Examenvoorbereiding Office&Support

Examenvoorbereiding Office&Support
3GTL 2025
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examenvoorbereiding Office&Support
3GTL 2025

Slide 1 - Slide

Wat is een goede administratie?


Een goede administratie houdt bij wat er binnenkomt (inkomsten) en wat eruit gaat (uitgaven). Belangrijke documenten worden goed bewaard, vaak in een digitale mappenstructuur. 

Automatisering helpt hierbij: de computer neemt dan werk over van mensen.

Slide 2 - Slide

Gegevens bijhouden en actualiseren


Belangrijke gegevens zijn bijvoorbeeld:

Klantgegevens (NAW)
Personeelsgegevens
Voorraadgegevens

Deze gegevens moeten altijd up-to-date zijn. Oude gegevens archiveer je.



Slide 3 - Slide

Inkoop- en verkoopdocumenten


Bij het inkopen en verkopen horen belangrijke documenten, zoals:
Offertes
Inkooporders
Orderbevestigingen
Facturen

Deze documenten vormen het bewijs van de afspraken en betalingen


Slide 4 - Slide

Financiële gegevens verwerken


Financiële gegevens verwerk je door te boekhouden. 

Een begroting geeft inzicht in verwachte inkomsten en uitgaven.

Bij aankopen voor je werk dien je een declaratie in. 

Met indexcijfers kun je veranderingen in bedragen analyseren.

Slide 5 - Slide

Mappenstructuur en automatisering


Een goede mappenstructuur op de computer bestaat uit een hoofdmap met submappen (bijv. facturen, offertes, personeel).

Dankzij automatisering worden sommige administratieve taken sneller en foutloos uitgevoerd.



Slide 6 - Slide

Vraag 1
Wat hoort bij een goede administratie?
A
Alleen bonnetjes bewaren
B
Alles op papier bijhouden
C
Bijhouden van inkomsten en uitgaven + documenten goed bewaren
D
Alleen offertes bewaren

Slide 7 - Quiz

Vraag 2
Welke gegevens moeten altijd up-to-date zijn?
A
NAW-gegevens, voorraad en personeelsgegevens
B
Geboortedata van klanten
C
Alleen het aantal medewerkers
D
Oude gegevens in de archiefmap

Slide 8 - Quiz

Vraag 3
Wat is een inkooporder?
A
Een overzicht van alle personeelskosten
B
Een aanvraag tot levering van producten aan een klant
C
Een offerte van een leverancier
D
Een document waarin je producten bestelt bij een leverancier

Slide 9 - Quiz

Vraag 4
Wat is het doel van een begroting?
A
Archiveren van oude gegevens
B
Controleren van het aantal medewerkers
C
Inzicht krijgen in verwachte inkomsten en uitgaven
D
Maken van een declaratie

Slide 10 - Quiz

Vraag 5
Wat is automatisering in de administratie?
A
Het automatisch opslaan van foto's
B
Handmatig berekeningen maken
C
Werk dat door computers wordt overgenomen
D
Het aanleggen van een papieren archief

Slide 11 - Quiz

Een opgeruimde balie
Een opgeruimde balie:
Ziet er netjes en professioneel uit
Geeft een goede indruk aan klanten
Zorgt voor een fijne werkplek

Ruim spullen dagelijks op en houd de balie schoon.

Slide 12 - Slide

Klanten vriendelijk ontvangen
Een goede ontvangst is belangrijk. Je:
Begroet de klant vriendelijk
Vraagt of je kunt helpen
Schrijft de klant eventueel in

Zo voelt de klant zich welkom.

Slide 13 - Slide

Informatie geven aan klanten
Luister goed naar de klantvraag
Geef duidelijke informatie

Weet je het antwoord niet?
 Verwijs door naar een collega

Zo help je klanten snel en goed!

Slide 14 - Slide

Omgaan met klachten en lastige situaties
Blijf rustig en professioneel, ook in moeilijke situaties zoals:
Boze klanten
Technische storingen
Noodgevallen

Gebruik gespreksregels zoals LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen) of ANNA (Altijd Navragen, Nooit Aannemen).

Slide 15 - Slide

Gesprekstechnieken bij klachten
Met gesprekstechnieken laat je merken dat je klanten serieus neemt.

LSD helpt om goed te begrijpen wat de klant wil
ANNA voorkomt dat je verkeerde aannames doet
Toon begrip en werk aan een oplossing.


Slide 16 - Slide

Vraag 6
Waarom is een opgeruimde balie belangrijk?
A
Klanten kunnen dan sneller pinnen
B
Het bespaart schoonmaakkosten
C
Het zorgt voor een goede indruk en een fijne werkplek
D
Je hebt dan meer ruimte voor folders

Slide 17 - Quiz

Vraag 7
Wat doe je als eerste bij het ontvangen van een klant?
A
Je begroet de klant vriendelijk
B
Je zoekt een collega
C
Je schrijft de klant direct in
D
Je verwijst de klant door

Slide 18 - Quiz

Vraag 8
Wat doe je als je een klantvraag niet kunt beantwoorden?
A
Je verzint een antwoord
B
Je verwijst de klant door naar een collega
C
Je zegt dat je het niet weet
D
Je zegt dat ze later terug moeten komen

Slide 19 - Quiz

Vraag 9
Wat is een goede manier om met klachten om te gaan?
A
Je verzint een antwoord
B
Rustig blijven en actief luisteren
C
Meteen zeggen dat het niet jouw taak is
D
Alleen reageren als je boos wordt

Slide 20 - Quiz

Vraag 10
Waarvoor gebruik je gesprekstechniek LSD?
A
Om klanten te begroeten
B
Om een klant op te vrolijken
C
Om snel het gesprek af te ronden
D
Om de klantvraag goed te begrijpen

Slide 21 - Quiz

Vormen van communicatie
Met communicatie geef je informatie door. Er zijn verschillende vormen:
Verbaal (met woorden) en non-verbaal (houding, gezichtsuitdrukking)

Mondeling (gesprek, telefoon) en schriftelijk (mail, brief, app)

Slide 22 - Slide

Klantvriendelijk en zakelijk communiceren
Goede communicatie met klanten is:

Klantvriendelijk: behulpzaam en respectvol

Zakelijk: formeel taalgebruik, professioneel en duidelijk
Zo voelt de klant zich serieus genomen.

