3H herhalen 3.4

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3.4 Herhalen

Doelen 3.4

• opbouw atomen
• verschillende modellen
• isotopen  

Opbouw atoom

Protonen → 

Elektronen→ 

Neutronen → n

p​+​​

e​−​​

Atoomnummer + Massagetal

Atoomnummer= Aantal protonen & elektronen 

Massagetal = aantal protonen + neutronen

Een atoom heeft 10 protonen 11 neutronen en 10 elektronen. Wat is het atoomnummer en het massagetal?

1. nummer 10 massa 10
2. nummer 11 massa 31
3. nummer 11 massa 21
4. nummer 10 massa 21

Isotopen

Isotoop→ Dezelfde stof maar ander massagetal

C-12 of C-13

Welk deeltje heeft een isotoop meer of minder?

1. atoom
2. proton
3. neutron
4. elektron

Isotopen

Massagetal → herken je isotopen aan

C heeft altijd atoomnummer 6 (dus 6 protonen en 6 elektronen)

Massagetal kan wisselen hangt dus af van aantal neutronen

Ik heb een stof met 8 protonen 8 neutronen en 8 elektronen welke stof is het? Geef de gehele naam!

Geef aan hoeveel protonen elektronen en neutronen Radon (Rn) heeft

Rn heeft nummer 86 

Massa 220 

86 protonen

86 elektronen

220-86= 134 neutronen

Vragen?

Volgende week 2de les proefwerk H3 online

Via exam.net

Aan het werk

Had je dit al af? 49, 50, 51 + 53 t/m 55

maken: 56 t/m 63