4.3.Kan het sneller en beter? (deel 1)

4.3 Kan het sneller en beter?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.3 Kan het sneller en beter?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Terugblik op 4.2.
  2. Uitleg en instructie 4.3. 
  3. Maakwerk voor vandaag
  4.  Aan de slag!                                                         

Slide 2 - Slide

Weet je nog?
  • Winst = Opbrengst - Kosten
  • Wat zijn concurrenten?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze les:  
  1. kan je uitleggen wat technologische ontwikkelingen zijn.
  2. ken je het verschil tussen mechanisatie en automatisering 
  3. kan je uitleggen wat arbeidsproductiviteit is

Slide 4 - Slide

Technologische ontwikkelingen
  • nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Mechanisatie
Aanleg Birma Railroad (1942)
Aanleg Betuwelijn (2005)

machines nemen het zware werk van mensen over

Slide 8 - Slide

Automatisering

Typemachine
Laptop
computer(programma's) sturen de productie aan

Slide 9 - Slide

Arbeidsproductiviteit (apt)
De gemiddelde productie per werknemer in een bepaalde tijd. 
Hoe hoger deze apt is, hoe lager de kostprijs van het product. 

 

Slide 10 - Slide

Voorbeeld 
Een schoenmaker kan 20 paar schoenen maken op een dag. Hij koopt een nieuwe machine, waardoor hij nu 35 paar schoenen kan maken op een dag. Zijn apt is dus met 15 paar schoenen per dag gestegen.

Slide 11 - Slide

Afschrijving
Machines slijten, er komen moderne machines , waardoor de machine die jij hebt minder waard  wordt. 
Deze waardevermindering van een kapitaalgoed (bijvoorbeeld de machine van de schoenmaker)., noem je afschrijvingen. 

Ieder jaar schrijf je een gedeeltevan de waarde af. 

Slide 12 - Slide

Afschrijving berekenen
Afschrijving per jaar = (aanschafprijs - restwaarde) ÷ aantal gebruiksjaren
Voorbeeld: 
  • Noa koopt voor € 35.100 een nieuwe bedrijfsauto. 
  • De auto gaat vijf jaar mee. 
  • Daarna verkoopt hij de auto voor € 5.100
  • Per jaar is de afschrijving
    (€ 35.100-€ 5.100) ÷ 5 = € 6.000 

Slide 13 - Slide

Huiswerk
maken opdrachten die horen bij 4.3 

Slide 14 - Slide