W20 FA 1VH1 les online

Bienvenue 1VH1

Semaine 20
Du 17 au 21 mai
Chapitre 5
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Bienvenue 1VH1

Semaine 20
Du 17 au 21 mai
Chapitre 5

Slide 1 - Slide

Les devoirs
Af: lundi 17 mai
Faire: (dit staat ook in de planning in de ELO van Grandes Lignes)
Chapitre 5: ex 23 à 26
Apprendre
Vocabulaire A à F (p. 40, 41)

à = tot en met
Het huiswerk maak je in het online werkboek en is af voor de eerste les van volgende week. Het wordt gecontroleerd.

Slide 2 - Slide

La semaine dernière
  • Nous avons répété le passé composé.
  • Nous avons parlé en français avec des phrases clés.
  • Nous avons commencé avec l'adjectif qualificatif.

Slide 3 - Slide

Cette semaine
  • Nous continuons avec l'adjectif qualificatif.
  • Nous finirons chapitre 5

Slide 4 - Slide

Cette semaine
À la fin de cette semaine......
vous pouvez (kunnen jullie):
  • iemand omschrijven.
vous savez (weten en kennen jullie):
  • de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
  • hoe je een woord in een woordenboek/de Lexique opzoekt.

Slide 5 - Slide

Réviser
Het bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord.
Je leert de bijv. naamwoorden altijd in de mannelijk vorm enkelv.

Wanneer een zelfstandig naamw. ...., dan krijgt het bijv. naamw. ...:

enkv
meerv
mnl
-
+s
vrl
+e
+es

Slide 6 - Slide

Réviser
Voorbeeld:
Ali est grand                                              Chaimae est grande
Ali et Tom sont grands                          Chaimae et Marie sont grandes
Ali et Chaimae sont grands

En nu jullie....

Slide 7 - Slide

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

un sac à dos (gris)

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

une robe (vert)

Slide 9 - Open question

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

les jeans (bleu)

Slide 10 - Open question

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

une voiture (noir)

Slide 11 - Open question

Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:

deux choses (différent)

Slide 12 - Open question

En de laatste:
Vul de juiste vorm van het bijv. naamwoord in:
une fille (embêtant)

Slide 13 - Open question

Expliquer
  • Eindigt het bijv. naamwoord op een -s, dan geen extra -s bij mnl meerv.
Un pull gris => les pulls gris
  • Eindigt het bijv. naamwoord op een -e, dan geen extra -e bij vrl enkv/meerv.
Un pull rouge => une jupe rouge => deux jupes rouges
  • Eindigt het bijv. naamwoord op een -é, dan wel een extra -e bij vrl.
Mon pull préféré => ma jupe préférée => mes jupes préférées

Slide 14 - Slide

En ligne
Chapitre 5: Mon temps libre
Cahier d'activités B p. 36 & 37

Partie H                      grammaire                        ex 31



Slide 15 - Slide

Ex 31b)
  1. blonde 
  2. petite
  3. jeune
  4. intelligente
  5. russes

Slide 16 - Slide

Ex 31c)
  1. grands                  => ils (mnl mv)
  2. mauvaises          => notes (vrl mv)
  3. difficile                 => un match (mnl enk)
  4. gris                         => les cheveux (mnl mv, -s)
  5. rigolottes            => les frères (mnl mv)

Slide 17 - Slide

Expliquer
Onregelmatige vormen:

mnl enk
vrl enk
mnl mv
vrl mv
beau
belle
beaux
belles
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
vieux
vieille
vieux
vieilles

Slide 18 - Slide

En ligne
Chapitre 5: Mon temps libre
Cahier d'activités B p. 36 & 37

Partie H                      grammaire                        ex 32, 33

Let op: bij ex 32c moet ALLES in het meervoud. Niet alleen het bijvoeglijk naamwoord, maar ook het zelfstandig naamwoord, het bezittelijk voornaamwoord, het werkwoord, het lidwoord, etc.



Slide 19 - Slide

Ex 32b)
  1. belle
  2. nouveaux
  3. vieille
  4. beaux
  5. nouvelle

Slide 20 - Slide

Ex 32c)
  1. Mes sacs sont bleus.
  2. Les chats sont noirs.
  3. Tes jeans sont beaux.
  4. Nos voisines sont charmantes.
  5. Nous sommes belles.
  6. Vous êtes drôles.

Slide 21 - Slide

Ex 33b)
  1. Au revoir
  2. son
  3. pour

Slide 22 - Slide

Les devoirs
Af: mercredi 26 mai
Leestoets via Kwizl (krijg je nog een mail over)

Af: lundi 31 mai
Faire: (dit staat ook in de planning van de ELO van Grandes Lignes)
Chap 5: le bilan & slim stampen
Apprendre:  
Cahier d'activités  p. 40 à 43
à = tot en met

Slide 23 - Slide

Leertips Vocabulaire
  • Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
  • Begin met het doorlezen van de woordjes.
  • Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
  • Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
  • Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!

Slide 24 - Slide