P3 SE Leesvaardigheid

P3 SE Leesvaardigheid
Deze periode neem je iedere les het boek Examentraining Nederlands havo 2024 mee!
  • Toetscijfers SE Schrijfvaardigheid -> volgende week
  • Poëziedossier deadline do 8 feb.  -> Inhoud: Module 1 opdr. 1, 2, 3 EN de eindopdracht -> maak keuze uit A, B of C. (Inleveren op papier)
  • Literatuurdossier NU BIJWERKEN -> ANDERS GEEN MONDELING DUS OOK GEEN EXAMEN!
  • Deadline inleveren literatuurdossier do 7 maart tijdens de les Nederlands
  • Mondelingen zijn in de toetsweek 21 t/m 29 maart
  • Volgende week in de eerste les Ne inleveren: je complete leeslijst van 4H en 5H
  • Vandaag maak je de Quickscan -> p. 18 t/m 24, niet af? Dan huiswerk voor vlg. wk maandag.
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 5

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

P3 SE Leesvaardigheid
Deze periode neem je iedere les het boek Examentraining Nederlands havo 2024 mee!
  • Toetscijfers SE Schrijfvaardigheid -> volgende week
  • Poëziedossier deadline do 8 feb.  -> Inhoud: Module 1 opdr. 1, 2, 3 EN de eindopdracht -> maak keuze uit A, B of C. (Inleveren op papier)
  • Literatuurdossier NU BIJWERKEN -> ANDERS GEEN MONDELING DUS OOK GEEN EXAMEN!
  • Deadline inleveren literatuurdossier do 7 maart tijdens de les Nederlands
  • Mondelingen zijn in de toetsweek 21 t/m 29 maart
  • Volgende week in de eerste les Ne inleveren: je complete leeslijst van 4H en 5H
  • Vandaag maak je de Quickscan -> p. 18 t/m 24, niet af? Dan huiswerk voor vlg. wk maandag.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Afspraken!
Zoals gezegd: Iedere les Examentrainingboek meenemen
Busopstelling, niet meer in groepjes
Doe je niet serieus en actief mee in de les? Dan ga je eruit!
Je maakt het huiswerk zoveel mogelijk tijdens de les, heb je het niet af? Huiswerk voor de volgende les/week.
Je werkt iedere week aan je eindbalansverslag en het compleet maken van je literatuurdossier.

Missende Bintopdrachten -> Niels, Marijn, Joost, Lennard

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Gedicht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Eindbalansverslag (600-800 woorden) (inleveren: vrijdag 16 feb Magister)
Doel: tot wat voor lezer heb jij je ontwikkeld?
Structuur: inleiding-kern-slot (incl. uitsmijter)
  • LAB jr. 4 herlezen, omschrijf jezelf hoe je begin jr. 4 als lezer was en...
  • ... hoe ben je nu als lezer anderhalf jaar later? Verschil in niveau, smaak, wat heb je geleerd of ben je hetzelfde gebleven? Beargumenteer met voorbeelden!
  • Ben je in vergelijking tot begin jr. 4 wel of niet anders over literatuur gaan denken? Beargumenteer met voorbeelden.
  • Welk verband zie je tussen alle gelezen boeken (incl. vreemde talen)? Wat is de rode draad? Denk aan genre, thematiek, personages, tijdsbeeld. Wat zegt dit over jou als lezer?
  • Welke boeken (incl. vreemde talen) spreken jou wel/niet aan? Beargumenteer met voorbeelden jouw mening! Vind je het moeilijk om in een vreemde taal een boek te lezen?
  • Waar moet een literair boek vlgs. jou aan voldoen? Welke door jou gelezen boeken (van jouw leeslijst) behoren vlgs. jou echt tot de literatuur en welke niet/minder? Beargumenteer met voorbeelden.
  • Wat is jouw boeken top-3 allertijden op dit moment? Beargumenteer met voorbeelden.
  • Schrijf een conclusie over jezelf wat het lezen van literatuur jou heeft gebracht (waar ben je meer over gaan nadenken, wat heb je geleerd over jezelf, de ander en de wereld om je heen (denk bv. aan de leesclub, de (GLO-)opdrachten, de lessen)
  • Bekijk ook eens de niveauindeling p. 198-199 van HB Kern, waar herken jij je in?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Literatuurdossier
Deze week inleveren wanneer je dat nog niet hebt gedaan:
  • Poëziedossier module 1 opdr. 1, 2, 3 EN de eindopdracht keuze uit A, B, C
  • Leeslijst
  • Literatuurdossier met wat je tot nu toe hebt (jr. 4 en jr. 5 opdrachten)
  • Missende 'Bint'-opdrachten -> Niels, Marijn, Joost, Lennard

Nieuw:
  • Inleveren vrijdag 16 februari: (eerste versie) getypt eindbalansverslag via ELO-magister-opdrachten




Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Oefening 3.3 pag 57
3a) Standpunt -> je mening, visie, opvatting, conclusie, stelling, claim waarvan je de ander wil overtuigen
Argumenten -> uitspraken die jouw mening of standpunt ondersteunen (signaalwoorden: omdat, want, aangezien, immers)
Tegenwerpen -> met een tegenargument laten zien dat een stelling/standpunt onjuist of minder aanvaardbaar is
Weerleggen -> ontkrachten van een argument

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opbouw argumentatie
Structuur:

Standpunt
Argument
want / omdat
dus / daarom

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Onderschikkende argumentatie
Een schrijver kan een argument ook ondersteunen met een subargument. Dit heet onderschikkende argumentatie: 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Nevenschikkende argumentatie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Argumentatiestructuren
  • Enkelvoudig
  • Onderschikkend
  • Nevenschikkend (afhankelijk en onafhankelijk)
  • Mengvorm: onderschikkend én nevenschikkend

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).

