35 pionnen in de zaal leggen, op zijn kop of rechtop.
Verdeel de groep in Bob de bouwer en in Wendy (de sloper). Als je Bob bent probeer je alle gebouwen te bouwen (rechtop te zetten), ben je Wendy, probeer je alle gebouwen te slopen (om te leggen). Bouwen en slopen doe je met je handen. Wanneer de muziek stopt (ongeveer 1 minuut), alle handen omhoog en dan tellen. Wie heeft er het meest gebouwd/ gesloopt? (daarna van rollen wisselen)
Bob de bouwer spel
sluit aan bij de belevingswereld van kleuters
passend bij een thema bouwen
De spelduur is kort en afwisselend – ideaal voor de spanningsboog van kleuters (Veenstra & Hoogeveen, 2020).
oefenen met ervaren van begrippen bouwen en slopen in de praktijk
gericht op hun eigen sociaal emotionele ontwikkeling, ze zijn bezig in groep maar toch met hun zelf
bezig met meerdere motorische vaardigheden tegelijk, rennen en oog- hand coordinatie
Muziek, met zijn ritmische en melodische elementen, biedt een rijke context waarin kinderen kunnen bewegen, coördineren en nieuwe motorische patronen kunnen ontdekken. (De Groot, T., & Beenhakker, M. (2017). Beter spelen en bewegen met kleuters: Van kennisbasis tot basiskennis)
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Doelen
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
4 bijeenkomsten gericht op
- motorische ontwikkeling jk
- beweeghoek ontwikkelen
- buitenonderwijs/buitenspelen
- verdieping op bewegingsonderwijs in de speelzaal
Link maken naar waar het allemaal begint, de motorische ontwikkeling van het jonge kind. Dat gaat van binnen naar buiten, van makkelijk naar moeilijk. met het hele lijf,
Bal-A-Vis-X ® ( Balance-Auditory-Vision-eXercises) bestaat uit een aantal balancerende, auditieve en visuele oefeningen variërend in moeilijkheidsgraad. Ritme en juiste techniek zijn hierin de sleutelwoorden. Deze oefeningen vereisen volledige lichaamscoördinatie en gefocuste aandacht. Het programma maakt gebruik van met zand gevulde zakjes, balletjes en balansborden. Het vraagt om samenwerking, bevordert het zichzelf uitdagen. Dit is het start niveau, starten met pittenzakjes: vanaf ene hand naar andere hand en uitbreiden met achter je rug om (zie filmpje vanaf min 2.25). Link maar naar de motorische ontwikkeling van kleuters, dat gaat van makkelijk naar moeilijk. Van binnen naar buiten en met het hele lijf. Net zoals bij jullie zelf bij bal a vis X. en kijken waar we naar toe gaan in les 4.
Link maken naar waar het allemaal begint, de motorische ontwikkeling van het Jonge Kind.
Bewegen en het jonge kind
Wat is er blijven hangen van de lessen bewegingsonderwijs JK?
Slide 7 - Slide
-Oplaten schrijven in verschillende groepen. Verdelen over de 6 borden. Daarna met elkaar delen
Belang van bewegen en spelen
• Neurologische ontwikkeling
• Motorische ontwikkeling
• Sensorische ontwikkeling
• Cognitieve ontwikkeling
• Sociaal emotionele ontwikkeling Door bewegen doe je ervaringen op, die ervaringen doe je op met je zintuigen.
- al die ervaringen zorgen voor kennis en die kennis moet kunnen landen.
Slide 8 - Slide
Laten zien op bord twee hersenhelften en corpus collosum er tussen. Moeten weggetjes aanleggen in de hersenen en dorpen en steden bouwen om kennis op te slaan. Dat gebeurt door bewegen en ervaringen op doen. Door bewegen doet een kleuter ervaringen op en die ervaringen doe je met je zintuigen.
