De handel in slaven (1637 - 1863)

De handel in slaven 1 (1637 - 1863)
In 1602 werd de VOC opgericht, de Verenigde Oost-Indische Compagnie.



                     Later in 1621 werd de 
                     West-Indische Compagnie opgericht.
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

De handel in slaven 1 (1637 - 1863)
In 1602 werd de VOC opgericht, de Verenigde Oost-Indische Compagnie.



                     Later in 1621 werd de 
                     West-Indische Compagnie opgericht.

Slide 1 - Slide

De Handel in slaven 2 (1637 - 1863)
De VOC en de WIC waren bedrijven.
Met de VOC begon de Gouden Eeuw, een periode waarin veel geld werd verdiend.
De VOC zorgde voor de handel met Azië.


Slide 2 - Slide

De Handel in slaven 3 (1637 - 1863)
De WIC vooral met de handel met Amerika.


Slide 3 - Slide

De Handel in slaven 4 (1637 - 1863)
Dankzij de VOC en de WIC werkten handelaren in Holland en Zeeland samen.
Met geld van de handelaren
werden schepen gebouwd. 2.06
De schepen voeren naar 
Afrika, Amerika en Azië. Google Earth


Slide 4 - Slide

De Handel in slaven 5 (1637 - 1863)
Daar ( in Azië) kochten de Hollandse handelaren onder andere 




Peper                    Koffie                      Thee           en             Suiker.

Slide 5 - Slide

De Handel in slaven 6 (1637 - 1863)
Producten die in Europa niet voorkwamen ( = dit was er niet) en die veel geld waard was.
De schepen kwamen terug
met deze producten.
De producten werden verkocht
met veel winst.
Zo verdienden de handelaren veel geld.

Slide 6 - Slide

De Handel in slaven 7 (1637 - 1863)
Door de handel in koffie kon veel geld worden verdiend.
Suiker, thee en peper leverde ook veel geld op.
De Hollandse handelaren handelden ook in mensen.
In Amerika en Suriname waren slaven nodig.
De slaven moesten daar 
werken op plantages. 

Slide 7 - Slide

De Handel in slaven 8 (1637 - 1863)
De slaven moesten daar
werken op plantages. 
Op de plantages werd rietsuiker, koffie
en andere gewassen (= producten uit
de natuur) verbouwd.


Slide 8 - Slide

De Handel in slaven 9 (1637 - 1863)
De handelaren kochten de slaven in
Afrika.
Ze brachten de slaven met schepen 
van de WIC naar Amerika.

Slide 9 - Slide

De Handel in slaven 10 (1637 - 1863)
De slaven waren geboeid. 
Ze waren hun vrijheid kwijt.
De slaven werden in het schip 
geladen.

Slide 10 - Slide

De Handel in slaven 11 (1637 - 1863)
Er konden 300 slaven of meer in een schip.

Slide 11 - Slide

De Handel in slaven 12 (1637 - 1863)
De reis over de zee naar Amerika was vreselijk.
De slaven zaten tijdens de reis opgesloten in het schip.
De lucht in het schip was vies en stonk.
Veel slaven werden ziek tijdens de reis naar Amerika.
En veel slaven gingen dood tijdens de reis. 2.05

Slide 12 - Slide

De Handel in slaven 13 (1637 - 1863)
In Suriname verkochten de handelaren de slaven.
Ze verkochten de slaven aan de bazen van de plantages. 1.42
De handelaren verdienden veel geld 
aan de handel in slaven. 

En de slaven werden gedwongen (= ze moesten) om op de plantages te werken. 

Slide 13 - Slide

De Handel in slaven 14 (1637 - 1863)
Slaven die probeerden te vluchten werden zwaar gestraft.

Slide 14 - Slide

De Handel in slaven 15 (1637 - 1863)
Vanaf 1800 waren steeds meer mensen tegen de handel in slaven.
In 1863 kwam er een wet en de handel in slaven werd verboden. 0.50

Slide 15 - Slide

De Handel in slaven 16 (1637 - 1863)
Nu wonen in Nederland veel mensen uit Suriname.
Sommigen van hen voetballen in het Nederlands elftal.
Het zijn de kinderen van de kinderen van de kinderen van de slaven uit Afrika.


Slide 16 - Slide

De Handel in slaven (1637 - 1863)

Slide 17 - Slide