Les 2 Algebra Formules

Les 2 Algebra
1 / 26
next
Slide 1: Slide
wiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les 2 Algebra

Slide 1 - Slide

Inleveropdracht
Wie heeft het verslag nog niet ingeleverd in som?

Na deze les gaan er 5 punten af van de 64 per dag dat je niet inlevert --> 0,7 cijferpunt eraf per dag




Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  1. Rekenen met letters
  2.  Gelijksoortige termen
  3. Optellen aftrekken en vermenigvuldigen door elkaar

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Rekenen met letters
Vandaag wordt het volgende uitgelegd:

  • Hoe je kunt optellen met letters in plaats van getallen
  • Hoe je een optelling met letters korter kunt schrijven
  • Dat je gelijksoortige termen kan optellen en/of aftrekken

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Bij Getallen kun je de uitkomst berekenen




Slide 11 - Slide

Bij Getallen kun je de uitkomst berekenen

Bij Letters kun je de uitkomst (alleen maar) Herleiden
Je kunt de opgave eenvoudiger oftewel korter schrijven:

3a + 16a = 19a
8a -2b= 8a - 2b 
6b - 2b = 4b




Slide 12 - Slide

6.4 Rekenen met letters
 6 + 6 + 6 =  3 ⋅ 6 = 18
  x + x + x = 3x

Herleiden betekent makkelijker schrijven

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Herleiden bij optellen
3a + 7a = 10a 

Alleen gelijksoortige termen kun je optellen
de getallen moeten dezelfde letters hebben
2x + 3x + 4y  = 5x + 4y
 

Slide 15 - Slide

Uitleg gelijksoortige termen
Welke sommen hebben gelijksoortige termen?
  • 2p + 10p
  • 7a + 3b
  • ab + 3ab

Slide 16 - Slide

Uitleg gelijksoortige termen
Gelijksoortige termen kunnen we bij elkaar nemen

Slide 17 - Slide

niet gelijksoortige termen
2a + 3b 
niet gelijksoortig, dus 'kan niet'

5p + 3p = 8p
maar 5p + 3q kan niet korter

Slide 18 - Slide

Wat is een ander woord voor een vermenigvuldiging:
A
Quotiënt
B
Som
C
Verschil
D
Product

Slide 19 - Quiz

Herleiden bij vermenigvuldigen
3a 7b = 21ab 

1. vermenigvuldig alle getallen
2. vermenigvuldig alle letters 

3 ⋅ 7 = 21
a ⋅ b = ab

Slide 20 - Slide


Herleiden bij optellen
6.4 Samenvatting 
Herleiden bij vermenigvuldigen
Herleiden bij optellen
-4n ⋅ 5m = -20mn

5a ⋅ 6b = 30ab

5x ⋅ 7x = 35x² 
5ab + 6ab = 11ab

5a + 6b = k.n. 

5x + 7x = 12x

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

5a ⋅ 11b = .... ?

Slide 23 - Open question

10ab + 6ab

Slide 24 - Open question

-3x ⋅ 100x = .... ?
A
300x²
B
-300x
C
-300x²
D
300x

Slide 25 - Quiz

herleiden:
3x + 8y
A
11xy
B
kan niet korter

Slide 26 - Quiz