Neurologische ontwikkeling
Spiegelneuronen
Jonge kinderen leren door te imiteren, spiegelneuronen spelen hierbij een rol. Zo worden vaardigheden aangeleerd en zo maken kinderen contact met elkaar
Weetje: Kinderen die in hun eerste 3 levensjaren de kans hebben gekregen veel te imiteren, hebben op latere leeftijd een betere taalontwikkeling. Na apen levert dus wat op! Zie filmpje
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Motorische ontwikkeling
- van hoofd naar voet
- van binnen naar buiten
-van enkelvoudig naar samengestelde bewegingen
-van totaal naar lokaal bewegen
Slide 10 - Slide
hoofd naar voet --> je ontwikkelt als eerste het dicht bij je hersenen, dus de nekspieren zijn bij de baby het eerste ontwikkelt en dan langzaam naar beneden. Daarom is een kleuter nog niet klaar om al te leren schrijven of voor de pengreep, omdat er eerst nog uit de schouders ontwikkeld wordt en dan naar de ellebogen en dan pas naar de polsen en vingers. Daarom belangrijk om groot te bewegen en groot te schrijven. Denk aan tekenen op een groot vel, met grote blokken spelen en nog niet te klein
Fase motorische ontwikkeling
Fasen in motorische ontwikkeling
• Reflexen
• Automatische reacties
• Bewuste bewegingspatronen
Slide 11 - Slide
de studenten maken een rij waarbij zij om de beurt met 1 hand een propje maken van een a4tje. Zo klein mogelijk!
Na afloop bekijken we het filmpje en bespreken we de meebewegingen die we zien.
Wat zie je bij kinderen in je klas?
Je ziet dit ook bij topsporters.
Dit is niet erg als je er maar geen last van hebt. Wanneer kinderen veel meebewegingen hebben kost dit heel veel energie voor deze leerlingen en kunnen zij hier dus wel last van hebben.
Beweegtussendoortje
Reflexen testen.
Maak een groepje van 3
pak je telefoon en pak 3 a4-tjes
Vouw een propje van het a4 papier met 1 hand, terwijl je staat. Film elkaar, wat zie je?
Slide 12 - Slide
de studenten maken een rij waarbij zij om de beurt met 1 hand een propje maken van een a4tje. Zo klein mogelijk!
Na afloop bekijken we het filmpje en bespreken we de meebewegingen die we zien.
Wat zie je bij kinderen in je klas?
Je ziet dit ook bij topsporters.
Dit is niet erg als je er maar geen last van hebt. Wanneer kinderen veel meebewegingen hebben kost dit heel veel energie voor deze leerlingen en kunnen zij hier dus wel last van hebben.
Slide 13 - Slide
This item has no instructions
Reflexen
Basis gelegd in de baarmoeder.
Gericht op overleven.
Enkele reflexen:
• Zuigreflex
• Mororeflex (schrikreflex)
• Grijpreflex
Verdwijnen van primitieve reflexen door automatische reacties.
• Oprichtreactie
• Evenwichtsreactie
• Steunreactie
Daarna bewuste beweegpatronen, de eerste 6 jaar zijn hierheen heel belangrijk
Aan de slag met leerlijn tikken, mikken:toverbal, groenteboer en de geitjes, ijsbollen rollen, modderbal
Omschrijf het beweegprobleem van de activiteit
Voeg differentiatie toe t.a.v .het leerdoel en pas deze toe in de activiteit
Pas reguleringsdoelen toe inclusief reflecteren
Voeg mogelijke leerhulp toe bij de activiteit
Omschrijft een doel dat past bij de betere beweger t.a.v. het arrangement
Omschrijft een doel dat past bij de minder vaardige beweger t.a.v.het arrangement
Slide 17 - Slide
4 groepjes oefenen met PAD uitleg. Belang van PAD uitleg accentueren. Eentje blijft telkens achter en legt het uit aan de volgende in het groepjes
beweegprobleem van beweegthema bepalen. hoe maak je het makkelijker en moeilijker
- ijsbollen rollen
- toverbal
- groenteboer en de geitjes
- goud klompjes stelen
-
-
Slide 18 - Video
Achterhaald dat je een heel dominante kant hebt. Je hebt altijd beide hersenhelften nodig in samenwerking. Toch kun je wel een duidelijke voorkeur hebben. --> belang lang symmetrisch laten bewegen.
Voorbereiding bijeenkomst 2
Lezen voor de volgende les. Artikelen verdelen over de groep.
In les 4 gaan we kijken naar de motoriek in je klas.
Neem voor laatste les een casus mee, vanuit je eigen situatie, observeer een kind hoe hij/zij beweegt, grove of juist fijne motoriek. Filmpje maken is fijn! Neem een zorgvraag mee.
Je kan ook een beweeghoek/ motorlab uitvoeren en daar observeren
Of daar een kind uitkiezen en dan observeren in vrije situatie, waar loopt dit kind tegenaan?