Slide 23 - Slide

Notities en notulen maken
Notities: korte aantekeningen van belangrijke punten

Notulen: verslag van een vergadering met:
datum en tijd
aanwezigen en afwezigen
agendapunten met bespreking
actiepunten en besluiten

Slide 24 - Slide

Een formele brief of e-mail schrijven
Bij formele communicatie gebruik je een vaste opbouw:
Aanhef (Geachte heer/mevrouw)
Inleiding
Hoofdinformatie
Afsluiting
Slotgroet (Met vriendelijke groet)
Soms voeg je ook een handtekening toe.

Slide 25 - Slide

Agenda beheren
Je kunt een papieren of digitale agenda gebruiken

Digitale agenda’s zijn handig als meerdere mensen afspraken moeten zien

Een goed bijgehouden agenda helpt bij plannen en afstemmen


Slide 26 - Slide

Vraag 11
Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie?
A
Een e-mail sturen
B
Een hand opsteken
C
Een telefoongesprek voeren
D
Een brief schrijven

Slide 27 - Quiz

Vraag 12
Wat hoort bij klantvriendelijke communicatie?
A
Snel ophangen
B
Slordig taalgebruik
C
Formele taal met respect
D
Alles via WhatsApp regelen

Slide 28 - Quiz

Vraag 13
Wat is een belangrijk verschil tussen notities en notulen?
A
Notities zijn uitgebreider dan notulen
B
Notities worden gemaakt na de vergadering
C
Notulen bevatten actiepunten en besluiten
D
Notities worden altijd getypt

Slide 29 - Quiz

Vraag 14
Wat hoort niet bij de opbouw van een formele e-mail?
A
Aanhef
B
Afsluiting
C
Emoticons
D
Slotgroet

Slide 30 - Quiz

Vraag 15
Waarom gebruik je een digitale agenda?
A
Omdat je geen pen nodig hebt
B
Omdat anderen afspraken kunnen zien en plannen
C
Omdat je dan niet hoeft te plannen
D
Omdat het er mooier uitziet

Slide 31 - Quiz

Voorbereidingen van een bijeenkomst
Een goede voorbereiding begint met:

Het doel van de bijeenkomst bepalen
Weten wie er komt, waar en wanneer het is
Deelnemers uitnodigen met alle info
Een planning en eventueel een presentatie maken


Slide 32 - Slide

De ruimte klaarzetten
Kies een ruimte die past bij het aantal deelnemers.

Maak de ruimte klaar door:
Op te ruimen en schoon te maken
De ruimte in te richten met tafels, stoelen, techniek en materialen


Slide 33 - Slide

Tijdens de bijeenkomst: ruimte netjes houden
Let tijdens de bijeenkomst op:

Prullenbakken (leeg en op tijd geleegd)
Kabels en snoeren veilig wegwerken
Tafels/stoelen logisch indelen
Materialen steeds opruimen
Iemand aanwijzen als toezichthouder



Slide 34 - Slide

Afronden van de bijeenkomst
Ruim alles op en maak schoon

Deel de notulen en een actie- en besluitenlijst

Vraag deelnemers om feedback
Zo kun je de volgende keer verbeteren.




Slide 35 - Slide

 Belang van feedback
Feedback is belangrijk om te leren van de bijeenkomst.
Je kunt feedback vragen via:
Een korte vragenlijst
Een evaluatiegesprek
Of een online formulier
Gebruik de feedback om je volgende bijeenkomst beter te maken.



Slide 36 - Slide

Vraag 16
Wat is belangrijk bij het voorbereiden van een bijeenkomst?
A
Alleen een ruimte reserveren
B
Alleen weten wie er komt
C
Alleen koffie en thee regelen
D
Doel, deelnemers, tijd, plaats, planning en uitnodiging

Slide 37 - Quiz

Vraag 17
Waarom moet je de ruimte vooraf opruimen en schoonmaken?
A
Dat ziet er netjes uit en is prettig voor de gasten
B
Zodat niemand weet wat er eerder was
C
Omdat dat altijd verplicht is
D
Om afvalkosten te besparen

Slide 38 - Quiz

Vraag 18
Wat kun je doen om de ruimte netjes te houden tijdens een bijeenkomst?
A
Iedereen zelf opruimen
B
Materialen op de grond leggen
C
Tafels en stoelen ongebruikt laten
D
Prullenbakken neerzetten en iemand als toezichthouder aanwijzen

Slide 39 - Quiz

Vraag 19
Wat doe je met de notulen na de bijeenkomst?
A
Weggooien
B
Alleen zelf bewaren
C
Delen met de deelnemers
D
Versturen naar de directie

Slide 40 - Quiz

Vraag 20
Waarom vraag je feedback na een bijeenkomst?
A
Om deelnemers te controleren
B
Voor je verslaglegging
C
Om te leren wat beter kan bij een volgende bijeenkomst
D
Om fouten aan anderen te geven

Slide 41 - Quiz