Engels Vooraf Thema 3 - les 3

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Engels

Thema 3: hobby's en uitgaan

Hoe veel weet jij nog?
Test je kennis:
-Woorden vertalen
-Filmpje met vragen

-Samenwerkopdracht

Weet ik niet

1. I don't know
2. I don't like
3. No, thank you

Voetballen

1. Playing voetbal
2. Playing soccer
3. Playing football

Wat denk je van...

1. I don't know
2. Not anymore
3. Remember
4. How about

Wanneer

1. What
2. When
3. Who
4. Why

Hoe zeg je:
Ik vind winkelen niet leuk.

Hoe zeg je:
Ik vind voetbal leuk.

Vertaal:
Everybody

1. Overal
2. Ieder lichaam
3. Iedereen
4. Nergens

Vertaal:
That's right

1. Dat klopt
2. Dat klopt niet
3. Dat is niet waar
4. Dat is echt waar

Vertaal:
Late

1. liet
2. lief
3. let
4. laat

Money

Great

Go out

Everybody

Late

Uitgaan

Geld

Fantastisch

Laat

Iedereen

Vertaal:
I don't have money

Iets bestellen in het Engels?

00:13

Voor hoeveel personen bestelt de vader een tafel?

00:53

Wat vraagt de ober?

01:01

Wat is een:
Starter

1. Voorgerecht
2. Hoofdgerecht
3. Nagrecht

02:00

Wat geeft Paul aan zijn moeder?

1. Peper
2. Servet
3. Zout
4. Vork

02:16

Wat is:
Dessert

02:51

Wat wil de vader hebben van de ober?

03:21

Nemen de meisje het mee of eten ze het hier op?

1. Meenemen
2. Hier opeten

03:49

Wat wil het meisje niet op haar burger?

1. augurk
2. kaas
3. tomaat
4. uien

04:17

Wat is:
Spicy

1. Zoet
2. Zuur
3. Pittig

04:45

Hoe vaak eet de jongen fast food?

Maak tweetallen

1 iemand is de ober. 1 iemand is de gast die gaat bestellen.

Schrijf op je werkblad wat je zou kunnen vragen en antwoorden. Maak goede zinnen.

Klaar met invullen? Wacht even tot we verder gaan met de les.