1hv Spelling les 3 - Verkleinwoorden en trappen van vergelijking

1hv Spelling les 3 - Verkleinwoorden en trappen van vergelijking
Welkom 1hvf
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, B-boek en laptop.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1hv Spelling les 3 - Verkleinwoorden en trappen van vergelijking
Welkom 1hvf
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, B-boek en laptop.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam.

Slide 1 - Slide

Vul in: Mijn broer is beter dan/als ik/mij.

Slide 2 - Open question

Leerdoelen
1. Ik kan verkleinwoorden correct spellen.
2. Ik kan de trappen van vergelijking goed spellen met de juiste als, dan constructie.

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Nakijken huiswerk via SOM
  • Uitleg verkleinwoorden
  • Oefenen verkleinwoorden
  • Uitleg trappen van vergelijking
  • Huiswerk: Werkblad Verkleinwoorden en trappen van vergelijking 

Slide 4 - Slide

Nakijken werkblad
Je krijgt 7 minuten om het werkblad na te kijken. De antwoorden staan in Som bij het huiswerk van vandaag.
Klaar: Lees de theorie op blz. 69 en begin alvast met het huiswerk voor maandag. Het werkblad staat in SOM
timer
7:00

Slide 5 - Slide

Uitleg Verkleinwoorden

Slide 6 - Slide

Verkleinwoord met -ETJE
Verkleinwoord met -KJE
ring
haring
leuning
bril
bal
tong
ketting
pudding

Slide 7 - Drag question

Trappen van vergelijking
Er zijn drie trappen van vergelijking
1. Stellende trap: Voorbeeld: hard. (dit is altijd een bijvoeglijk naamwoord)
2. Vergrotende trap: Eindigt vaak op -er. Voorbeeld: harder.
3. Overtreffende trap: Eindigt vaak op -st. Er staat vaak het lidwoord 'het' voor.

Slide 8 - Slide

Uitzonderingen
  • Eindigt de stellende trap op -r: Dan krijgt het in de vergrotende trap -der ---> Zwaar, zwaarder.
  • Eindigt de stellende trap op -s: Dan krijgt de overtreffende trap -t --> boos, bozer, boost.
  •  Eindigt de stellende trap op -st: Dan krijgt de overtreffende trap 'meest' ervoor: woest, woester, meest woest.
  • De volgende woorden hebben een afwijking: Goed, beter, best - Graag, liever, liefst - Veel, meer, meest - Weinig, minder, minst

Slide 9 - Slide

als/dan ik/mij
Als/dan-regel:
  • Als: na de stellende trap en gelijkwaardig
Ik ben even groot als jij.
Het is tien keer zo veel als dat er staat.
  • Dan: Na de vergrotende trap
Hij is groter dan ik

Mij/ik, jij/jou, zij/haar, hij/hem, wij/ons, hen/zij
Maak de zin langer door er een werkwoord achter te plakken
Hij is groter dan ik (ben).

Slide 10 - Slide

Maak de trappen van vergelijking van het woord: mooi. Doe dit met komma's.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide