Reanimatie volwassene 2 hulpverleners en AED herhaling

BLS
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BLS

Slide 1 - Slide

Aan het eind van les kun je vertellen:
  • Theorie:
  • AFP in vogelvlucht; bouw van het hart, kleine en grote bloedsomloop
  • Wat gaat er mis
  • Wat kun je doen om het te voorkomen
  • Stappen van BLS
  • Hoe en wanneer je een reanimatie uitvoert
  • Hoe en wanneer je de AED inzet
  • Procedure in ziekenhuis
  • Wat wordt er van mij verwacht
  • Wat kan ik doen
  • Wat zijn je eigen leervragen over reanimeren?

Slide 2 - Slide

Wat betekend BLS
A
Basale Life Steun
B
Basis Living Support
C
Basic Life Support
D
Banale Life Support

Slide 3 - Quiz

Achtergrondinformatie
  • In Nederland ongeveer 300 reanimaties per week
  • Direct handelen kan levensreddend zijn
  • Overleving in Nederland is 24% (2020) met een goede kwaliteit van leven
  • Wanneer binnen twee minuten wordt begonnen met reanimeren, kunnen de overlevingskansen met wel 60% toenemen.
  • Hulp binnen 6 minuten kan levens redden
  • Basale reanimatie zonder beademing is altijd beter dan geen reanimatie.

Slide 4 - Slide

Theorie: Bouw van het hart

Slide 5 - Slide

Wat kan je vertellen over de grote en kleine bloedsomloop?

Slide 6 - Open question

Bloedsomloop
Groot:
O2 en voeding naar weefsels
CO2 vanuit weefsels
vervoer afval
vervoer warmte, voedingsstoffen afweerstoffen, hormonen etc..
Klein:
CO2 uit lichaam in longen uitwisselen voor O2

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Systolische bloeddruk= bovendruk


Systole: kamers trekken samen = ‘spanningsfase
Bloed wordt slagaders in gepompt
Vanuit de rechterkamer de longslagader in
Vanuit de linkerkamer de aorta in (kleppen tussen boezems en kamers dicht)
Bovendruk normaal 120 mmHg

Slide 12 - Slide

Diastolische bloeddruk: kamers vullen zich(‘ hart vult zich ‘ )
De druk in de slagaders als het hart géén bloed uitpompt: “Rustfase”
Kleppen tussen boezems en kamers open: bloed stroomt van boezem naar kamer (kleppen slagaders dicht
Onderdruk 80 (mm Hg) normaal

Slide 13 - Slide

Circulatie stoornis
Circulatiestilstand wordt meestal veroorzaakt door ischemische hartziekten. 
In een klein deel van de gevallen wordt het veroorzaakt door aangeboren aandoeningen.
Ongeveer 50% van de mensen die buiten het ziekenhuis circulatie stilstand hebben heeft een voorgeschiedenis van hartziekten.

Alarmsignalen; POB, kortademigheid en flauwvallen.






Slide 14 - Slide

Er is sprake van een circulatiestoornis als het slachtoffer bewusteloos is en niet reageert op aanspreken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Hoe zouden jullie reageren als iemand op straat in elkaar zakt?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Video

Wat weet je nog van het reanimeren van een volwassene?

Slide 18 - Mind map

Stap 1: Controleer het bewustzijn
Vraag of het gaat en druk eens op de schouders. 

Krijg je geen reactie? Dan is de persoon buiten bewustzijn.


Blijf bij het slachtoffer en roep om hulp.

Zorg voor een veilig omgeving

Slide 19 - Slide

Wat doe je als het slachtoffer wel reageert?

Slide 20 - Mind map

Stap2: Controleer de ademhaling

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Inwelke verhouding vinden borstcompressies : beademing plaats tijdens de reanimatie?
A
15 : 1
B
15 : 2
C
30 : 1
D
30 : 2

Slide 25 - Quiz

Wat moet het tempo van de borstcompressies zijn?
A
80 x /minuut
B
80 - 100 x / minuut
C
100 x / minuut
D
100 - 120 x / minuut

Slide 26 - Quiz

Hoe ver moet het borstbeen worden ingedrukt bij de borstcompressies?
A
2 - 3 cm
B
3 - 4 cm
C
4 - 5 cm
D
5 - 6 cm

Slide 27 - Quiz

Mond-op-mond beademing
  • Open de luchtweg
  • Lippen rond de mond
  • Knijp de neus dicht
  • Blaas rustig in tot de borstkas
    omhoog komt
  • Onderbreek borstcompressies niet langer dan 10 seconden

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Hoeveel lucht moet je inblazen bij mond-op-mond beademing?
A
Zoveel als je kan
B
Zoveel dat de borstkas omhoog komt

Slide 30 - Quiz

Wat doe je als de borstkas niet omhoog komt bij een beademing?

Slide 31 - Mind map

Wat doe je als de borstkas komt niet omhoog komt bij een beademing?
Inspecteer de Mond van het slachtoffer en verwijder zichtbare luchtwegbelemmering
Beoordeel of je de hoofdkantel-kinlift methode goed uitvoert
Geef niet meer dan 2 beademingen per keer en ga onmiddellijk door met 30 borstcompressies



Slide 32 - Slide

Wat doe je als je geen beademing kan of wil geven?
A
Je geeft continue borstcompressies
B
Borstcompressies niet meer dan 100-120 per minuut
C
A en B zijn fout
D
A en B zijn goed

Slide 33 - Quiz

Inzet AED
  • Volg de instructies van de AED
  • Natte huid droogmaken
  • Plakplaats elektroden zn. scheren 
  • Elektroden naast pacemaker/ICD

Slide 34 - Slide

3

Slide 35 - Video

00:18
Welke opdracht geeft de dame als eerste?
A
Bel 112
B
Haal hulp
C
Help met reanimeren
D
Let op veiligheid

Slide 36 - Quiz

00:33
Hoeveel borstcompressies moet ze achter elkaar geven?
A
5
B
10
C
15
D
30

Slide 37 - Quiz

00:50
Hoe lang mag ze stoppen met borstcompressies?
A
Tot de AED is aangesloten
B
Zo kort mogelijk

Slide 38 - Quiz

Procedure in het st. Antonius Ziekenhuis
Is een patiënt niet aanspreekbaar dan direct noodknop indrukken
Bel of laat bellen met 5555 
Begin met BLS protocol, zoals doorgenomen
Uit kastje bij wastafel beademingskapje halen
Let op je werkplek management;
Bed van de muur
Nachtkastje weg
Achter bord uit bed halen en uit de weg leggen
Kussen weg, (decubitus)matras op reanimatie stand
Bed plat en op juiste hoogte
Je blijft BLS totdat reanimatieteam aangeeft dat je mag stoppen

Slide 39 - Slide

Wat kan ik doen?
Vertel je verhaal aan het team als je bent overgenomen
Volgens de SBARR
Dossier op de kamer laten komen
Medicijnlijst op de kamer laten komen
Weet wie de leiding heeft en geef gericht antwoord op de vragen
Zorg ervoor dat andere kamergenoten weggereden worden
Geef een collega opdracht om de familie te bellen
Geef je piepers ect af aan een andere collega

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Oefenen

Slide 43 - Slide

Noem drie dingen die je hebt geleerd over reanimatie

Slide 44 - Open question

Welk cijfer geef je voor de inhoud van de les?
110

Slide 45 - Poll

Tips en Tops?

Slide 46 - Mind map