This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Practice
the use of a
DICTONARY
Slide 1 - Slide
Planning
- Texts
- Word strategies
- How to use a dictonary
- Game: look up the words as fast as possible
Goals:
1. I know which steps to go through before using a dictonary.
2. I know how to look up a word in a dictonary.
Slide 2 - Slide
Hoeveel procent van de woorden in een tekst moet je begrijpen om te weten waar de tekst over gaat?
Slide 3 - Poll
60% versie
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar - - - met een - - -. We - met - - dat we niet - kunnen. - - ik - een - met een - aan - -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.
Slide 4 - Slide
70% versie
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.
Slide 5 - Slide
80% versie
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide - , het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.
Slide 6 - Slide
90% versie
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.
Slide 7 - Slide
100% versie
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Net zoals ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.
Slide 8 - Slide
Word strategies
ALTIJD EERST DOORLEZEN ALS JE EEN WOORD NIET KENT!!
Synoniemen: verschillende woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
Omschrijving: betekenis wordt in de tekst uitgelegd met een omschrijving.
Voorbeeld: betekenis wordt met voorbeelden uitgelegd.
Tegenstelling: woord met tegengestelde betekenis staat in de tekst (active- inactive).
Bekende woorddelen: met delen van een woord die je kent, kun je de betekenis raden bijvoorbeeld: regretful.
Woordenboek: gebruik je alleen als je met bovenstaande strategieën er echt niet uitkomt.
Slide 9 - Slide
Explain how to use a dictionary:
Slide 10 - Open question
Which word comes first in the dictionary? consider of consumer
A
consider
B
consumer
Slide 11 - Quiz
Which word comes first in the dictionary? together of treat
A
together
B
treat
Slide 12 - Quiz
Which word comes first in the dictionary? together of treat
A
eaglet
B
eager
Slide 13 - Quiz
Welk woord staat eerder in het woordenboek? threat of throat
A
threat
B
throat
Slide 14 - Quiz
Planning
- Texts
- Word strategies
- How to use a dictonary
- Game: look up the words as fast as possible
Goals:
1. I know which steps to go through before using a dictonary.
2. I know how to look up a word in a dictonary.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Find as quickly as possible
Word on the board that you need to look up
DON'T GUESS!
I need the definition found in the dictonary
Found it? raise your hand and share your answer
Right answer is 1 point
Slide 17 - Slide
Find the following word - 1
Evaporates
verdampen, (doen) vervliegen, (figuurlijk) in het niets (doen) verdwijnen: my hope has evaporated ik heb de hoop verloren