1.3 Basis hygiene

Basis hygiëne
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Horeca, Bakkerij en RecreatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Basis hygiëne

Slide 1 - Slide

Terugkijken op de vorige les

Aan het einde van deze les weten jullie:

  • Op welke wijze een werkplan gemaakt kan worden.
  • Belangrijke punten in een werkplan.
  • Wat genoteerd moet worden in een werkplan.

Slide 2 - Slide

Wat verstaan wij onder hygiëne?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
Aan het einde van de les weten jullie:
  • Wat basishygiëne inhoud.
  • Het verschil vertellen tussen persoonlijke en bedrijfs hygiëne.
  • Wat bedrijfs hygiëne inhoud.
  • Uitleggen wat belangrijk is bij handen wassen.

Slide 4 - Slide

In deze les behandelen we:
  • Persoonlijke hygiëne
  • Bedrijfs hygiëne
  • Opslag temperatuur


Slide 5 - Slide

Persoonlijke hygiëne
Thuis:
  • Douchen.
  • Tanden poetsen.
  • Schone kleding.
  • Schone handen en nagels.

Slide 6 - Slide

Persoonlijke hygiëne
Op het werk:
  • Kort haar of in een staart ( soms ook een koksmuts of petje).
  • Schone bedrijfs kleding.
  • Schone handen en nagels ( Kort geknipt, geen nagellak ).
  • Geen sieraden of horloges.
  • Regelmatig handen wassen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Bedrijfs hygiëne
Onder bedrijfshygiëne verstaan we:
  • De ruimte> vloer, wanden, deuren, ramen, plafond,en apparatuur is schoon.
  • Werkbanken zijn schoon.
  • Ingrediënten en producten zijn op de juiste manier bewaard.
  • Op de vloer zijn geen ingrëdienten of materialen geplaatst.
  • Ingrëdienten worden op een veilige manier verwerkt.

Slide 9 - Slide

Bedrijfs hygiëne
Ingrediënten en producten zijn op de juiste manier bewaard:
  • In magazijn > Droog en afgesloten.
  • In koeling > 6 graden of kouder  ( algemeen voor  bederfelijke ingrediënten).
  • In koeling > 4 graden of kouder  ( kip en vis).
  • In vriezer > kouder dan min 18 graden.

Slide 10 - Slide

Opdracht: zoek op internet
1 Methode voor handen wassen
Schrijf de stappen die je moet doen op
2 Momenten voor handen wassen
Selecteer de momenten die betrekking hebben op de keuken en schrijf deze op

Deze onderwerpen kun je onder andere vinden op de site van het voedingscentrum


Slide 11 - Slide

Groepsopdracht
Ga in groepjes van drie zitten en:
  • Kijk naar de volgende film 
  • Schrijf zoveel mogelijk gevaren op die je hoort en ziet.
  • Schrijf zoveel mogelijk termen over bedrijfshygiëne op die je hoort en ziet

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

welk antwoord is fout:
Onder persoonlijke hygiëne verstaan we?
A
Haar in een staart.
B
Schone bedrijfskleding
C
Gelakte nagels
D
Douchen.

Slide 14 - Quiz

Wat mag je niet op de vloer plaatsen?
A
Kratten
B
Kartonnen dozen
C
Voedingsmiddelen
D
Apparatuur

Slide 15 - Quiz

Hoe koel moet een koelkast zijn
A
10 graden Celsius
B
-18 graden Celsius
C
4 graden Celsius
D
0 graden Celsius

Slide 16 - Quiz

Als we ingrediënten goed hygiënisch verwerken in de keuken dan maken we een:
A
Lekker product
B
Goedkoop product
C
Smakelijk product
D
Voedsel veilig product

Slide 17 - Quiz

Zijn zichtbare sieraden toegestaan in de keuken?
A
Alleen als het een trouwring is
B
Nooit
C
Soms
D
Altijd

Slide 18 - Quiz

Wanneer was je je handen twee keer?
A
Als je geniest hebt.
B
Als je naar het toilet ben geweest.
C
Als je gekookt hebt.
D
Na de pauze.

Slide 19 - Quiz

Wat hebben wij geleerd?

Slide 20 - Mind map

Huiswerkopdracht: Zoek uit waarom er verschillende kleuren 
snijplanken te koop zijn in verband met hygiene.

Slide 21 - Slide