Cursus 6- Formuleren- § 5

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les weet je zinnen zo kunt formuleren dat woorden die bij elkaar horen, bij elkaar staan


Slide 2 - Slide

Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Een tekst leest gemakkelijker als woorden of zinsdelen die bij elkaar horen, dicht bij elkaar staan. Hier vind je een paar tips:

- Zet geen lange bijvoeglijke bepaling tussen het lidwoord, aanwijzend voornaamwoord of bezittelijk voornaamwoord en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Slide 3 - Slide

Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Niet: Een veel op sociale media aanwezige en groot publiek hebbende persoon, noemen we ook wel een influencer.

Wel: Een persoon die veel op sociale media aanwezig is en een groot publiek heeft, noemen we ook wel een influencer.

Slide 4 - Slide

Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
- Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar. Gebruik in lange zinnen dus liever want en maar dan omdat en hoewel, want na want en maar staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.

Niet: Veel jongeren zouden graag influencer willen zijn, hoewel ze waarschijnlijk niet aan de nadelen van het gebrek aan privacy denken.


Wel: Veel jongeren zouden graag influencer willen zijn, maar ze denken waarschijnlijk niet aan de nadelen van het gebrek aan privacy.

Slide 5 - Slide

Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
- Zet de persoonsvorm zo dicht mogelijk bij de andere werkwoorden van het gezegde.

Niet: Influencers kunnen door de commentaren bij hun berichten onzeker worden.

Wel: Influencers kunnen onzeker worden door de commentaren bij hun berichten.
- Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.
Niet: Een influencer zal zijn bekendheid niet zomaar op kunnen geven.
Wel: Een influencer zal zijn bekendheid niet zomaar kunnen opgeven.




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 8 - Slide

Aan de slag

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Maken:
Cursus 6-§ 5- 
blz. 242
opdr. 1 t/m 4


Staat er: markeer, omcirkel of onderstreep in de opdracht, dan mag je het MET POTLOOD in je werkboek maken. 
De rest maak je in je schrift

Slide 11 - Slide

H2E-2022

Slide 12 - Slide

H2F

Slide 13 - Slide

Cursus 6- Formuleren- § 5

Slide 14 - Slide

Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden

Slide 15 - Slide

Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden

Slide 16 - Slide