BLOK 6 - LES 5 - WEET JE NOG

23 + 8 = ..

1. 31
2. 32
3. 33
4. 34

5 + 58 = ..

1. 61
2. 62
3. 63
4. 64

18 - 9 = ..

7 x 4 = ..

3 x 9 = ..

8 x 8 = ..

35 - 31 = ..

52 - 21 = ..

1. 21
2. 31
3. 41
4. 51

62 - 14 = ..

1. 37
2. 38
3. 58
4. 48

lesdoel

1. Ik kan optellen en aftrekken tot 1000 zoals 300 + 400, 360 - 50 en 560 + 130.
2. Ik ken de tafels van 1 tot en met 10.
3. Ik kan klokkijken met 5 en 10 minuten.
4. Ik kan rekenen met lengtematen.

Sleep de getallen van klein  naar groot

981

189

891

198

918

230 + 360 = ..

36 : 9 = ..

Wat geeft de kleine wijzer aan?

1. de uren
2. de minuten

Wat geeft de grote wijzer aan?

1. de uren
2. de minuten

juf doet het voor

analoge tijd: .......

digitale tijd: ..........

samen

analoge tijd: .......

digitale tijd: ..........

nu jij: schrijf het antwoord op je wisbord

analoge tijd: .......

digitale tijd: ..........

Hoe schrijf ik dit als digitale tijd?
5 minuten voor 11

1. 10:55
2. 11:05
3. 10:25
4. 10:35

Hoe laat is het op deze klok?

1. 5 minuten over half 3
2. 5 minuten over 3
3. 5 minuten voor 3
4. 5 minuten voor half 3

Hoe laat is het

1. kwart voor 7
2. kwart over 9
3. kwart over 8

Welke digitale tijd hoort
bij de klok?

1. 07:10
2. 08:10
3. 07:50
4. 08:50

rekenen

Blok 6 - les 5

blz. 22

Maak alle opgaven