2AH - 13/12 - werkwoorden op -er - c.2

Aujourd'hui
  • Nakijken huiswerk
  • Werkwoorden op -er
Jeudi 9 décembre
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
  • Nakijken huiswerk
  • Werkwoorden op -er
Jeudi 9 décembre

Slide 1 - Slide

Exercice 1 - corriger
Je gaat je huiswerk nakijken. Dit doe je aan de hand van de antwoorden op de volgende dia's. Stel vragen wanneer je fouten hebt gemaakt die je niet begrijpt.

Slide 2 - Slide

Exercice 24a
1 Huizen van sterren/idolen in Frankrijk.
2 Max Verstappen, Rihanna, Mbappé
3 immenses villas, châteaux, luxe, piscine, courts de tennis, hélicoptère

Exercice 25a
1 la piscine               4 le château
2 l’étage                    5 la mer        7 la vue
3 la montagne        6 discuter




Exercice 25b
1. se trouve      5. quelques
2. passe            6. centre
3. après             7. invite
4. voyagent     8. écran

Exercice 26a
Réponse type:
1 Je m’appelle Max Verstappen.
2 J’habite à Monaco.
3 Non, j’habite dans un appartement.

Slide 3 - Slide

Exercice 24b
                                                            Max Verstappen Rihanna Mbappé
1 Woont in een appartement.                x                                             x
2 Gebruikt dit huis als vakantiewoning.                       x
3 Heeft een mooi uitzicht                       x                          x                 x
4 Woont in het centrum.                          x                                              x
5 Is graag met vrienden in de keuken.                          x

Slide 4 - Slide

bron D - chapitre 2
WERKWOORDEN OP -ER

Slide 5 - Slide

REGELmatige werkwoorden
'regelmatig' omdat...
  • je alle werkwoorden die eindigen op -er op dezelfde manier vormt.
  • er vaste regels zijn om de werkwoorden te vormen.
  • je aan elke vorm kunt zien bij welk werkwoord het hoort. 

Slide 6 - Slide

Ken je al een paar werkwoorden op -er?
werkwoorden op -er

Slide 7 - Mind map

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoe vervoeg je een 
werkwoord op -er?!
Je volgt 2 stappen.

Stap 1: je neemt de stam van het werkwoord 

Stap 2: je zet er een uitgang achter. 

Slide 10 - Slide

Stap 1: De stam
De stam van het werkwoord maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl
danser --> dans

Slide 11 - Slide

je (ik)
+ e
tu (jij)
+ es
il (hij)
+ e
elle (zij)
+ e
on (men/we)
+ e
nous (wij)
+ ons
vous (jullie/u)
+ ez
ils (zij, mnl)
+ ent
elles (zij, vrl)
+ ent
Stap 2:
Uitgangen

Zet de juiste uitgang achter de stam.

Slide 12 - Slide

Laten we oefenen!

Slide 13 - Slide

Wat is de stam van parler?

Slide 14 - Open question

Wat is de stam van marcher?

Slide 15 - Open question

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT

Slide 16 - Drag question

Zet in de goede vorm:
tu (regarder) ____________
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent

Slide 17 - Quiz

Zet in de goede vorm:
vous (arriver) ____________
A
arrive
B
arrives
C
arrivons
D
arrivez

Slide 18 - Quiz

Zet in de goede vorm:
ils (gagner) ____________
A
gagnes
B
gagnons
C
gagnent
D
gagnez

Slide 19 - Quiz

Zet in de goede vorm:
nous (trouver) ____________
A
trouvez
B
trouvons
C
trouves
D
trouvent

Slide 20 - Quiz

Zet in de juiste vorm:
(trouver) Tu

Slide 21 - Open question

Zet in de juiste vorm:
(aimer) Paula

Slide 22 - Open question

Zet in de juiste vorm:
(essayer) Nous

Slide 23 - Open question

Zet in de juiste vorm:
(regarder) Elles

Slide 24 - Open question

Zet in de juiste vorm:
(manger) Vous

Slide 25 - Open question

Zet in de juiste vorm:
(acheter) J'

Slide 26 - Open question

Zet in de juiste vorm:
(adorer) Paula et Marie

Slide 27 - Open question

Ik ken de regel om regelmatige werkwoorden op -er te vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Les devoirs
Apprendre (leren): 
de regel van werkwoorden
 op -er + uitgangen

Faire (maken): 
ex. 30bcd + 31abcd + 32 (p.84)


Slide 29 - Slide

Bien fait 
et
Au revoir!

Slide 30 - Slide