H2 Semana 49

 Semana 48 Miércoles  01 de diciembre de 2021
1 / 42
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

 Semana 48 Miércoles  01 de diciembre de 2021

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide




        Geluid van de bel betekent stil voor instructies of rustig opdrachten werken

Slide 4 - Slide

Respect voor elkaar 
voor de docent en de les voor andere leerlingen.

  •  Je hand opsteken en op je beurt wachten om te praten.
  • Aardig vragen stellen of antwoorden. 
  • Vragen over de les stellen tijdens de les. Andere vragen na de les. 
  • Behalve om naar toilet te gaan. Hand opsteken en in Spaans vragen.   
  • Geen video games in klas. Instructies volgen en werken.
  • Laat telefoons in de kluisjes of in de witte doos.

Slide 5 - Slide

Waarschuwingen 
(Niet nodig streepjes)

  •  Die kunnen zijn wanneer je naar voren komt zitten of van plaats moest veranderen. 
  • Als je daar buiten 2 minuten moet staan wachten en excuses aanbieden.
  • Als je iets onnaceptabel doet zoals papieren/vliegtuigjes gooien, schreeuwen, eten, lopen/rennen , grof taalgebruik moet je de les verlaten.  

Slide 6 - Slide

Straffen

  • Als je uit de klas wordt gestuurd, wordt het genoteerd in Magister en moet je een uurtje nablijven. 

  • Als je niet komt opdagen, zul je de volgende keer twee uurtjes na moeten blijven.

  • Als je niet komt opdagen, mag je de klas niet in tot je je straf hebt uitgezeten. We zullen dan met je ouders afspreken.

Slide 7 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
- ik kan over mijn familie vertellen
- ik kan over school vertellen
- ik kan klokkijken
- ik kan over mijn huisdier vertellen
- ik kan de regelmatige ww op ar/er/ir  en het onregelmatige ww tener vervoegen.

Slide 8 - Slide

MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 3:  La familia
Leer/ escribir



ver/ escuchar

leer/escuchar
 
hablar





Miércoles:
Carta en Padlet. Geplande thuiswerk in het online boek. Gramática: Presente RW: estudiar, comer y vivir. Y tener LT: p. 22 Ej.  1, 2, 3, 4 y 5. / Tener (ser) L ej. 8 y LT p 23 ej 6,7, 8
-----
Bezittelijke voornaamwoorden. L p. 35 ej 5 
Jueves
 La hora.  Comunicación p. 36. Actividad p 25 LT 



Slide 9 - Slide

Repaso Capítulo 2


MENU DE HOY
Voorkennis:
Miércoles

Presentar acciones con los verbos.
Gramática: Presente RW: trabajar, beber escribir. // Tener?
Actividad

  •  LT p. 22 ej. 1, 2, 3,4 y 5. ( Oefeningen worden gecontroleerd door het boek online).
  • Tener LT p 23 ej 6, 7
Tarea
  •  Maak je eigen stamboom.  Vandaag inleveren.

Slide 10 - Slide

la madre
el hijo
el abuelo
la hermana
el nieto
la sobrina
het nichtje
de moeder
de kleinzoon
de zus
de opa
de zoon

Slide 11 - Drag question

Regelmatige werkwoorden
Het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Slide 12 - Slide

De regelmatige werkwoorden:

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide



Capítulo 3. 
WB/LT Gramática p. 22 
  ej.  1, 2, 3. 

WB/LT Gramática p. 22 
ej. 6 y 7
Optionele opdrachten:
Woordenschat Hoofdstuk 3
Als je klaar bent?
(Zie Quizlet)
timer
15:00
Verplichte oefeningen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Tener
Tener = hebben

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen
1. Yo (tener) _______ 14 años.
2. Mi amiga (tener) _______ 3 gatos.
3.Juan (tener) _______ muchos amigos.
4. Ana y Esther (tener) _________ dos bolis

Slide 18 - Slide

Tener
  1. Wat betekent tener?
  2. Hoe vervoeg je tener?
  3. Wanneer/hoe kun je tener gebruiken?

Slide 19 - Slide

¿Cuántos años (tener) tú?
A
tengo
B
tenéis
C
tienes
D
tiene

Slide 20 - Quiz

Zet de juiste vorm van het werkwoord TENER in.
Yo (tener) trece años.
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenemos

Slide 21 - Quiz

TENER Mi hermano y yo ... (tener) un gato.
A
tengo
B
tienes
C
tenemos
D
tienen

Slide 22 - Quiz

TENER ¿Vosotros ...... (tener) clase?
A
tengo
B
tenéis
C
tenemos
D
tienen

Slide 23 - Quiz

Paco (tener) muchos videojuegos.
A
tiene
B
tienes
C
tienen
D
tengo

Slide 24 - Quiz

¿Cómo se llaman tus padres? y ¿De dónde son?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

vader
moeder
ouders
broer
zus
oom
tante
oma
opa 
neef
nicht
padre 
madre
padres
hermano
hermana 
tío
tía
abuela
abuelo 
primo
prima

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

0

Slide 30 - Video



Unidad 3. Vocabulario p.32 y 33
 La hora ejercicio 5 p.36
ejercicio 6 p.37
ejercicio 3 p.38

Si terminas/Als je klaar bent?
leren woorden unidad 3 (Zie Quizlet)


Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
Unidad 3. WB. vocabulario

La hora: ejercicio 4 p.38
timer
30:00
Verplichte oefeningen

Slide 31 - Slide

Verplichte opdrachten:

Unidad 3. Vocabulario p.32 y 33
 La hora ejercicio 5 p.36
ejercicio 6 p.37
ejercicio 3 p.38

Si terminas/Als je klaar bent?
leren woorden unidad 3 (Zie Quizlet)


Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
Unidad 3. WB. vocabulario

La hora: ejercicio 4 p.38
timer
30:00

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

¿Qué hora es?
A
son las diez y veinticinco
B
son las diez y veintisiete
C
son las once menos media
D
son las once y veintiséis

Slide 34 - Quiz

¿Qué hora es?
A
Son la una y cuarto
B
Es la una y cuarto
C
Son la una y quince
D
Son las dos y cuarto

Slide 35 - Quiz

¿Cómo has trabajado hoy en clase?
A
Muy bien :):)
B
Bien :)
C
Regular :|
D
Mal :(

Slide 36 - Quiz

Capítulo 3: Haz.

Compleet maken
Gramática 1,2,3,4 y 5
Vocabulario 


TAREA
LIBRO DE   TRABAJO/

Werkboek

Slide 37 - Slide

¿Qué hemos aprendido hoy?

Slide 38 - Open question

¿Te ha gustado la clase?

😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Vamos a hacer Kahoots del capítulo 2

  • In groep van 3 of 4.
  • 10 vragen stellen ( 5 grammatica en 5 vocabulaire)
  • Gebruik foto's
  • Je heb 15 tot 20 minuten om te werken.
  •  Speel je eigen game om te testen
  • Inleveren via google classroom of via e-mail
  • k.silvasantisteban@berlagelyceum.eu.

Slide 42 - Slide