Examentraining 3 VMBO

Brutoloon en nettoloon
Brutoloon - (loonbelasting+sociale premies) = nettoloon
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Brutoloon en nettoloon
Brutoloon - (loonbelasting+sociale premies) = nettoloon

Slide 1 - Slide

Ondernemingsvormen:
  • eenmanszaak (één eigenaar, wel risico)
  • V.O.F. (meerdere eigenaren, wel risico)

  • B.V. (één of meerdere eigenaren, geen risico)
  • N.V. (meerdere eigenaren, geen risico)

Slide 2 - Slide

Productiesectoren
  • primaire sector: landbouw, visserij, grondstoffen
  • secundaire sector: industrie, bouw, ambachten
  • tertiaire sector: commerciële dienstverlening (winkels, banken, kappers)
  • quartaire sector: niet-commerciële bedrijven

Slide 3 - Slide

Vraag of aanbod van arbeid?
  • Vraag komt van bedrijven, overheid en organisaties
  • Aanbod komt van mensen 

Slide 4 - Slide

Aantallen werklozen:
  • Beroepsbevolking: iedereen tussen 15 jaar en pensioenleeftijd die werkt, of als werkloze op zoek is naar werk.
  • Arbeidsparticipatie: percentage van bevolking dat tot beroepsbevolking hoort.
  • In een land 10 miljoen inwoners, daarvan 6 miljoen beroepsbevolking. Hoe hoog is de arbeidsparticipatie?

Slide 5 - Slide

Werkloos:
  • Officieel werkloos als:
  • 15 jaar tot pensioenleeftijd
  • geen werk
  • actief op zoek naar werk
  • Taken van het UWV:
  • helpt werklozen bij zoeken naar baan
  • registreren van werklozen

Slide 6 - Slide

Soorten werkloosheid:
  • Conjunctureel: economisch slecht -> vraag naar goederen daalt -> minder werk
  • Structureel: verandering van de productie (robots, verhuizing naar ander land)
  • Frictiewerkloosheid: tijdelijk geen baan (kortdurend)
  • Seizoenswerkloosheid: skileraar, ijsverkoper

Slide 7 - Slide

Ilya studeert af en gaat op zoek naar een baan. Ilya is een voorbeeld van.....
A
vraag naar arbeid
B
aanbod van arbeid

Slide 8 - Quiz

Het salaris dat je aan het eind van de maand op je bank gestort krijgt is je .....
A
nettoloon
B
brutoloon

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide





Volgens Wanda groeit de arbeidsparticipatie van jongeren door deze nieuwe berekening. Wat is daarvan de oorzaak?
A
Vooral jongeren hebben banen van meer dan 12 uren per week.
B
Vooral jongeren hebben banen van minder dan 12 uren per week.
C
Vooral ouderen hebben banen van meer dan 12 uren per week.
D
Vooral ouderen hebben banen van minder dan 12 uren per week.

Slide 11 - Quiz

Volgens de oude berekening is het werkloosheidspercentage 7,8%.
Wat is het werkeloosheidspercentage volgens de nieuwe berekening?
A
8,1%
B
ook 7,8%
C
0,075%
D
7,5%

Slide 12 - Quiz

'Ook al wordt de werkloosheid nu anders berekend, toch geven deze cijfers nog geen volledig beeld van het aantal werklozen.'
Waarom niet?
A
De frictiewerkloosheid wordt niet meegerekend.
B
De frictiewerkloosheid wordt wel meegerekend.
C
De verborgen werkloosheid wordt niet meegerekend.
D
De verborgen werkloosheid wordt wel meegerekend.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

'Ik begon toen ik 24 jaar was als zelfstandig ondernemer een eigen bedrijf. Daarom heb ik gekozen voor de ondernemingsvorm .....'

(kies juiste antwoord)
A
eenmanszaak
B
vennootschap onder firma

Slide 15 - Quiz

Door die keuze ben ik ..... aansprakelijk voor zakelijke schulden met mijn privévermogen.

(kies juiste antwoord)
A
niet meer
B
nog wel

Slide 16 - Quiz

Over het UWV:

Tot de taken van het UWV hoort .....
A
hulp bij het zoeken naar werk
B
arbeidsparticipatie

Slide 17 - Quiz

Het UWV registreert .....
A
studenten
B
werklozen
C
werknemers

Slide 18 - Quiz

Hoe heet de werkloosheid die ontstaat doordat mensen minder besteden?
A
conjuncturele werkloosheid
B
frictiewerkloosheid
C
geregistreerde werkloosheid
D
structurele werkloosheid

Slide 19 - Quiz

Hoe heet de werkloosheid die ontstaat als bedrijven robots gaan inzetten ipv personeel?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
frictiewerkloosheid
D
robotica

Slide 20 - Quiz

Een visrestaurant is een voorbeeld van de.....
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 21 - Quiz

Veel succes met de toets!

Slide 22 - Slide