Kennismaken

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Kennismaken

Wat vraag je?

1. Hoe heet jij?
2. Wat is je naam?
3. Wie ben jij?
4. Wie ben je naam?

Wie ben jij?
Hoe heet jij?
Wat is je naam?

Wat vraag je?

1. Waar komt u vandaan? Waar kom jij vandaan?
2. Welk is je land?
3. Waar kom jij vandaag?
4. Uit welk land komt u? Uit welk land kom jij?

Uit welk land kom jij?

Wat vraag je?

1. Waar leeft u?
2. Hoe oud ben jij? Hoe oud bent u?
3. Wat is jouw leeftijd? Wat is uw leeftijd?
4. Hoe ben jij?

Hoe oud ben jij?

Wat vraag je?

1. Hoe lang ben jij in België?
2. Hoe ben jij in België?
3. Waar ben jij in België?
4. Welke plaats jij in België woont?

Hoelang ben jij in België?

Wat vraag je?

1. Wat is je huis?
2. Waar is je huis?
3. Wat woon jij?
4. Waar woon jij?

Waar woon jij?

Wat vraag je?

1. Wanneer ben jij jarig?
2. Wanneer ben jij verjaardag?
3. Wat is je geboren?
4. Wat is je jarig?

Wanneer ben jij jarig?

Welke taal spreek jij?

1. Niet zo goed en met jou?
2. Ik spreek Nederlands, Arabisch en Frans?
3. Spreek ik Nederlands en Frans.
4. Ik spreken Engels en Nederlands?

Welke taal spreek jij?

Kies de juiste zin?

1. Ik kom in Aalst.
2. Ik woon in Aalst.
3. Ik spreek in Aalst.
4. Ik ben in Aalst.

Kies de juiste zin?

1. Ik kom uit Bulgarije.
2. Ik woon uit Bulgarije.
3. Ik spreek uit Bulgarije.
4. Ik ben uit Bulgarije.

Kies de juiste zin?

1. Ik kom Ivan.
2. Ik woon Ivan.
3. Ik spreek Ivan.
4. Ik ben Ivan.

Kies de juiste zin?

1. Ik kom uit Portugees.
2. Ik woon Portugees.
3. Ik spreek Portugees.
4. Ik ben uit Portugees.

Kies de juiste zin?

1. Ik kom in Antwerpen.
2. Ik woon in Antwerpen.
3. Ik spreek Antwerpen.
4. Ik ben Antwerpen.

Schrijf 5 zinnen over jezelf.
BV.
1. Ik ben mevrouw
Jasmin.
2. Ik ben 32 jaar.
3. .....
4.....
5....