hv1 H8.0 Voorkennis Ophalen

H8.0 Rekenen met letters

Herhalen rekenen met letters: 
  • Vermenigvuldigen
  • Optellen 
  • Aftrekken
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H8.0 Rekenen met letters

Herhalen rekenen met letters: 
  • Vermenigvuldigen
  • Optellen 
  • Aftrekken

Slide 1 - Slide

Rekenen met letters
 6 + 6 + 6 =  3 ⋅ 6 = 18
  x + x + x = 3 ⋅ x = 3x
  

Herleiden betekent makkelijker schrijven

Slide 2 - Slide

Optellen/aftrekken
Alleen gelijksoortige termen kun je optellen.
7a+8a=
a+7=
3x2+4x5=
Antwoord
15a
Antwoord
kan niet want je kunt een letter en een getal niet optellen
Antwoord
7x - 7
de x bij elkaar en de getallen bij elkaar
dan kun je niet meer verder

Slide 3 - Slide

Vermenigvuldigen 
Vermenigvuldig alle getallen en zet de uitkomst voorop.


Zet de letters in alfabetische volgorde en haal de punten (keer tekens) er tussen weg
5a4b=
2a3b2a=
Antwoord
De getallen vermenigvuldigen 5 x 4 = 20
en de letters a x b = ab
geeft 20ab
Antwoord
min keer min = plus
2 x 3 x 2 = 12
a x a x b = a²b
geef 12a²b

Slide 4 - Slide


Herleiden bij optellen
 Samenvatting 
Herleiden bij vermenigvuldigen
Herleiden bij optellen
-4n ⋅ 5m = -20mn

5a ⋅ 6b = 30ab

5x ⋅ 7x = 35x² 
5km + 6km = 11km

5a + 6b = k.n. 

5x + 7x = 12x

Slide 5 - Slide

We gaan aan de slag

pak pen en papier om
zelf tussenstappen op
te schrijven

Slide 6 - Slide

- - is hetzelfde als:
(bijvoorbeeld in de som 7 - - 2 =  )
A
-
B
x
C
+
D
:

Slide 7 - Quiz

+- is hetzelfde als:
(bijvoorbeeld in de som 5 + - 3 = )
A
-
B
x
C
+
D
:

Slide 8 - Quiz

Wat is de rekenvolgorde?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
      van
Stap 4
      van
haakjes
links naar rechts
links naar rechts
plus & min
keer & delen
kwadrateren

Slide 9 - Drag question

2+3•4=
A
14
B
20
C
9
D
11

Slide 10 - Quiz

 a + a = 
 a • a =
-a - a =
 a - a =
-a • a =
 a : a = 
-2a
0
2a
a2
1
-a2

Slide 11 - Drag question

Welke herleidingen (antwoorden) horen bij de opgave?
3a + 10a =
12ac + 6ac =
a + 6a =
3ab + 5bc =
13a
18ac
kan niet
7a

Slide 12 - Drag question

Welk antwoord hoort erbij?
3a + 6b + 8a + b =
5a + b + 2b + 7a + 2a =
2a + 8b + 7a + 8b =
11a + 7b
14a + 3b
9a + 16b

Slide 13 - Drag question

Welke antwoord hoort bij welke opgave?
2x - 8y + 6x + 5y =
5x - 8y - 7x + 12y =
-x + 3y + x - 2y =
8x -3y
-2x +4y
y

Slide 14 - Drag question

Herleid:
ac2ac=

Slide 15 - Open question

Herleid:
ab+3ab+5ab=

Slide 16 - Open question

Herleid:
x+3y+x2y=

Slide 17 - Open question

-2a
5a
-10a
10a
a
2a

Slide 18 - Drag question

Herleid:
10a2b=

Slide 19 - Open question

Herleid:
3a4b2c=

Slide 20 - Open question

Herleid:
14d03e=

Slide 21 - Open question

10
-2y
5x
4y
-2xy
2x

Slide 22 - Drag question

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 23 - Mind map