6.1. Voedselproductie &6.2 voedingsstoffen

6.1&6.2 Voedselproductie & voedingsstoffen
  • Binnen is beginnen
  • De tijd is van de leerling
  • Wij dragen zorg voor onze omgeving
  • We laten elkaar werken
timer
15:00
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.1&6.2 Voedselproductie & voedingsstoffen
  • Binnen is beginnen
  • De tijd is van de leerling
  • Wij dragen zorg voor onze omgeving
  • We laten elkaar werken
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Aan de slag
  • Hoofdstuk 6 - paragraaf 1
Havo-route: 1,2,3,4,5,6,7,8 +Test jezelf (online)
Vwo-route: 1,2,3,6,8,9,10,11 +Test jezelf (online) 
  • Hoofdstuk 6 - paragraaf 2  
  • Havo-route: 1,2,3,5,6,7,8,10 +Test jezelf (online) 
  • Vwo-route: 1,3,4,5,6,7,9,10,11 +Test jezelf (online) 

Voorbereiden voor de test!
D test Thema 2 BS 1 t/m 6 Voeding en vertering inclusief extra stof 7 en 8! 

timer
30:00

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les weet je:
  • Het verschil tussen intensieve en biologische landbouw.
  • Welke hoofdelementen en sporenelementen belangrijk zijn bij de groei van planten.
  • Wat eutrofiëring is en hoe het tot stand komt.
  • Op welke manieren voedsel langer houdbaar gemaakt wordt.
  • Wat E-nummers / additieven zijn.
  • Je kunt uitleggen wat de volgende voedingsstoffen zijn.
  1. Koolhydraten
  2. Vetten en oliën
  3. Eiwitten
  4. Vezels, vitaminen en mineralen
  • Je kunt uitleggen wat de energiewaarde van voedsel is. 

Slide 3 - Slide

Voedsel
In de supermarkt staat voedsel. Voedselproductie begint bij de boer, via allerlei bewerkingen komt het dan in de winkel terecht.

In Nederland hebben we vooral intensieve landbouw. Op een klein oppervlakte, veel voedsel produceren. 

Slide 4 - Slide

Hoe?
Zo veel mogelijk voedselproductie:
  • kunstmest gebruiken
  • gewasbeschermingsmiddelen gebruiken 

Beide opties zorgen voor meer voedsel. 

Slide 5 - Slide

Meststoffen 
We hebben twee soorten meststoffen:
  • kunstmest
  • dierlijke mest 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Kunstmest
  • Volledig door mensen gemaakt 
  • Er zit voornamelijk fosfor, kalium, stikstof in (dat noemen we hoofdelementen)
  • Hoofdelementen zijn atoomsoorten die door planten worden opgenomen
  • Andere hoofdelementen: calcium, zwavel, magnesium
  • Sporenelementen: ook nodig, maar heel weinig  

Slide 8 - Slide

Te veel meststoffen 
Overbemesting --> slecht voor biodiversiteit

Overbemesting = eutrofiering


Slide 9 - Slide

Gewasbescherming
Bescherming tegen schimmels, bacteriën, verdelgen van insecten, onkruid. 

Niet alleen slechte dingen gaan dood, maar ook het bodemleven. 


Slide 10 - Slide

Intensieve vs biologische landbouw
  • Wel / geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest
  •  Geen/ wel biologisch geteeld veevoer
  • Laag dierenwelzijn / diervriendelijke huisvestiging

Slide 11 - Slide

Conserveren 
  • fermenteren
  • inleggen in zuur, zout, suiker
  • invriezen
  • drogen
  • steriel verpakken 
  • conserveringsmiddel toevoegen 
  • pasteuriseren en steriliseren 

Slide 12 - Slide

Additieven
Hulpmiddelen die de kleur, de geur, de smaak of houdbaarheid verbeteren. 

We kennen deze additieven als E-nummers.
Kunnen zowel chemisch als natuurlijk zijn. 

