Maatschappijkunde MAVO 3 | Migratie

Maatschappijleer > Migratie
Open je boek op bladzijde 92.


1 / 21
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Maatschappijleer > Migratie
Open je boek op bladzijde 92.


Slide 1 - Slide

Afspraken
1) Als iemand anders praat, ben jij stil.
2) Je gaat respectvol met elkaar om. 
3) Als jij je inzet, zet ik me in voor jou. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van vandaag
''Aan het einde van de les kan je redenen noemen waarom mensen naar Nederland toe komen.''

''Aan het einde van de les kan je vertellen waar migranten vandaan komen.''

''Aan het einde van de les kan je vertellen welke migranten wel en niet worden toegelaten tot Nederland.''

Slide 3 - Slide

Wat zijn migranten en vluchtelingen?





Emigratie: je vertrekt uit een land.
Immigratie: je komt een land binnen. 
Migranten
Vluchtelingen
Vaak een keuze
Soms een keuze 
Sociale motieven 
Politieke motieven
Economische motieven
Keren soms terug
Keren soms terug 

Slide 4 - Slide

Economische motieven
''Mensen migreren wegens werk of carrièremogelijkheden.''
Arbeidsmigratie, kennismigratie, werkeloosheid.

Slide 5 - Slide

Politieke motieven 
''Politieke motieven hebben vaak te maken met oorlog en geweld.''
Oorlog, religieuze onvrijheid, onveiligheid wegens geaardheid.

Slide 6 - Slide

Sociale motieven
''Mensen migreren wegens sociale redenen.''
Gezinsvorming, gezinshereniging, familie, liefde. 

Slide 7 - Slide

De weg van een asielzoeker...

Slide 8 - Slide

Samenvatting filmpje
IND
Immigratie- en naturalisatiedienst.
Asielzoeker naar vluchteling
Als de IND zegt dat je een verblijfsvergunning krijgt, wordt je pas een vluchteling.
Verblijfsvergunning 
Vergunning om (tijdelijk) in Nederland te blijven. 
Illegaal
Tegen de wet 

Slide 9 - Slide

Oefenen...
Op basis van een verhaal of foto kijken jullie of het gaat om een economisch motief, politiek motief, of sociaal motief waarom iemand naar Nederland toe is gekomen. Daarna komen er nog een aantal losse meerkeuzevragen.

Slide 10 - Slide

Welk motief past hier bij?
A
Sociaal motief
B
Economisch motief
C
Politiek motief

Slide 11 - Quiz

Welk motief past hier bij?
A
Sociaal motief
B
Economisch motief
C
Politiek motief

Slide 12 - Quiz

Je wordt verliefd op iemand in Duitsland en gaat verhuizen.
A
Sociaal motief
B
Economisch motief
C
Politiek motief

Slide 13 - Quiz

Je vertrekt naar België om minder belasting te betalen.
A
Sociaal motief
B
Economisch motief
C
Politiek motief

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je het wanneer je de rest van een familie/gezin naar Nederland laat komen?
A
Gezinshereniging
B
Gezinsvorming
C
Vluchtelingen
D
Immigratie

Slide 15 - Quiz

''Als ik een dagje ga shoppen in Duitsland, ben ik een Nederlandse immigrant in Duitsland.''
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Aan de slag!
Wat?
Maken opdrachten 1 t/m 8 & 10.
Waarom?
Je oefent voor de toets.
Hoe?
Eerste 10 minuten stil en vervolgens mag je rustig overleggen.
Hulp?
Eerste 5 minuten niet. Daarna mag je vragen stellen. 
Tijd?
15-20 minuten.
Uitkomst?
Je hebt geoefend voor de toets en hebt geen huiswerk.
Klaar?
Maak opdracht 11. 

Slide 17 - Slide

Nakijken van de opdrachten
Samen kijken we de opdrachten na.
Vul aan waar nodig.

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Wat?: Maken opdrachten 14, 15, 16, 18, 19, 21.
Hoe: Zelfstandig en stil.
Tijd: 15 minuten
Klaar? Begrippenlijst verder afmaken. 
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Lesdoelen controleren
''Aan het einde van de les kan je redenen noemen waarom mensen naar Nederland toe komen.''

''Aan het einde van de les kan je vertellen waar migranten vandaan komen.''

''Aan het einde van de les kan je vertellen welke migranten wel en niet worden toegelaten tot Nederland.''

Slide 20 - Slide

Fijne dag allemaal!

Slide 21 - Slide