Havo 4 Nectar 7.5

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Paragraaf 7.5

Deze periode (TW4)

Deze periode (TW4)

Leerdoelen 7.4

Wat is een ecosysteem?

1. Alle abiotische factoren samen
2. Alle relaties tussen organismen en hun milieu
3. Een groep dieren in een leefgebied
4. Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Wanneer spreken we van een dynamisch evenwicht?

1. Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
2. Als de populatiegrootte steeds verder toeneemt
3. Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
4. Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Bij een dynamisch evenwicht...

1. Neemt de populatiegrootte predatoren af, en blijft de populatiegrootte voor prooien gelijk
2. Neemt de populatiegrootte prooien af, en blijft de populatiegrootte van predatoren gelijk
3. Nemen populatiegroottes van predatoren en prooien beide toe en af over lange periode
4. Blijven de populatiegroottes van predatoren en prooien gelijk over een lange periode

Wat is een ecosysteem?

1. dat is een systeem dat het klimaat regelt
2. dat is zijn alle dieren in een gebied
3. dat zijn alle biotische en abiotische factoren in een gebied
4. dat zijn alle planten en dieren in een gebied

Leerdoelen 7.5

Autotroof of heterotroof

Habitat en ecosysteem

Habitat:

De leefomgeving van een organisme met de specifieke abiotische en biotische factoren.

Ecosysteem:

Een ecosysteem bevat verschillende habitats.

Autotroof organisme:

• producent
  
• bouwt zelf organische moleculen uit anorganische moleculen
• b.v. planten: slaan energie uit zonlicht op in organische stof (glucose) -> fotosynthese

Heterotroof organisme:

• consument
  
• energie afkomstig uit voedsel

Autotroof of heterotroof

Voedselweb vs voedselketen

Voedselweb

BiNaS 93E1

Wat is een autotroof organisme?

1. Een organisme dat afhankelijk is van andere organismen voor voedsel.
2. Een organisme dat zelf organische stoffen kan maken uit anorganische stoffen.
3. Een organisme dat geen voedsel nodig heeft.
4. Een organisme dat alleen dierlijk voedsel eet.

Cyanobacteriën zijn autotroof omdat ze

1. mitochondriën bezitten
2. glucose kunnen maken uit water en koolstofdioxide
3. energie binnenkrijgen door het eten van andere organismen
4. ziektes kunnen veroorzaken

Zijn reducenten autotroof of heterotroof?

1. autotroof
2. heterotroof

Consument 3

Consument 1

Consument 2

Heterotroof

Autotroof

Producent

Autotroof

Heterotroof 

Stel men haalt de brandnetel uit dit voedselweb. Welke dieren zullen dan uiteindelijk ook verdwijnen? 

1. de bladluis en de rups
2. de bladluis, de rups en de slak
3. de bladluis, de rups en de koolmees
4. de bladluis, de rups, de koolmees en de havik

Maak het voedselweb kloppend

In het voedselweb is aangegeven wie door wie opgegeten wordt.

Wie staat er aan het eind van dit voedselweb?

1. algen
2. kikker
3. vis
4. reiger

Wat is de slang NIET in dit voedselweb?

1. Consument 1e orde
2. Consument 2e orde
3. Consument 3e orde
4. Consument 4e orde

Leerdoelen 7.5

• Herhalen leerdoelen Hoofdstuk 7
• Maken 7.5: opdracht 52, 55, 57, 60 
• Maken Toepassen: opdracht 63-66

Aan het werk