Zij moet de opvolgster worden van onze coach (s),
want zij heeft al veel ervaring (a).

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige argumentatie
Een voorbeeld:



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).

Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want zij heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt. 


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Onderschikkende argumentatie
Een voorbeeld in de argumentatiestructuur:




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Nevenschikkende argumentatie
  • onafhankelijk: twee of meer argumenten die gelijkwaardig zijn en van plaats kunnen wisselen 
OF
  • afhankelijk:: twee of meer argumenten die samen een argument vormen en alleen samen kracht hebben.
  • nevenschikkend is naast elkaar staand





Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Onafhankelijk nevenschikkend         

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Afhankelijke nevenschikkende argumentatie

Bij een afhankelijke nevenschikkende argumentatie vormen twee of meer deelargumenten samen een argument. 
-> Alléén in combinatie hebben ze kracht - ze zijn van elkaar afhankelijk.
-> Samen onderbouwen de (deel)argumenten het standpunt.



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Afhankelijke nevenschikkende argumentatie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Onder- en nevenschikkend
Je hoorde muziek door elkaar.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis: enkelvoudig of onderschikkend of 
nevenschikkend of onder- + nevenschikkend?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Deze argumentatie is ...
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend
D
onder- en neven- schikkend

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Drogredenen

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoel
Drogredenen herkennen en kunnen weerleggen.


In een discussie of debatgebruik je zo veel mogelijk goede, steekhoudende argumenten. Soms neem je, in het vuur van je argumentatie, misschien weleens je toevlucht tot minder valide of ronduit foute argumenten. Zulke argumenten noem je drogredenen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 29 - Quiz

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want medewerkers in de zorg hebben het ook veel te druk.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
overhaaste generalisatie

Slide 30 - Quiz

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Oefenen met een proefexamen is belangrijke voorbereiding. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 31 - Quiz

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
“Ik ben geen dief, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 32 - Quiz

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste vergelijking
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

In de verkiezingen zou het eigenlijk alleen moeten gaan om het milieu, vindt voetbalcoach Ronald Koeman.
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Verkeerde vergelijking
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Iedereen weet toch dat de VVD zijn beloften nooit nakomt, dus waarom zou je daar op stemmen?
A
bespelen van het publiek
B
ontduiken van de bewijslast
C
persoonlijke aanval
D
verkeerde vergelijking

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Alleen al zijn kapsel maakt Wilders totaal ongeschikt voor het premierschap
A
bespelen van het publiek
B
persoonlijke aanval
C
verkeerde vergelijking
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Conclusie
Een drogreden lijkt op het eerste gezicht heel aannemelijk. Toch is een drogreden een voorbeeld van foutieve argumentatie. Het standpunt wordt namelijk niet of niet geldig onderbouwd. Wanneer het je lukt om drogredenen te herkennen, zal je kritischer worden als het gaat om uitspraken die andere mensen doen. Kijk maar eens met een kritisch oog naar politieke debatten; ook hier worden veel drogredenen gebruikt!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wk 9: Spelling, interpunctie, stijl, formulering en nieuwe vraagsoorten
Huiswerk: Af is het huiswerk van week 5 t/m 7
Nieuw huiswerk van week 9 -> Theorie 5 leren  (p. 91 t/m 102) en maken opdr. 5.1 t/m 5.6                                                                               -> Theorie 6 leren (p. 103 t/m 118) en oefenen opdr. 6.1 t/m 6.10                                                                         -> Woordenlijst leren Q t/m Z (p. 54 t/m 57)                                                                                                                 -> 

Bekijk de filmpjes van Arnoud Kuijpers





Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Taalaftrek en taalfouten

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe vraagtypen

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Ontbrekend werk
Volgens mijn administratie moeten de vlg. lln nog onderstaande opdrachten inleveren, klopt dit?

Poëzieopdracht: Niels, Tessa, Merlijn, Lennard, Koen, Elin, Esmée, Puck hebben nog niets ingeleverd

Leeslijst: Niels, Tessa, Tiemen, Diede, Merlijn, Arien, Lennard, Rosalie, Marijn, Noah, Koen, Elin,  Karsten, Twan, Joost, Beryl, Aimée, Puck
Victor moet nog 1 boektitel toevoegen aan zijn leeslijst.

Opdracht Bint: Niels, Lennard, Marijn, Joost

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions