Taalverzorging H3 meervoud van zelfstandige naamwoorden deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Taalverzorging hoofdstuk 3

Het meervoud van zelfstandige naamwoorden
Herhalingsles

Wat ken/kun je aan het eind van deze les?

- Je (her)kent de regels van de verschillende meervoudsvormen beter dan gisteren

- Je kunt zelfstandige naamwoorden op de juiste manier in het meervoud zetten 

Terugblik: wat weet je nog?
Leg uit wanneer je in het meervoud een vaste -s mag schrijven.

Geef een voorbeeld van een znw dat in het meervoud een vaste -s krijgt. Schrijf het enkelvoud en het meervoud van dit znw op.

Leg uit wanneer je in het meervoud een -'s schrijft.

Welk znw is goed gespeld?

1. niveau's
2. A4'tje
3. abonnee's
4. skies

Het meervoud van kopie is kopieën. Leg uit waarom.

Het meervoud van bacterie is bacteriën. Leg uit waarom.

Noem een znw met twee meervoudsvormen.

Denk je dat je de regels van de meervoudsvormen voldoende begrijpt?

1. Ja
2. Nee

 Maken bladzijde 116 opdracht 1, 2, 3, 4 en 6

 Maken bladzijde 116 opdracht 1, 2, 3, 4 en 6