij..............een mooi cijfer voor Disk. (hebben)
Peter................een lekke band gisteren. (hebben)

Slide 16 - Slide

Zijn (VT)
Ik................op school gisteren. (zijn)
Hij................niet bij de training. (zijn)
Wij...................ziek vorige week. (zijn)
Een maand geleden  ....................ze nog thuis. (zijn)

Slide 17 - Slide

Peter leest een boek op school.
Peter leest een boek.
Wie? Peter
Wat doet hij? Leest een boek
Waar?  Op school Wanneer?..........

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Maak les 3; oefening 8,9,10,11 (Ahmad, Mohammed, Bana uitleg)
Maak les 9,10,11,12 oefening 27 t/m 36
Maak les 23,24 oefening 72,73,74,75
Maak les 25,26,27,28 (oefening 76 t/m 81)
Klare taal; zinnen maken! TT


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

les 4
Grammatica

Slide 21 - Slide

Samen Lezen
Groep A: Shahyan, Yamen, Artur, Lojain, Idil
Groep B: Halez, Herivan, Slar, Shaimae, Ali, Anton, Yehor




Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 22 - Slide

Wat gaan we leren?
-Herhaling:
*wat zijn werkwoorden
*enkelvoudig en meervoudige werkwoorden
-werkwoorden zijn en hebben (kunnen gebruiken)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Wat gaan we doen?
-bekijk de video (klas)
-inoefening online in schrift(klas)
-maak de oefeningen op papier
*maak de oefeningen online (extra)
-verder met eenvoudige grammatica (boek en schrift)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Je/Jij erachter (vraagzin) 0ef. 30
.....................jij? (kopen)
.....................jij? (werken)
......................jij? (schrijven)
......................jij? (gaan)
.....................jij? (vragen)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Slide