examentraining 1 - Eiwitsynthese B1 - PLS1337

Eiwitsynthese

Groot idee van de Biologie

Organismen zijn aangepast om te functioneren in de omgeving waarin ze voorkomen.
Wat is het?
Wat moet het kunnen en hoe werkt dat?
Voeden?
Voortplanten?
Verdedigen?
Informatie verwerken?
Hoe aanpassen?
Welke relatie met de omgeving?


1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Eiwitsynthese

Groot idee van de Biologie

Organismen zijn aangepast om te functioneren in de omgeving waarin ze voorkomen.
Wat is het?
Wat moet het kunnen en hoe werkt dat?
Voeden?
Voortplanten?
Verdedigen?
Informatie verwerken?
Hoe aanpassen?
Welke relatie met de omgeving?


Slide 1 - Slide

Eiwitsynthese

DNA


DNA is opgebouwd uit nucleotiden


Nucleotide bestaat uit:
Desoxyribose
Fosfaatgroep
Nucleïnebase
Vier basen:
Adenine – thymine
Guanine - cytosine


Slide 2 - Slide

Eiwitsynthese

Genetische code


Codon of triplet: drie opeenvolgende basen
Triplet codeert voor één bepaald aminozuur
Volgorde bepaalt de structuur van eiwit

Matrijs: streng van DNA die wordt gekopieerd door mRNA

Coderende streng: streng van DNA tegenover matrijs


Slide 3 - Slide

Eiwitsynthese

RNA


Verschillen met DNA:
Heeft geen T maar U
Enkelstrengs
Kan uit de kern weg


Verschillende vormen van RNA:
Messenger RNA (mRNA)
Transfer RNA (tRNA)


Slide 4 - Slide

Eiwitsynthese

Transcriptie

Stappen:
- DNA strengen laten van elkaar los
- Afschrift van de template streng --> pre-mRNA
- mRNA wordt gevormd van 5’ naar 3’


Slide 5 - Slide

Eiwitsynthese

Splicing

Pre-mRNA bestaat uit:
Exonen: coderend
Intronen


Slide 6 - Slide

Translatie


Stappen:
Ribosoom begint bij het start codon (AUG)
tRNA is gebonden aan specifiek aminozuur
tRNA bindt aan bijbehorend codon op mRNA
Aminozuren worden verbonden met peptidebinding
Polypeptide wordt gevormd
Ribosoom stopt bij stopcodon: UAG, UAA of UGA


Slide 7 - Slide

Eiwitsynthese

Slide 8 - Slide

Eiwitsynthese

Eiwitten

Polypeptide vouwt op --> eiwit

Functies eiwitten binnen en buiten de cel:
Enzymen
Structuureiwitten
Transporteiwitten
Receptoreiwitten
Plasma-eiwitten
Antistoffen
Eiwitstructuren:
Primair, secundair, tertiair, quaternair


Slide 9 - Slide

Eiwitsynthese

Enzymen

Wat is het: een enzym is een eiwit dat een chemische reactie binnen of buiten een cel versnelt zonder zelf verbruikt te worden.
Hoe het werkt:
- Enzym bindt aan substraat (bv maltose/zetmeel)
- Vormt een enzym-substraatcomplex
- Enzym knipt substraat in stukjes
Snelheid afhankelijk van:
- Temperatuur
- Hoeveelheid enzym/substraat
- pH


Slide 10 - Slide

Hoe werken Enzymen?

Slide 11 - Slide

Eiwitsynthese

Mutaties

Soorten mutaties:
Eén of een paar nucleotiden
Deletie, insertie
Verandering
Delen van het chromosoom


Slide 12 - Slide