• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

V3 6.6 Rekenen met de inkomstenbelasting

V3 6.6 Rekenen met de inkomstenbelasting


Introductie: https://youtu.be/7Um1zMkRnsk
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

V3 6.6 Rekenen met de inkomstenbelasting


Introductie: https://youtu.be/7Um1zMkRnsk

Slide 1 - Slide

Rekenen met de inkomstenbelasting
Na deze les kun je….
1) uitleggen hoe het boxenstelsel werkt en in welke boxen de belastbare inkomenssoorten zijn ondergebracht
2) de belasting in box 1 en 3 berekenen
3) de invloed uitleggen van directe belasting op de verhoudingen lage en hoge inkomens

Slide 2 - Slide

Drie boxen en verschillende tarieven
Er zijn verschillende soorten inkomen. Voor de inkomstenbelasting zijn deze verdeeld in 3 groepen (boxen) met ieder een eigen tarief:

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoe berekenen we nu de inkomstenbelasting (zie boek)? 

Stap 1: Neem het bruto-inkomen
Stap 2: Bereken het belastbaar inkomen                                                  (=bruto inkomen - aftrekposten)
Stap 3: Bereken de belasting in box 1                                                     (d.w.z. met de “belastingschijven”)
Stap 4: Bereken de belasting in box 2 en 3                                                            (bijv: opgave 6 voor box 3)
Stap 5: Bereken het totaal aan belasting                                                             (alle belasting in box 1, 2, 3)
Stap 6: Bereken de te betalen belasting                                                       (stap 5 - de heffingskortingen)
Stap 7: Bereken het netto-inkomen                       (=bruto-inkomen - te betalen belasting van stap 6)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Meneer Jansen heeft een brutoloon van 100.000 euro (en voor 2000 euro aan aftrekposten). Wat is zijn belastbaar inkomen?
A
100.000
B
102.000
C
98.000

Slide 10 - Quiz

Bereken hoeveel belasting dhr Jansen betaalt in schijf 1..

Slide 11 - Slide

Hoeveel belasting betaalt dhr Jansen in schijf 1?

Slide 12 - Open question

Bereken hoeveel belasting dhr Jansen betaalt in schijf 2 +3..

Slide 13 - Slide

Hoeveel belasting betaalt dhr Jansen in schijf 2 + 3?

Slide 14 - Open question

Bereken hoeveel belasting dhr Jansen betaalt in schijf 4..

Slide 15 - Slide

Hoeveel belasting betaalt dhr Jansen in schijf 4?

Slide 16 - Open question

Even oefenen met box 1

Slide 17 - Slide

Oefenen box 3:
Stel:
* de belastingdienst gaat ervan uit dat je 2% rendement verdient op je spaargeld. 
* de belastingdienst heft 32% belasting over dat rendement. 
* over de eerste € 50.000 aan spaargeld hoeft geen belasting betaald te worden.

Slide 18 - Slide

Meneer Janssen heeft € 75.000 aan spaargeld. Hoeveel belasting moet hij betalen in box 3?
A
500
B
550
C
25.000
D
160

Slide 19 - Quiz

Oefenen box 3:
Meneer Janssen heeft € 75.000 aan spaargeld. Hoeveel belasting moet hij betalen in box 3?

Belastbaar bedrag in box 3: 75.000-50.000 = 25.000 
25.000 x 0,02 = 500 euro aan (verondersteld) rendement
500 x 0,32 = 160 euro aan belasting betalen in box 3

Slide 20 - Slide

Oefenen box 3:
Meneer Janssen heeft € 75.000 aan spaargeld. Hoeveel belasting moet hij betalen in box 3?

Belastbaar bedrag in box 3: .........
........ x ....... = ...... euro aan (verondersteld) rendement
........ x ....... = ...... euro aan belasting betalen in box 3

Slide 21 - Slide

Tot slot:
  • De belastingtarieven, de “lengte” van de belastingschijven en heffingskortingen, worden jaarlijks (door de belastingdienst) aangepast.
  • In de opgaven (en op de toetsen) worden deze telkens gegeven.
  • Leer deze percentages/bedragen dus niet uit je hoofd!!

Slide 22 - Slide

Rekenen met de inkomstenbelasting
Na deze les kun je….
1) uitleggen hoe het boxenstelsel werkt en in welke boxen de belastbare inkomenssoorten zijn ondergebracht
2) de belasting in box 1 en 3 berekenen
3) de invloed uitleggen van directe belasting op de verhoudingen lage en hoge inkomens

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Lees en werk aan paragraaf 6.6 (alle opgaven maken)
Begin met opgave 1 en 6!

Slide 24 - Slide

More lessons like this

6.3 Belasting over je spaargeld?

January 2019 - Lesson with 13 slides by Eieren voor je geld
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
Eieren voor je geldEieren voor je geld

V3 6.6 Rekenen met de inkomstenbelasting

May 2024 - Lesson with 16 slides
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

6.3 Belasting over je spaargeld

January 2024 - Lesson with 17 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

6.2 Hoe zwaar word je belast?

December 2018 - Lesson with 34 slides by Eieren voor je geld
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
Eieren voor je geldEieren voor je geld

Inkomstenbelasting

March 2022 - Lesson with 38 slides
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

H6.2 De inkomstenbelasting

September 2024 - Lesson with 16 slides
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

H6 P6 - Box 1 en 3

February 2023 - Lesson with 12 slides
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

H6.2 De inkomstenbelasting deel 2

December 2023 - Lesson with 17 slides
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings