Paragraaf 4.3 Kan het sneller en beter?

Week 6 (vanaf 6 februari)
Pincode Hoofdstuk 4. Goed gemaakt?
  1. Hoe maak je dat?
  2. Wat levert het op?
  3. Kan het sneller en beter?
  4. En het milieu?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 6 (vanaf 6 februari)
Pincode Hoofdstuk 4. Goed gemaakt?
  1. Hoe maak je dat?
  2. Wat levert het op?
  3. Kan het sneller en beter?
  4. En het milieu?

Slide 1 - Slide

Opgave 31 (opbrengst en winst)
Sophie heeft een bloemenzaak. Ze verkoopt deze maand 1.200 boeketten. Haar kosten zijn deze maand € 18.240. Aan winst blijft er € 5.760 over.

a. Bereken de opbrengst van de verkoop.
  • winst = opbrengst - kosten 
  • dus opbrengst = winst + kosten
  • dus opbrengst = € 5.760 + € 18.240 = € 24.000 
b. Bereken hoeveel de verkoopopbrengst is van één boeket.
  • € 24.000 ÷ 1.200 = € 20 opbrengst per boeket
c. Bereken hoeveel winst Sophie heeft per boeket.
  • € 5.760 ÷ 1.200 = € 4,80 winst per boeket


Slide 2 - Slide

Leerdoelen H4. Goed gemaakt?
Kleuren:
rood ik weet nog weinig tot niets van dit leerdoel
oranje ik beheers dit leerdoel nog onvoldoende, maar weet er al wel iets van
groen ik beheers dit leerdoel voldoende
blauw ik beheers dit leerdoel goed zodat ik het een ander kan uitleggen

Slide 3 - Slide

Hoe worden de garnalen uit de Noordzee gepeld?
met de hand in Nederland
met de hand in Marokko
met een pelmachine

Slide 4 - Poll

Technologische ontwikkelingen
Door onderzoek en experimenten beschikken we over nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen. Dit noem je technologische ontwikkelingen.

Je ziet de gevolgen hiervan in het leven
van alledag terug. Telefoons die steeds
meer kunnen, zelfrijdende auto’s,
e-bikes, betalen met je telefoon
en ga zo maar door.

Slide 5 - Slide

Mechanisatie & automatisering
Technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om gemakkelijker te produceren. Daarbij onderscheiden we:
  • mechanisatie : machines nemen het zware werk van mensen over.
  • automatisering : computers en computerprogramma’s sturen de productie aan

Slide 6 - Slide

Arbeidsproductiviteit
Mechanisatie en automatisering helpen mee om de arbeidsproductiviteit te vergroten. Dat betekent dat de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd groter wordt.

          garnalen pellen met de hand





                                                                                                           garnalen pellen met de garnalen pel machine






Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Afschrijving
In een bedrijf slijten machines en andere kapitaalgoederen geleidelijk. Door het gebruik worden ze ieder jaar minder waard. Deze jaarlijkse waardevermindering noem je afschrijving.




Voorbeeld
Noa koopt voor € 35.100 een nieuwe bedrijfsauto. De auto gaat 9 jaar mee. Hoeveel is de afschrijving per jaar?
  • afschrijving per jaar = aanschafprijs ÷ aantal gebruiksjaren 
  • afschrijving per jaar = € 35.100 ÷ 9 = € 3.900






Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Het gebruik van de garnalen pel machine bij Heiploeg in Zoutkamp is een vorm van ...
A
mechanisatie
B
automatisering
C
mechanisatie en automatisering
D
geen van beiden

Slide 11 - Quiz

Wat is het gevolg van mechanisatie en automatisering?
A
met evenveel mensen minder produceren
B
met evenveel mensen meer produceren
C
met minder werknemers evenveel produceren
D
met meer werknemers evenveel produceren

Slide 12 - Quiz

Wat is arbeidsproductiviteit?
A
de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken
B
de hoeveelheid producten die een machine kan maken
C
de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd
D
de hoeveelheid producten die een machine kan maken in een bepaalde tijd

Slide 13 - Quiz

Het bedrijf Heiploeg in Zoutkamp koopt een garnalen pel machine voor € 48.000 en deze gaat 8 jaar mee.

Hoeveel is dan de afschrijving per jaar?
A
€ 4.800
B
€ 6.000
C
€ 8.000
D
€ 48.000

Slide 14 - Quiz

Leerdoelen H4 Goed gemaakt?
Kleuren:
rood ik weet nog weinig tot niets van dit leerdoel
oranje ik beheers dit leerdoel nog onvoldoende, maar weet er al wel iets van
groen ik beheers dit leerdoel voldoende
blauw ik beheers dit leerdoel goed zodat ik het een ander kan uitleggen

Slide 15 - Slide

Maakwerk voor de volgende keer


Paragraaf 4.3 Kan het sneller en beter?
opgaven 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48 en 49
(vanaf pagina 106) maken in je schrift

Slide 16 - Slide