De leeuw en de muis

• ANT2
• ISK

De leeuw en de muis

De leeuw slaapt.

Een muis loopt over de leeuw.

Over de buik van de leeuw.

Over de kop van de leeuw.

De leeuw wordt wakker.

Hij roept: Wat? Een Muis?

Hij wil de muis opeten.

De muis zegt: Nee, niet doen.

Sorry, leeuw.

Sorry dat ik je heb wakker gemaakt.

Eet mij niet op, alsjeblieft.

'Goed', zegt de leeuw.

Hij laat de muis los.

De muis zegt: 'Dank je, leeuw.
Een andere dag help ik jou.'

De leeuw moet lachen.

Een muis kan een leeuw toch niet helpen?

De volgende dag.

De leeuw wandelt in het bos.

Maar hij let niet op.

O nee, een net.

De leeuw is gevangen.

In een net van touw.

De leeuw roept.

De leeuw huilt.

Maar hij kan niet uit het net.

Daar is de kleine muis.

Ze bijt in het touw.

Ze maakt het net kapot.

Met haar kleine tanden.

De leeuw is weer vrij.

De leeuw zegt: Dank je, muis.

De muis zegt: Graag gedaan.

Jij helpt mij.

Ik help jou.