Thema 4, basisstof 2, 3 en 4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Thema 4, basisstof 2, 3 en 4

5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!

De leerdoelen basisstof 2:

• Ik weet of bacteriën eencellig en/of meercellig zijn
• Ik weet hoe bacteriën zich voortplanten
• Ik weet hoe bacteriën zich voelen
• Ik kan twee toepassingen van Bacteriën benoemen
  

Bacteriën

• Bacteriën zijn altijd ééncellig
• En dus heel klein
  

Bacteriën

• Ze planten zich voort door deling
• Dit kan elk half uur gebeuren
• uit één bacterie kan dus makkelijk een kolonie maken
  

Wat ze doen

• Bacteriën voeden zich vaak door dode organismen (ook ons eten) en zijn dus reducenten
• Bacteriën kunnen worden gebruikt door mensen om eten te maken
  

Wat ze doen

• Sommige bacteriën kunnen ziekten veroorzaken
• Er ontstaat en bacteriële infectie
• Antibiotica wordt hier tegen gebruikt
  

De leerdoelen basisstof 3:

• Ik weet of schimmels eencellig en/of meercellig zijn
• Ik weet hoe schimmels zich voortplanten
• Ik weet een voorbeeld van een nuttige en een schadelijke schimmel
  

Schimmels

• Schimmels kunnen ééncellig of meercellig zijn
• Meercellige schimmels bestaan uit schimmeldraden -->
  

Voortplanting

• Schimmels planten zich voort door deling als ze ééncellig zijn
• Meercellige schimmels gebruiken sporen: Cellen waar nieuwe schimmels uit ontstaan
  

Schimmels

• Schimmels voeden zich met dood organisch materiaal
• Net als bacteriën dus reducenten
• Ze kunnen ook ziektes veroorzaken
  

De leerdoelen basisstof 4:

• Ik weet of planten eencellig en/of meercellig zijn
• Ik weet de 4 stammen van planten
• Ik kan vertellen uit welke twee klassen de zaadplanten bestaan en over elk van deze klassen uitleg geven
• 
  

Planten

• Planten worden ingedeeld op basis van hun organen
• De 4 stammen:
• Mossen
• Paardenstaarten
• Varens
• Zaadplanten
  

Indeling

• Mossen, paardenstaarten en varens planten zich voort door sporen: sporenplanten
• Zaadplanten gebruiken zaden om zich voort te planten
• Er zijn twee klassen:
  

Bedektzadigen

• Bij de klasse bedektzadigen zitten de zaden in vruchten
• De zaden zijn "bedekt" door vruchten
• Bijvoorbeeld appels, kersen en bessen
  

Naaktzadigen

• De klasse bedektzadigen hebben hun zaden tussen de schubben van kegels, bijvoorbeeld dennenappels
• De bladeren zijn vaak naaldvormig