1h ch1 lidwoord Bron D 270921

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lundi, 27 septembre 2021

• Chromebook
• Cahier
• Stylo

• Rangez le portable
• Les sacs par terre
• ET SILENCE !

Programme

1. herhaling lidwoord Bron D

2. bespreken oefeningen 16, 17, 18

3. herhalen phrases clés en vocabulaire

4. francofolies / woordzoeker nombres / slim stampen

5. leren formatieve toets do 30/9

CHAPITRE 1

Na deze les kennen jullie de franse bepaalde lidwoorden en kunnen jullie deze op de goede manier in zinnen gebruiken.

Question

1. Wat is ook alweer een lidwoord?
2. Wat is een bepaald lidwoord?
3. Dus in het Nederlands heb je ....

Wat is de regel?

• ei ?
• wei ?
• koe ?
• paard ?

En Français...

Enkelvoud:   le                Meervoud:   les

                          la

                          l'

REGELS ?

Geen echte regels

Behalve als het heel duidelijk is!

Je moet ze dus leren...

Zelfstandig naamwoord

+ le    -> mnl

+ la    -> vrl

+ les ->  mv

+ l'     ->  klinkers & 'stomme h'

OPDRACHT

Schrijf de 5 woorden over

Vul het juiste lidwoord in

Max. 3 minuten

Als je klaar bent vergelijk je met  diegene naast je...

C'est parti !

1. .......... ville        (de stad - vrl)
2. .......... livre       (het boek - mnl)
3. .......... garçon (de jongen - mnl)
4. .......... avion    (het vliegtuig -  mnl)
5. .......... filles     (de meisjes - vrl/mv)

Vul het lidwoord in:
... pays (m)

1. le
2. la
3. les
4. l'

Vul het juiste lidwoord in:
... cour (v)

1. le
2. la
3. les
4. l'

Vul het juiste lidwoord in:
... père (m)

1. le
2. la
3. les
4. l'

Vul het juiste lidwoord in:
... enfants (m/mv)

1. le
2. la
3. les
4. l'

Vul het juiste lidwoord in:
... mère

1. le
2. la
3. les
4. l'

Vul het juiste lidwoord in:
... âge (m)

1. le
2. la
3. les
4. l'

Notez! - Let op!

Voor een 'onbepaald' lidwoord gebruik je voor 

mnl - un

vrl - une

mv - des

Maak een schema in je aantekeningen schrift!

Schema Lidwoorden

lidwoord	mnl	vwl	mv
bepaald	le/l'	la/l'	les
onbepaald	un	une	des

Dus ...

Vragen?

Hoe ziet de toets er uit?

ex.1 Woorden F-N: Mon copain Michel a un chien ..............

ex. 2 Woorden N-F: Mon (vriend) .......... est Michel.

ex.3 Lidwoorden vervangen: C'est une fille. C'est .......... fille du camping

ex. 4 Meervoud:

 l'hôtel = ............. 

la fille ...............

ex. 5 Phrases clés, antwoord geven in het Frans:

- Bonjour, ça va? ..........................

- Tu habites où? .......................

- C'est quoi? 

.....................

Devoirs jeudi 30 septembre

Leren voor formatieve toets:

1. vocabulaire A en B (Fr-Ned + Ned-Fr)

2. B phrases clés

3. D het lidwoord