Procentuele afname en toename les 2

Procentuele toename les 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Procentuele toename les 2

Slide 1 - Slide

Rekenen in 4 domeinen
Getallen: behandeld 
Verhoudingen: periode 2
Meten en meetkunde: periode 3
Verbanden: periode 4

Slide 2 - Slide

vorige les?

Slide 3 - Slide

Het nieuwe totaal uitrekenen
Percentages worden gebruikt om afname of toename aan te geven, bijvoorbeeld een korting of een prijsstijging.

Je kunt de procentuele afname of toename gebruiken om het nieuwe totaal uit te rekenen.

Slide 4 - Slide

Het nieuwe totaal uitrekenen
LG OLED 
Normaal € 499
Nu 20% korting
stap 1:
Reken de afname uit.
20% van € 499 = € 99,80
stap 2:
Reken het nieuwe totaal uit.
€ 499 – € 99,80 = € 399,20
   %
  100
    1
   20
   €
  499
  4,9
 99,80

Slide 5 - Slide

Het oude totaal uitrekenen
Met het nieuwe totaal en de afname of toename in procenten kun je het oude totaal berekenen. Je kunt dan ook de hoeveelheid of het bedrag waarmee het oude totaal is afgenomen of toegenomen berekenen.

Slide 6 - Slide

Het oude totaal uitrekenen
Jamie heeft voor dit shirt € 14 betaald.
Hoeveel kost dit shirt normaal?
stap 2: 
Reken het oude totaal uit.

70% is gelijk aan € 14 
30% is dan gelijk aan € 6 
100% is dan gelijk aan € 20.
   %
   70
    1
   30
  100
  €
   14
  0,2
    6
   20

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
Je kunt met procenten rekenen bij:
  • Je kunt meervoudige procentuele afname of toename uitrekenen
  • Je kunt een totale verandering in percentage uitrekenen

Slide 8 - Slide

Meervoudige procentuele afname of toename

Als een bedrag of hoeveelheid meer dan één keer met een percentage afneemt of toeneemt, noem je dat meervoudige afname of toename.

Bij meervoudige afname of toename is er na iedere afname of toename een nieuw totaal. Je kunt de percentages niet bij elkaar optellen om het nieuwe totaal uit te rekenen.

Slide 9 - Slide

Meervoudige afname
In een webshop kost een bankstel 10% minder dan in de winkel. Petra koopt in de webshop een bankstel die in de winkel €2.550 kost. Ze gebruikt een kortingscode waarmee ze 5% korting krijgt.


Hoeveel moet Petra betalen?


Slide 10 - Slide

Stap 1:
In de winkel kost het bankstel €2.550.
In de webshop kost het bankstel 10% minder.
100% – 10% = 90%
90% van €550 = €2.295


Stap 2:
In de webshop kost het bankstel €2.295.
Petra krijgt 5% korting.
100% – 5% = 95%
95% van €2.295 = €2.180,25
Petra moet €2.180,25 betalen voor het bankstel.



Slide 11 - Slide

Meervoudige toename
Sophie zet €2.000 op haar spaarrekening. Ze krijgt elk jaar 2,5% rente.

Hoeveel staat er na drie jaar op haar spaarrekening?


Slide 12 - Slide

Na 1 jaar krijgt Marco 2,5% rente.
2,5% van €2.000 = €50       €2.000 + €50 = €2.050
Op de spaarrekening staat na 1 jaar €2.050.

Na 2 jaar krijgt Marco 2,5% rente.
2,5% van €2.050 = €51,25    €2.050 + €51,25 = €2.101,25
Op de spaarrekening staat na 2 jaar €2.101,25.

Na 3 jaar krijgt Marco 2,5% rente.
2,5% van €2.101,25 ≈ €52,53     €2.101,25 + €52,53 = €2.153,78
 Op Marco’s spaarrekening staat na drie jaar €2.153,78.


















Slide 13 - Slide

Totale verandering in procenten uitrekenen

Bij meervoudige afname of toename kun je ook uitrekenen hoeveel procent de totale verandering is.

Voorbeeld
Een winkel verlaagt alle prijzen met 10%.
De winkel verlaagt de prijzen een jaar later met 20%.
Hoeveel procent verlaagt de winkel de prijzen in totaal?

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
Een winkel verlaagt alle prijzen met 10%. 
De winkel verlaagt de prijzen een jaar later met 20%.

Een paar schoenen kost €200 hoeveel procent kosten deze schoenen minder na twee jaar?


 

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Een winkel verlaagt alle prijzen met 10%. 
De winkel verlaagt de prijzen een jaar later met 20%.

Een paar schoenen kost €200 hoeveel procent kosten deze schoenen minder na twee jaar?



 
Stap 1:
prijs na 1 jaar:
€200:100x 90= €180
Stap 2:
prijs na 2 jaar:
€180:100x 80= €144
stap 3:
bereken de afname:
€200-€ 144= €56
In percenten:
56:200x100= 28%

Slide 16 - Slide

Groep 1:

Zelfstandig aan de slag:
Domein: Verhoudingen
onderdeel: Hoofdstuk 7 procentuele toename

Vragen? Wacht even tot de uitleg afgelopen is
Groep 2:

Samen 3 opdrachten maken:
Domein: Verhoudingen
onderdeel: Hoofdstuk 7 procentuele toename

Opdracht 17,  19 en 20

Slide 17 - Slide

Zelf aan de slag
Aan de slag met:
Domein: Verhoudingen
onderdeel: Hoofdstuk 7 procentuele toename 


Vragen? Stel ze dan kom ik je helpen!


Slide 18 - Slide

Centrale afsluiting
Wat hebben we vandaag geleerd?

Leerdoelen:
  • Je kan meervoudige procentuele afname of toename uitrekenen
  • Je kan een totale verandering in percentage uitrekenen



Slide 19 - Slide