Les 5 - Ethos, Pathos & Logos Kairos

Overtuigen met retorica
timer
10:00
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Overtuigen met retorica
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Kan je de drie gronden van een argument benoemen.
- Kan je gegeven argumenten plaatsen in de drie categorieën: autoriteit (ethos), emotie (pathos) & logica (logos).  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Retorica: de kunst van het overtuigen
Aristoteles: een van de eersten die systematisch dacht over denken en spreken.

Omdat gelijk hebben iets anders is dan gelijk krijgen.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vier middelen van overtuiging:
1) Ethos: de geloofwaardigheid van de spreker. Betrouwbaarheid, eerlijkheid. Moreel gezag. 





Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vier middelen van overtuiging:
1) Ethos: de geloofwaardigheid van de spreker. Betrouwbaarheid, eerlijkheid. Moreel gezag.

2) Pathos: inspelen op emoties van je publiek. 





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vier middelen van overtuiging:
1) Ethos: de geloofwaardigheid van de spreker. Betrouwbaarheid, eerlijkheid. Moreel gezag.

2) Pathos; inspelen op emoties van je publiek. 

3) Logos: inhoudelijke, logisch opgebouwde argumenten.




Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vier middelen van overtuiging:
1) Ethos: de geloofwaardigheid van de spreker. Betrouwbaarheid, eerlijkheid. Moreel gezag.

2) Pathos; inspelen op emoties van je publiek. 

3) Logos: inhoudelijke, logisch opgebouwde argumenten.

4) Kairos: de timing, het juiste moment. 



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

In de praktijk
1) Ethos (de geloofwaardigheid van de spreker):
    Status, deskundigheid of titels van de spreker, beroepen op ervaring of morele waarden, uiterlijk, kleding, taal.
2) Pathos (inspelen op emoties van je publiek):
    Dreigen of beloven, gezichtsuitdrukkingen, beroep op inlevingsvermogen of verbeelding. 
3) Logos (logica en argumenten):
    Feiten, statistieken of onderzoeken aandragen, beroep doen op verstand.
4) Kairos (timing):
    Aangeven waarom nu, juiste moment kiezen.




Slide 8 - Slide

oefenen met de stelling:
Mensen moeten geen vlees eten.
Autoriteit / Ethos
Persoon: Ik ben docent Nederlands, dus ik mag hopen dat ik weet hoe het kofschip werkt. 

Bron: Uit onderzoek bleek dat roken ongezond is. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Emotie / Pathos: Goed of slecht? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Logica/Logos: "Als je meer dan 90 procent van de woorden uit een tekst kunt, kun je de tekst beter begrijpen'

Slide 11 - Slide

Het hoeft dus niet te kloppen. 
Kairos
Voorbeeld: Na een speech van Nelson Mandela. Het is een krachtige foto; hij haalt zijn vuist op wat typerend is voor hem. Op de achtergrond is te zien dat hij het hele publiek met zich mee krijgt, wat het nog krachtiger maakt. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Even oefenen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Alleen mannen kunnen baarden hebben. Roger heeft een baard, dus hij is een man.
A
ethos
B
pathos
C
Logos
D
kairos

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Overgewicht onder kinderen komt steeds vaker voor. Als we er niets aan doen, wordt het alleen maar erger.
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Kairos

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De meerderheid van het kabinet is het met mij eens dat...
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Kairos

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb 10 mensen geïnterviewd en ze waren allemaal rechtshandig, dus alle mensen zullen wel rechtshandig zijn.
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Kairos

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Meneer, kunt u ons wat eerder naar huis laten gaan? Want we hebben een hele lange dag gehad en we zijn echt moe.
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Kairos

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Beyonce die Pepsi drinkt
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Kairos

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wij van WC-eend, adviseren WC-eend.
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Kairos

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Prins William met zijn middelvinger?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Kairos

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

1

Slide 26 - Video

This item has no instructions

00:59
Waar leunt deze reclame het meeste op?
A
Autoriteit
B
Emotie
C
Logica

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Zoek zelf een voorbeeld van Logos/ethos/pathos/kairos

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag 
Nakijken les 21, beide opdrachten 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 30 - Video

This item has no instructions

01:00
Waar leunt dit filmpje het meeste op?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Kairos

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Retorica van Aristoteles
Argumenteren zelf is een talige bezigheid, maar om te overtuigen is vaak meer nodig dan alleen een goed argument. Binnen de argumentatieleer richt de retorische leer zich op de kunst van de welsprekendheid of het overtuigen. Aristoteles verstaat onder ‘retorica’ de “vaardigheid om geschikte overtuigingsmiddelen te vinden om in een redevoering te gebruiken”.

Vier overtuigingsmiddelen
- ethos
- pathos 
- logos
(- kairos)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

De bouwstenen van elk argument

Autoriteit /Ethos         Omdat iets of iemand het zegt.
Emotie / Pathos            Wat zou het zielig zijn als:
Logica  / Logos              Als dit, dan dat. 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

1

Slide 35 - Video

This item has no instructions

03:06
Waar leunde deze trailer het meeste op?
Ethos
Pathos
Logos

Slide 36 - Poll

This item has no instructions