A5 redox 1

Binas, meeschrijven, vragen stellen!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Binas, meeschrijven, vragen stellen!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat voor vergelijking is
CaO (s) + H2O (l) → Ca2+ (aq) + 2OH- (aq)
A
Oplosvergelijking
B
Neerslag
C
Zuur-base

Slide 3 - Quiz

Wat voor vergelijking is
CaSO4 (s) → Ca2+ (aq) + SO42- (aq)
A
Oplosvergelijking
B
Neerslag
C
Zuur-base

Slide 4 - Quiz

Wat voor vergelijking is
CaCO3 (s) + 2H3O+ (aq) → Ca2+ (aq) + CO2 (g) + 3H2O (l)
A
Oplosvergelijking
B
Neerslag
C
Zuur-base

Slide 5 - Quiz

Hoeveel elektronen heeft natrium?
Hoeveel elektronen heeft natrium-ion?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vergelijking:
Fe2(SO4)3 (s) → 2Fe3+ + 3SO42- (aq)
A
Oplosvergelijking
B
Neerslag
C
Zuur-base
D
Redox

Slide 10 - Quiz

Vergelijking:
2Fe (s) + O2 (g) + 2 H2O (l) → 2Fe2+ (aq) + 4 OH- (aq)
A
Oplosvergelijking
B
Neerslag
C
Zuur-base
D
Redox

Slide 11 - Quiz

Vergelijking:
2Fe (s) + O2 (g) → 2FeO (s)
A
Oplosvergelijking
B
Neerslag
C
Zuur-base
D
Redox

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

De reactie:
F2 + 2e- → 2F-
A
is van een oxidator
B
is van een reductor

Slide 14 - Quiz

De reactie:
Zn → Zn2+ + 2e-
A
is van een oxidator
B
is van een reductor

Slide 15 - Quiz

De reactie:
Fe3+ → Fe2+
(e- ontbreken)
A
is van een oxidator
B
is van een reductor

Slide 16 - Quiz

De reactie:
N2O + H2O → 2NO + 2H+
(e- ontbreken)
A
is van een oxidator
B
is van een reductor

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide