11. Thema 2, week 1 Les 2 1e, 2e en 3e persoon

Doel
Ik weet wat 1e, 2e en 3e persoon enkelvoud en meervoud is en kan zinnen in een andere persoon omzetten.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doel
Ik weet wat 1e, 2e en 3e persoon enkelvoud en meervoud is en kan zinnen in een andere persoon omzetten.

Slide 1 - Slide

Hoe vind ik het onderwerp in een zin?

Slide 2 - Open question

Wat is het onderwerp?
De dame was haar handtasje kwijt.

Slide 3 - Open question

Wat is het onderwerp?
Je hebt een fantastisch plan bedacht.

Slide 4 - Open question

Wat is het onderwerp?
In de duinen staat een rode vuurtoren

Slide 5 - Open question

Sleep de woorden naar de juiste plek!
de rivieren
Maud en Britte
het bos
ik
mijn moeder
de klas
jullie
de kaas
de vazen

Slide 6 - Drag question

Let goed op!
Dit moet je onthouden!

Slide 7 - Slide

Zinnen in de 
1e persoon enkelvoud
  

  • Ik loop naar huis.
  • Ik val naar beneden.  
  • Ik bak een taart.

Zinnen in de
1e persoon meervoud


  • Wij lopen naar huis.
  • Wij vallen naar beneden.
  • Wij bakken een taart.

Slide 8 - Slide

Zinnen in de 
2e persoon enkelvoud
  

  • Je kijkt zo verdrietig.
  • Gaat u naar de supermarkt?
  • Jij moet nu stoppen.

Zinnen in de
2e persoon meervoud


  •  Jullie kijken zo verdrietig.
  •  Gaan jullie naar de supermarkt?
  • Jullie moeten nu stoppen.

    Slide 9 - Slide

    Zinnen in de 
    3e persoon enkelvoud
      

    De hond loopt gek.
    Het  cadeau ligt op tafel.
    Hij is erg lief.

    Zinnen in de
    3e persoon meervoud


    De honden lopen gek.
    De cadeaus liggen op tafel.
    Zij zijn erg lief.

      Slide 10 - Slide

      Je hebt een fantastisch plan bedacht.
      1e persoon
      2e persoon
      3e persoon
      enkelvoud
      meervoud

      Slide 11 - Drag question

      In de duinen staat en rode vuurtoren.
      1e persoon
      2e persoon
      3e persoon
      enkelvoud
      meervoud

      Slide 12 - Drag question

      Hebben zij de boeken al ingeleverd.
      1e persoon
      2e persoon
      3e persoon
      enkelvoud
      meervoud

      Slide 13 - Drag question

      1e
      2e
      3e
      enkelvoud
      meervoud

      Slide 14 - Drag question

      1e
      2e
      3e
      enkelvoud
      meervoud

      Slide 15 - Drag question

      1e
      2e
      3e
      enkelvoud
      meervoud

      Slide 16 - Drag question

      1e
      2e
      3e
      enkelvoud
      meervoud

      Slide 17 - Drag question

      Ik zal je iets vertellen
      A
      1e EV
      B
      2e EV
      C
      1e MV
      D
      3e EV

      Slide 18 - Quiz

      Zij kijkt glimlachend naar mij.
      A
      2e persoon EV
      B
      1e persoon MV
      C
      3e persoon EV
      D
      1e persoon EV

      Slide 19 - Quiz

      Je at toen zelfs bloembollen
      A
      1e persoon EV
      B
      2e persoon EV
      C
      3e persoon EV
      D
      4e persoon EV

      Slide 20 - Quiz

      Heeft u wel eens slakken gegeten?
      A
      3e persoon EV
      B
      1e persoon MV
      C
      2e persoon EV
      D
      2e persoon MV

      Slide 21 - Quiz

      Hebben jullie het bord gezien?
      A
      1e persoon MV
      B
      2e persoon MV
      C
      1e persoon EV
      D
      3e persoon MV

      Slide 22 - Quiz

      Wij kennen de verkeersregels.
      A
      2e persoon EV
      B
      1e persoon MV
      C
      3e persoon MV
      D
      1e persoon EV

      Slide 23 - Quiz

      Schrijf de hij-vorm (3e persoon) van het werkwoord op.


      Ik woon in een flat.
      A
      wonen
      B
      woont
      C
      woon
      D
      gewoond

      Slide 24 - Quiz

      Schrijf de ik-vorm (1e persoon) van het werkwoord op.

      Wat hoor ik daar?
      A
      hoor
      B
      hoort
      C
      horen
      D
      daar

      Slide 25 - Quiz

      TAAL


       Thema 2, week 1 Les 2

      1. Opgave 2
      2. Opgave 3
      3. Plussen




      Slide 26 - Slide

      Slide 27 - Link