26 maart

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica en/of toets?
  • Bespreken 5A, af. 
  • 5A, A, B en Symboulè.
1 / 46
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica en/of toets?
  • Bespreken 5A, af. 
  • 5A, A, B en Symboulè.

Slide 1 - Slide

Vragen grammatica en/of toets?

Slide 2 - Open question

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Slide

Vragen jongens en meisjes in Athene 
  • wanneer moet een gezonde man in militaire dienst?
  • Wat leerden vrouwen doen na het opgroeien in het vrouwenvertrek?
  • wie gaf les aan rijke jongens na hun 7e?
  • Wat is een grammatistus, een pedagogus, een kitharistus?

Slide 4 - Slide

Vragen jongens en meisjes in Athene 
  • Waarom waren ouders blijer met een jongen dan met een meisje?
  • Waar gingen jongens heen als hun vader geen leraar kon betalen?
  • Wat is het hoogste wat een vrouw kon bereiken in haar leven?
  • Tot hoe oud mochten jongens samen met meisjes worden opgevoed in het vrouwenvertrek?
  • Waarom was lezen voor Griekse jongens moeilijker dan voor ons?

Slide 5 - Slide

Vragen jongens en meisjes in Athene 
  • Op welke leeftijd werden meisjes in het oude Griekenland uitgehuwd?
  • Wat zat er in het grafmonument van een ongehuwde vrouw?
  • Waar gaven leraren les?

Slide 6 - Slide

Vragen jongens en meisjes in Athene 
  • w

Slide 7 - Slide

οὕτω δ’ οὐ πολλῷ ὕστερον ἐν τῷ μηνὶ Γαμηλιῶνι ὁ γάμος ἐπετελεῖτο.

Slide 8 - Open question

πολλοὶ δὲ γάμοι ἐν ταῖς Ἀθήναις διέμενον
τρεῖς ἡμέρας.

Slide 9 - Open question

τῇ δὲ πρώτῃ ἡμέρᾳ ἡ προαυλία ἦν.

Slide 10 - Open question

ταύτῃ τῇ ἡμέρᾳ ἁγίῳ ὕδατι ἐλούετο ἡ νύμφη.

Slide 11 - Open question

τοῦτο δὲ τὸ ὕδωρ ἐκ τῆς κρήνης Ἐννεακρούνου ἐκομίζετο ὑπὸ νεανίου τινός, λουτροφόρου ὀνομαζομένου.

Slide 12 - Open question

μετὰ ταῦτα ἐκοσμεῖτο ἡ νύμφη καὶ καλοῖς εἵμασι κατεσκευάζετο.

Slide 13 - Open question

ἔπειτα τὸ πλεῖστον σὺν τῇ μητρὶ εἰς τὸ τῆς Ἀρτέμιδος ἱερὸν ἔβαινε

Slide 14 - Open question

καὶ ἐκεῖ θυσίαν ἔθυε καὶ τὰ παίγνια καὶ τὴν ζώνην ἀνετίθει.

Slide 15 - Open question

πάντα ταῦτα καὶ τῇ Εὐρυκλείᾳ
ἐγένετο, ἀλλ’ ἡ Εὐρύκλεια οὐκ ἔχαιρεν.

Slide 16 - Open question

δακρύουσα δὲ πάσας τὰς τελετὰς ἔπασχεν.

Slide 17 - Open question

κατὰ δὲ τὸν θεσμὸν αὐτῇ ἀναγκαῖον ἦν τῆς ἑσπέρας σὺν νηπίῳ νεανίᾳ καθεύδειν, ἀλλὰ τοῦτο ποιεῖν οὐκ ἤθελεν.

Slide 18 - Open question

τέλος δ’ ὁ πατὴρ καὶ ἡ μήτηρ εἶπον·

Slide 19 - Open question

ἄγε δή, ὦ θύγατερ, νῦν σίγα·

Slide 20 - Open question

οὐκέτι σοι ἀναγκαῖόν ἐστι σὺν τῷ νεανίᾳ ἐκείνῳ καθεύδειν, εἰ αὔριον πράγματα οὐ παρέξεις.

Slide 21 - Open question

ἀλλὰ μὴ λέγε τοῦτο τῷ νυμφίῳ.

Slide 22 - Open question

εἰ γὰρ ἡ νύμφη σὺν τῷ νεανίᾳ καθεύδει, τοῦτο αὐτῇ πολυγονίαν υἱῶν παρέχει, ὡς νομίζεται.

Slide 23 - Open question

σὲ οὖν ἱκετεύομεν· μὴ λέγε τοῦτο τῷ νυμφίῳ.

Slide 24 - Open question

τότε δὴ ἡ Εὐρύκλεια τῷ πατρὶ καὶ τῇ μητρὶ ἐπίθετο καὶ μετὰ ταῦτα μόνη διενυκτέρευσεν,

Slide 25 - Open question

οὐ καθεύδουσα, ἀλλὰ τὸν πρότερον καὶ τὸν λοιπὸν βίον διαλογιζομένη.

Slide 26 - Open question


Slide 27 - Open question


Slide 28 - Open question


Slide 29 - Open question


Slide 30 - Open question


Slide 31 - Open question


Slide 32 - Open question


Slide 33 - Open question

Bespreken:
A. Bijvoeglijk naamwoord
B. Voornaamwoord
Symboulè

Slide 34 - Slide

Oefening 1
  • 1 acc. ev m 
  • τοῦτον 
  • 2 dat. ev v 
  • ταύτῃ 
  • 3 acc. mv v 
  • ταύτας 
  • 4 dat. mv m 
  • τούτοις 

Slide 35 - Slide

Oefening 1
  • 5 gen. ev v 
  • ταύτης 
  • 6 nom./acc. ev o 
  • τοῦτο
  • 7 acc. mv m 
  • τούτους
  • 8 acc. ev v 
  • ταύτην

Slide 36 - Slide

Oefening 1
  • 9 nom. mv m 
  • οὗτοι
  • 10 gen. ev o 
  • τούτου

Slide 37 - Slide

Oefening 2
  • ἅγιος 
  • ὑπό 
  • κομίζω 
  • λοιπός 
  • ὕστερον 
  • κατά

Slide 38 - Slide

Oefening 3
  • 1 g nom. ev v
  • 2 d gen. ev m
  • 3 f acc. ev v
  • 4 c dat. mv v
  • 5 h nom. ev m
  •  6 e nom./acc. ev o
  • 7 a dat. ev o
  • 8 b gen. ev v

Slide 39 - Slide

Oefening 4
  • 1 ik maakte me gereed (aor.) 
  • 2 ik versierde/zij versierden 
  • 3 jij overweegt
  • 4 het werd gebracht 
  • 5 antwoord! 

Slide 40 - Slide

Oefening 4
  •  6 jij overwoog
  • 7 hij bericht
  • 8 ik toonde
  • 9 kom!
  • 10 brengen (aor.)

Slide 41 - Slide

Oefening 

Slide 42 - Slide

Opdracht bij de tekst
  • Kleur in elke zin:
  • De persoonsvorm.
  • Andere werkwoordsvormen in een andere kleur.
  • Alle Nominativi in een andere kleur.
  • Alle directe en indirecte objecten ieder in een andere kleur.
  • (Dus: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).

Slide 43 - Slide

Aan het werk.
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 5A
  • Maak 5A, A. Bijvoeglijk naamwoord B. Voornaamwoord en Symboulè.
    Dit is ook huiswerk. 

Slide 44 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 45 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 46 - Open question