Slide 13 - Slide

6.2

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Brandstoffen in voeding
  • Lichaamstemperatuur 37 graden
  • Brandstoffen verbranden om je lichaam op temperatuur te houden
  • Belangrijkste brandstoffen zijn koolhydraten en vetten
  • Bij onvoldoende brandstof kan het lichaam eiwit uit je spieren halen als brandstof

Slide 16 - Slide

Koolhydraten (suikers)
Sachariden = moeilijke naam voor koolhydraten
Bestaan uit C, H en O atomen. 
  • Glucose: 1 sacharide --> monosacharide
  • Sacharose: 2 sachariden --> disacharide
  • Zetmeel: veel sachariden --> polysacharide

Slide 17 - Slide

Vetten en oliën
  • Voornamelijk opgebouwd uit C- en H atomen en relatief weinig O atomen
  • Je hebt verzadigde en onverzadigde vetten 

Slide 18 - Slide

Vetten en olien
  • Oliën zijn vetten die vloeibaar zijn bij kamertemperatuur
  • Dit zijn dan ook onverzadigde vetten
  • Zonnebloemolie, visolie 
  • Essentiële vetzuren: deze heeft je lichaam nodig, maar kan het zelf niet aanmaken
  • In bijvoorbeeld vlees en zuivel producten zitten verzadigde vetten; te veel is niet gezond

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Energiewaarde
  • Brandstoffen hebben een bepaalde energiewaarde
  • Zoveel energie krijg je als je 100 g of 100 mL eet/drinkt 
  • We drukken dit uit in J of zoals vroeger in cal 
  • 1 cal = 4,18 J
  • dames 14-18 jaar: 2200-2500 kcal
  • mannen 14-18 jaar: 2900-3300 kcal 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Eiwitten
  • Bouwstoffen van je lichaam! 
  • Pas als er niets anders is, gaat je lichaam eiwitten verbranden
  • Polymeren, opgebouwd uit aminozuren. 
  • Aminozuren bestaan uit C- H- O- en N- atomen 

Slide 23 - Slide

Eiwitten
  • Er zijn 20 soorten aminozuren. Daarvan kan je lichaam er 12 zelf maken. De rest komt uit voeding. 
  • Je lichaam bouwt eiwitten uit deze aminozuren. 
  • Eiwitten vind je vooral in vis, vlees, eieren en zuivelproducten.
  • Sommige eiwitten zijn enzymen

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Vitamines 
  • Van vitamines en mineralen heb je niet zoveel nodig. 
  • Heb je ze niet, word je ziek! 
  • Vit A goed voor ogen
  • Vit B goed voor energie 
  • Vit C antioxidant
  • Vit K voor bloedstolling

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Mineralen
  • Zouten die uit aardbodem of zee afkomstig zijn 
  • NaCl voor zenuwstelstel en vochtbalans, is keukenzout
  • Ca voor je botten, zit in melk
  • Fe voor het vervoeren van zuurstof in je bloed, in spinazie

Slide 28 - Slide

Mineralen

Slide 29 - Slide

Vezels
  • Je neemt ze niet op, maar ze zorgen er voor dat je darmen het eten goed af kunnen breken.
  • Plantaardige vezels: voornamelijk cellulose.
  • Cellulose is een koolhydraat dat veel op zetmeel lijkt.

Slide 30 - Slide

Aan de slag
  • Hoofdstuk 6 - paragraaf 1
Havo-route: 1,2,3,4,5,6,7,8 +Test jezelf (online)
Vwo-route: 1,2,3,6,8,9,10,11 +Test jezelf (online) 
  • Hoofdstuk 6 - paragraaf 2  
  • Havo-route: 1,2,3,5,6,7,8,10 +Test jezelf (online) 
  • Vwo-route: 1,3,4,5,6,7,9,10,11 +Test jezelf (online) 

Voorbereiden voor de test!
D test Thema 2 BS 1 t/m 6 Voeding en vertering inclusief extra stof 7 en 8! 

timer
30:00

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video