Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

Les 1




1 / 46
next
Slide 1: Slide
mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

Les 1




Slide 1 - Slide

Planning
Introductie
Uitleg blok 2 les 1
zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij het Nederlandse landschap?

Slide 3 - Slide

Los zand
  • NL: lagen zand, grind en klei.
  • Ontstaan uit gesteente uit bergen: o.a Alpen, Ardennen, Eiffel. 
  • Vervoerd door rivieren naar ons land. (sedimentatie)

Slide 4 - Slide

IJstijden in NL
IJstijden hebben het landschap in NL veranderd.

-Landijs duwt aarde en gesteente naar hoge punten: Stuwwallen
-ontstaan van heuvels in NL

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Laatste IJstijd
  • 12.000 jaar geleden.
  • Helft van NL onder dik pak ijs en sneeuw.
  • Ontstaan in Scandinavië.
  • Noordzee droog gevallen.
  • Kou; weinig begroeiing.
  • Wind vrij spel: zand land inwaards blazen. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Een spons van veen
  • Na de ijstijden: warmer in NL.
  • Gevolg 1: ijs smelt en land wordt zichtbaar. 
  • Gevolg 2: zeespiegel steeg.
  • Gevolg 3: rivieren treden buiten oevers: overstromingen

= Ideale omstandigheden voor ontstaan moerassen/ veengebieden.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Veen
  • Ontstaan uit dode planten en dierenresten.
  • Houdt water vast, net als spons.
  • NL: 2 soorten venen: hoog en laagveen.
  • Laagveen is onder water, hoogveen ligt boven water
  • Friesland, Groningen, Drenthe: Veen

Slide 13 - Slide

Hoog en droog
1e mens in NL: woonachtig in Limburg op hogere zandgronden. 
Reden: bescherming tegen hoog water.
Rest van land onveilig; geen goede bescherming tegen zee en rivieren.

Slide 14 - Slide

Terpen of Wierden
  • Langs de kust in Groningen en Friesland bouwden boeren terpen.
  • Reden: beschermen tegen hoog water en overstromingen.
  • Gemaakt van: klei, mest, stenen en afval.
  • Nog steeds terpen te zien in Noord-Nederland.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Maken opdracht:
3 t/m 9
Verdiepingsopdrachten 10 en 11

Ben je klaar? Kijk de opdrachten die je gemaakt hebt na.
Probeer verder te werken, kennen en kunnen samenvatten

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen
Les 2

Slide 19 - Slide

Planning
  • Herhaling vorige les
  • Uitleg blok 2
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 20 - Slide

Welke soorten grond kom je in de Nederlandse boden tegen?
A
Alleen klei
B
Zand en grind
C
Zowel Klei, zand als grind
D
Turf en löss

Slide 21 - Quiz

Hoe komen we in het oosten van Nederland aan zandgrond?
A
Wind die zand van drooggelegde Noordzee het land in blies.
B
Door IJs uit Scandinavië die zand meenam.
C
Via de Rijn die zand meenam uit sedimentatie.
D
Door de stuwwallen die het zand omhoog duwde.

Slide 22 - Quiz

Hoe hebben de rivieren invloed op de vorming van Nederland?

Slide 23 - Open question

Hoe zijn de stuwwallen in Nederland ontstaan?

Slide 24 - Open question

Waar vind je in Nederland vooral veenlandschappen?
A
Drenthe, Friesland en Groningen
B
Limburg en Noord-Brabant
C
Gelderland
D
Noord- en Zuid Holland

Slide 25 - Quiz

Waaruit bestaat veen?

Slide 26 - Open question

Waarom trokken de eerste mensen in Nederland naar Limburg?
A
Omdat het daar warmer was
B
Laagland was te onveilig
C
Omdat daar meer eten te vinden was.
D
Rivieren treden buiten hun oevers

Slide 27 - Quiz

Wat zijn terpen of wierden?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Sloten graven in veen
  • Rond het jaar 1000: klimaat NL veranderd --> Warmer
  • Gevolg korte termijn: Landbouw geeft grotere opbrengsten
  • Gevolg langer termijn: bevolkingsgroei.
Oplossing: landbouwgronden en woongronden creëren uit veengebied. = Ontginning. (droogleggen van de gebieden)

Slide 33 - Slide

Landbouw in veengebieden
  • Boeren kregen stuk land in veengebied. Konden slootjes graven om het water af te voeren.
  • Veen droogde daardoor op. ontstaan van langgerekte akkers.

  • Ook windmolens werden ingezet om de veengebieden droog te leggen voor de landbouw

Slide 34 - Slide

Dammen en droogmakerijen
Rivieren en zee controleren door aanleg van dammen

Gebeurde rond de rivier de Amstel: Amsterdam.
Ook in de rivier de Rotte: Rotterdam. Enzovoort. 

Slide 35 - Slide

Droogmakerijen
16e en 17e eeuw ging men grote meren in Noord-Holland droog leggen voor landbouwgrond en voor huizen. 

-Aanleg ringdijken en kanalen. Met molens (en later met een gemaal) de meren leegpompen en water in ringvaart laten stromen. 
= Droogmakerij

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Polders

Polder: stuk land dat is drooggelegd en die meters onder zeeniveau ligt. 
Molens en gemalen houden de polder droog.

Slide 39 - Slide

Flevoland: grootste polder van NL

Slide 40 - Slide

NAP
Nederland strijdt al jaren tegen het water.  Meten is weten, dus houden we bij hoe hoog de waterstanden zijn t.o.v. de zeespiegel.

Amsterdam bepaalde nulpunt. Andere metingen werden hiervan afgeleid.  Pijlschaal kan je het aflezen.
NAP = Normaal Amsterdams Peil

Slide 41 - Slide

Aan de slag!
Pak je werk voor je!
12 t/m 17, 19
Samenvattingsopdrachten: 20 en 21

Ben je klaar? Opdrachten nakijken en Blok laten aftekenen
Kennen en kunnen samenvatten

Slide 42 - Slide

Waarom werden er in veengebieden sloten gegraven?
A
Om turf te steken
B
voor goederentransport per boot
C
Om drinkwater in op te slaan
D
Om water af te voeren en land droog te leggen

Slide 43 - Quiz

Leg het verband uit tussen de bevolkingsgroei na het jaar 1000 en het ontginnen van gebieden.

Slide 44 - Open question

Waarvoor werden windmolens voor gebruikt in het westen van Nederland?
A
Om water uit de polders te pompen.
B
Om zout water zoet te maken.
C
Om drinkwater mee op te pompen.
D
Om water naar droge gebieden te brengen.

Slide 45 - Quiz

Omschrijf hoe een droogmakerij werkt.

Slide 46 - Open question